BEELDVERHAAL DEEL 1/2 les 1 De Magische Truc
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mediawijsheid, begrijpend kijken, FilmeducatieBasisschoolGroep 1,2

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Instructies

Wat is de bedoeling?
Deze les is het startpunt van vijf lessen Beeldverhaal deel 1/2 waarin we film gaan kijken én maken. In deze les maken de kinderen kennis met animatiefilm. De kinderen leren hoofdpersonen en omgeving te benoemen en maken aan de hand hiervan een thaumatroop. 

Van kijken naar maken
De kinderen kijken de film Snow lake. Aan de hand van de film wordt op een simpele wijze het verhaal van de film ontleed. De hoofdpersonages en de omgeving wordt door de kinderen omschreven. 
Aan de hand van deze twee aspecten maken de kinderen een thaumatroop. De thaumatroop kan worden gezien als een van de vroegste uitvindingen op het gebied van film en is een analoge manier om twee verschillende beelden te laten samensmelten. Het effect is voor jonge kinderen erg wonderlijk. 

Leerdoelen van deze les
  • Vertelt wat er op het gebied van het verhaal wordt waargenomen.
  • Omschrijft op informele wijze dramatische concepten (o.a. personage, verhaal).
  • Vertelt over personages en gebeurtenissen in een film.
  • Beoefend zijn/haar motoriek door middel van het snel bewegen van de thaumatroop.

Aanvullende leerdoelen filmeducatie
  • Ervaart en verwoordt gevoelens bij een film

Praktisch
Duur: 45 minuten

Introductie: 5 min
Film kijken en bespreken: 15 min
Maakopdracht: 20 min
Afronding: 5 min

Benodigdheden:
- Uitgeprint het werkblad ‘Cirkels’ op wit papier
- Gekleurde potloden
- Rietjes of satéprikkers
- Lijmstiften

Voorbereidingen
Print het werkblad (voor een klas ongeveer 10x)


Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De magische truc
Introduceer het lesprogramma. Met de lessen van Beeldverhaal gaan we van alles leren over film, we gaan kijken naar films én we gaan zelf film maken. 
Er zijn vijf lessen en vandaag is de eerste les. 

Slide 2 - Video

Beeldverhaal
Let op; zet het geluid aan rechtsonder het fragment.

Film
Wie van jullie kijkt er wel eens naar film?
Hebben jullie wel eens een film gezien waar een dier in voorkwam? Wie kan er een noemen?

Slide 3 - Tekstslide

Introduceer het thema film aan de hand van de vragen. 
Vraag (klik op het rondje met het vraagteken): Wie van jullie kijkt er wel eens naar een film? (vraag om vingers)
Vraag (klik op het rondje met het vraagteken): Hebben jullie wel eens een film gezien waar een dier in voorkwam? Wie kan er een noemen?

Vat de antwoorden samen na de bespreking: Er zijn veel verschillende soorten films. Films met echte mensen of dieren er in. Soms zijn de dieren echt, maar soms zijn ze getekend of gemaakt van klei. Vandaag gaan we kijken naar een film die getekend is, en er komen veel dieren in voor. Ik ben benieuwd welke we allemaal langs zien komen. 

Slide 4 - Video

Snowflake (05:43)
De film Snowflake, Natalia Chernysheva, 2012, 6’, Russia, zonder woorden
Een Afrikaanse jongen krijgt een vreemde brief. Wanneer hij die opent, komt er een papieren sneeuwvlokje tevoorschijn. Zoiets mooi heeft hij nog nooit gezien en hij zou dolgraag echte sneeuw zien. In zijn droom komt een uniek Afrikaans sneeuwlandschap tot leven

Wat gebeurde er in de film?

Waar leven deze dieren en hoe zag het er daar uit? 
Wat voor dieren zagen jullie allemaal langskomen?

Slide 5 - Tekstslide

Kijkvragen
Bespreek de film aan de hand van onderstaande vragen.

