Spreken en Fictie les 4: Lichaamstaal, stemgebruik en leestekens

Nederlands 
Spreken & Fictie
Les 4: 
Stemgebruik, lichaamstaal en leestekens Argumenten
Vertelperspectief

VG2 P1 2019-2020 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands 
Spreken & Fictie
Les 4: 
Stemgebruik, lichaamstaal en leestekens Argumenten
Vertelperspectief

VG2 P1 2019-2020 

Slide 1 - Slide

Vorige les...

... heb je geleerd waar je op moet letten bij het lezen van het boek (inhoud pitch).

... heb je geleerd wat lichaamstaal, stemgebruik en leestekens betekenen voor een presentatie.

Slide 2 - Slide

Aan het eind van deze les...

... heb je verschillende fimpjes beoordeeld m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal.

... heb je geoefend met het formuleren van argumenten.

... heb je geoefend met het herkennen van het vertelperspectief.

Slide 3 - Slide

Wat heb je vorige les geleerd over stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?

Slide 4 - Mind map

1. Bekijk de spreekbeurt van Najib Amhali op de volgende slide.
2. Welke tips heb je voor Najib m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

1. Bekijk de spreekbeurt van Webshop at school op de volgende slide.
2. Welke tops heb je voor de presentatrice m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?
3. Welke tips heb je voor de presentatrice m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?

Slide 7 - Open question

LES 9

Slide 8 - Slide

1. Bekijk de spreekbeurt van Tony Chocolony op de volgende slide.
2. Welke tops heb je voor de presentator m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?
3. Welke tips heb je voor de presentator m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

1. Bekijk de spreekbeurt van Nederland met water op de volgende slide.
2. Welke tops heb je voor de presentatrice m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?
3. Welke tips heb je voor de presentatrice m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

1. Bekijk de spreekbeurt op de volgende slide.
2. Welke tops heb je voor de presentator m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?
3. Welke tips heb je voor de presentator m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

1. Bekijk de spreekbeurt op de volgende slide.
2. Welke tops heb je voor de presentator m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?
3. Welke tips heb je voor de presentator m.b.t. stemgebruik, leestekens en lichaamstaal?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Opdracht ballondebat
Je zit met z’n vijven in een luchtballon. Het is een heerlijke dag, maar dan... gaat het helemaal mis. Jullie naderen een gigantische berg, maar de ballon stijgt niet hoog genoeg om over de berg heen te vliegen. 

Al het overbodige gewicht wordt overboord gegooid, maar dat wil niet baten: nog steeds stijgt de ballon niet hoog genoeg. De ballon dreigt tegen de enorme berg aan te knallen.

Er zit niets anders op: vier personen zullen uit de luchtballon moeten. Er kan maar één persoon in de ballon blijven. Maar wie?
Willem Alexander? Spiderman? Mark Rutte? Het beest? Enzo Knol?


Slide 18 - Slide

Opdracht ballondebat
Je bent...
1. ... een beroemdheid: Willem Alexander
2. ... een politiek leider: Mark Rutte
3. ... een superheld: Spiderman
4. ... een sprookjesfiguur: het Beest van Belle en het Beest
5. ... een youTube-ster: Enzo Knol

Beargumenteer op de volgende slides per personage waarom hij/zij in de ballon zou mogen blijven.

Slide 19 - Slide

Opdracht ballondebat
Welke argumenten heb je voor Enzo Knol?

Slide 20 - Open question

Opdracht ballondebat
Welke argumenten heb je voor het beest?

Slide 21 - Open question

Opdracht ballondebat
Welke argumenten heb je voor Willem Alexander?

Slide 22 - Open question

Opdracht ballondebat
Welke argumenten heb je voor Mark Rutte?

Slide 23 - Open question

Opdracht ballondebat
Welke argumenten heb je voor Spiderman?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video

Opdracht vertelperspectief
Op de volgende slides volgt een aantal vragen over het vertelperspectief. 

Lees de fragmenten en beantwoord de vragen.

Slide 26 - Slide

Opdracht vertelperspectief
De toren van Babel - Annie M.G. Schmidt
In mijn onschuld dacht ik, dat het bouwen van een huis een vrij simpele affaire zou zijn. Ze doen het al zo lang... dacht ik. Mensen bouwen al zo lang huizen. Zeker al tienduizend jaar of langer. Het is net zoiets als brood bakken, dat doen ze ook al zo lang. En bouwen... zo'n achtduizend jaar geleden maakten ze al heel ingewikkelde pyramides, dacht ik. En de toren van Babel ook... nou ja goed, het ding is nooit afgekomen, maar nu zijn ze toch al weer zoveel verder en bovendien: mijn huis behoeft geen toren van Babel te worden, liever zelfs niet. Zo maar een huisje. Op de tekening, die de architect voor ons gemaakt had, was het zo eenvoudig. Enkel maar een paar kamers, rechte kamers, naast elkaar en een plat dak. En geen kwestie van spitsbogen of beeldhouwwerken, of van torentjes of van kantelen of van koepels of erkers of koekoeksramen, zo maar rechttoe, recht an een huis. Dat kon niet zoveel hoofdbrekens kosten, dacht ik.

Slide 27 - Slide

Opdracht vertelperspectief
Wat is het perspectief in 'De toren van Babel?
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Alwetende/auctoriale verteller

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Opdracht vertelperspectief
Wat is het perspectief in 'De avonden'?
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Alwetende/auctoriale verteller

Slide 30 - Quiz


Karakter - Bordewijk
Tot zijn een en twintigste was hij in een boekhandel werkzaam als magazijnknecht, niet in de winkel. Dit was het eerste baantje dat hem enige bevrediging gaf, want te hooi en te gras kon hij nu zijn kennis vergroten. Maar hij schoot er niet op, hij verdiende nog steeds niet genoeg om op zichzelf te staan, hij bleef bij haar wonen.
Op een stroeve manier gingen zij met elkaar om. Hij was voor haar toch geen kwade zoon. ’s Zondagsmiddags gingen zij altijd wandelen. Ze wou naar de rivier, nooit ergens anders heen, zo gingen ze naar het Park of naar de Oude Plantage. Ze keken over het water, ze zeiden weinig, hun stilzwijgen was soms op de grens van vijandschap.


Slide 31 - Slide

Opdracht vertelperspectief
Wat is het perspectief in 'Karakter'?
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Alwetende/auctoriale verteller

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Opdracht vertelperspectief
Wat is het perspectief in 'Een onbekende trekvogel'?
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Alwetende/auctoriale verteller

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Video

Welk perspectief heb je net gehoord in 'Koning van Katoren'?
A
ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
alwetende verteller
D
hij/zij-perspectief

Slide 36 - Quiz

Opdracht vertelperspectief

De zin: 'Later zou hij nog vaak aan deze dag terugdenken', kom je tegen bij . . .
A
ik-perspectief
B
alwetende verteller
C
personaal perspectief
D
elk vertelperspectief

Slide 37 - Quiz

Opdracht vertelperspectief

Als je graag meeleeft met de hoofdpersoon, lees je het liefst boeken met een . . .
A
alwetende verteller
B
personaal perspectief
C
ik-perspectief
D
-

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Video

Tot slot: Bedenk nu zelf het beste idee van Nederland. Beargumenteer waarom dit het beste idee van Nederland is

Slide 40 - Open question