Paragraaf 5.2 deel 2
1 / 15
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
De grondwet van 1848 is een liberale grondwet
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
In 1848 kreeg Nederland een liberale grondwet. Wie schreef deze grondwet?
A
Willem I
B
Thorbecke
C
Van Houten
D
Willem II
Slide 9 - Quizvraag
Wat veranderde er door de grondwet van 1848?
A
De koning mocht nu ambtenaren ontslaan
B
De koning zijn werd macht kleiner
C
De koning kreeg meer macht
D
De koning kon nu oorlog voeren met andere landen
Slide 10 - Quizvraag
Wat veranderde er door de grondwet van 1848?
A
Koning is onschendbaar en ministers zijn verantwoordelijk
B
Er komen minder grondrechten
C
Er komt algemeen kiesrecht
D
De Tweede Kamer wordt door de koning gekozen
Slide 11 - Quizvraag
Wat stond NIET in de grondwet van 1848?
A
Ministeriële verantwoordelijkheid
B
Koninklijke onschendbaarheid
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Algemeen kiesrecht
Slide 12 - Quizvraag
In welk jaar kwam er algemeen mannen kiesrecht in Nederland?
A
1900
B
1887
C
1917
D
1930
Slide 13 - Quizvraag
In welk jaar mochten was er algemeen kiesrecht (dus mannen en vrouwen mochten stemmen!)
A
1917
B
1900
C
1887
D
1919
