Nieuwsbegrip week 48-49 niveau A

afgelopen
A
mensen willen iets hebben
B
iets meer dan
C
vorig, dat wat voorbij is
D
twee of meer losse dingen die samen iets nieuws zijn
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
WoordenschatPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

afgelopen
A
mensen willen iets hebben
B
iets meer dan
C
vorig, dat wat voorbij is
D
twee of meer losse dingen die samen iets nieuws zijn

Slide 1 - Quizvraag

het is niet aan te slepen
A
de dingen die je weet
B
zoveel mensen willen het, dat er bijna niet genoeg van is
C
vorig, dat wat voorbij is
D
De mogelijkheid, de keuze

Slide 2 - Quizvraag

de kennis
A
waarom iets gebeurt
B
mensen willen iets hebben
C
zoveel mensen willen het, dat er bijna niet genoeg van is
D
de dingen die je weet

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord past
bij dit plaatje?
A
van wie je probeert te winnen
B
waarom iets gebeurt
C
een paar
D
goudzoekers

Slide 4 - Quizvraag

ruim
A
waarom iets gebeurt
B
mensen willen iets hebben
C
twee of meer losse dingen die samen iets nieuws zijn
D
iets meer dan

Slide 5 - Quizvraag

uitverkocht
A
nabootsen
B
een paar
C
niet meer te koop
D
realistisch

Slide 6 - Quizvraag

de oorzaak
A
waarom iets gebeurt
B
kritiek
C
vorig, dat wat voorbij is
D
tot stand komen

Slide 7 - Quizvraag

er is vraag naar
A
constant
B
niet meer te koop
C
mensen willen iets hebben
D
twee of meer losse dingen die samen iets nieuws zijn

Slide 8 - Quizvraag

sommige
A
tot stand komen
B
opkomen voor iets of iemand
C
van wie je probeert te winnen
D
een paar

Slide 9 - Quizvraag

de combinatie
A
de mogelijkheid
B
twee of meer losse dingen die samen iets nieuws zijn
C
realistisch
D
mensen willen iets hebben

Slide 10 - Quizvraag

intens
A
echt, zoals men al dacht
B
van alle tijden
C
erg, meestal over een gevoel
D
verdrietig zijn omdat iemand dood is

Slide 11 - Quizvraag

ooit
A
van alle tijden
B
de handige manier om iets te doen
C
erg, meestal over een gevoel
D
echt, zoals men al dacht

Slide 12 - Quizvraag

het ver schoppen
A
het gewicht dat te zwaar is
B
vooruitkomen in het leven
C
plezier geven, amuseren
D
de handige manier om iets te doen

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord past
bij dit plaatje?
A
de handige manier om iets te doen
B
echt, zoals men al dacht
C
erg, meestal over een gevoel
D
plezier geven, amuseren

Slide 14 - Quizvraag

talent hebben
ergens met kop en schouders bovenuit steken
het overgewicht
inderdaad
vermaken
uit jezelf iets goed kunnen
ergens veel beter in zijn dan alle andere mensen
plezier geven, amuseren
echt, zoals men al dacht
het gewicht dat te zwaar is

Slide 15 - Sleepvraag

Welk woord past
bij dit plaatje?
A
rouwen
B
de truc
C
intens
D
inderdaad

Slide 16 - Quizvraag