Kijkvraag (klik op het rondje met het vraagteken): Over wie ging deze film? 
Antwoord: over een jongetje in Afrika en de dieren
Kijkvraag (klik op het rondje met het vraagteken): Welke dieren zagen jullie langskomen? 
Antwoord: Luipaard, zebra, olifant, apen, vogel, slang, giraffe, krokodil, nijlpaard.
Kijkvraag: (klik op het rondje met het vraagteken): Wat gebeurde er? 
Antwoord: Het jongetje krijgt een brief met een papieren sneeuwvlok er in. Hij legt hem onder zijn kussen. De volgende dag is de savanne ondergesneeuwd. De dieren hebben het erg koud en mogen in de hut van het jongetje schuilen.
Kijkvraag (klik op het rondje met het vraagteken): Waar leefden deze dieren? En hoe zag het er daar uit? 
Antwoord: Ze leven in een warm land, maar nu ligt er sneeuw. Alles is wit. 

Vat de antwoorden samen na de bespreking. In film gebeuren soms dingen die in het echt niet kunnen, zoals sneeuw in een heel warm land. Dat zorgt er vaak voor dat een film leuk, bijzonder of spannend is. Er wordt vaak fantasie gebruikt bij het maken van een film, maar ook als je zelf een film kijkt gebruik je je fantasie. 



  • Maak een kleine tekening van een dier in een cirkel
  • Maak in een andere cirkel een tekening van de omgeving

  • Knip de cirkels uit
  • Plak ze aan elkaar vast met een stokje ertussen

Slide 6 - Tekstslide

In de film zag je de dieren op verschillende plekken. In de sneeuw, in de hut en in de zon.
Jullie mogen nu ook een dier tekenen en die op een plek toveren. als in een film. We hebben een hier een speciale truc voor. Heel lang geleden maakte mensen op deze manier ook film. We noemen het een thaumatroop. Ik zal laten zien hoe het werkt. 
Laat het voorbeeld zien. Laat eerst duidelijk de ene kant zien, daarna de andere kant. Vraag aan de kinderen wat ze zien. Draai daarna de thaumatroop om het effect te laten zien. 

Nu mogen jullie zelf kiezen welk dier in welke omgeving je wilt toveren. Het mag dus een vogel in het bos zijn, maar ook een nijlpaard in de speeltuin. Gebruik je fantasie! 

Maakopdracht
Print op voorhand het werkblad uit, knip of snij de werkbladen zo dat er twee cirkels opstaan. Ieder kind krijgt een stuk papier met twee cirkels er op. 

In de ene cirkel tekenen de leerlingen een dier. In de andere cirkel de omgeving. Dus bijvoorbeeld: in de ene cirkel een vogel en in de andere een blauwe lucht met een wolk of zonnetje. Het effect werk het best als ze het dier tekenen met een donkere pen of stift en vervolgens inkleuren. 

Na het tekenen knippen ze (evt. met hulp) de cirkels uit. De cirkels plak je tegen elkaar met een stokje of rietje ertussen. 
Als je het stokje heel snel draait door met je handen langs elkaar te wrijven, zie je de magische truc. 
Het is belangrijk dat de kinderen het niet te ingewikkelde tekeningen maken, juist door het simpel te houden werkt het effect het best. 

Slide 7 - Tekstslide

Laat de kinderen tegelijk de thaumatroop draaien en zing ondertussen samen; ' Zo gaan het draaien met de thaumatroop, de thaumatroop...' 
In de maat van 'zo gaan de wielen...'
Terugkijken

Slide 8 - Tekstslide

In het laatste deel van de les kijken we terug naar de les en wat er is gemaakt.
Bekijk samen met de kinderen de thaumatropen die gemaakt zijn. Wat is er allemaal gemaakt en welke werken goed?
Verder kun je bespreken:
  • Hoe vonden jullie de les?
  • Wat hebben jullie geleerd?




Volgende keer in Beeldverhaal Deel 1/2:
Les 2 Verhaal

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies