Kenmerkende aspecten quiz

De tijd van wereldoorlogen hoort bij de historische periode...
A
Vroeg-Moderne tijd
B
Moderne Tijd
C
Burgers en Stoommachines
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De tijd van wereldoorlogen hoort bij de historische periode...
A
Vroeg-Moderne tijd
B
Moderne Tijd
C
Burgers en Stoommachines

Slide 1 - Quizvraag

In welke eeuw waren beide wereldoorlogen?
A
20e eeuw
B
18e eeuw
C
17e eeuw
D
21e eeuw

Slide 2 - Quizvraag

Bestudeer de bron en de vier kenmerkende aspecten van de tijd van de wereldoorlogen.
Bij welke kenmerkende aspecten past de bron het beste?
1 de Duitse bezetting en de jodenvervolging.
2 de economische wereldcrisis.
3 het racistisch en totalitair karakter van het nationaalsocialisme.
4 het totalitair karakter van het communistisch politiek systeem.
A
1, 2 en 3
B
3
C
1, 2, 3 en 4
D
1, 3 en 4

Slide 3 - Quizvraag

8: Tijd van burgers en stoommachines
1: Wat is geen kenmerkend aspect bij dit tijdvak?
A
De oprichting van politieke partijen
B
De emancipatie van arbeiders en vrouwen
C
De kolonisatie van Afrika en Noord-Amerika
D
De industrialisering van westerse landen

Slide 4 - Quizvraag

In welke eeuw was de Tijd van Burgers en Stoommachines?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 5 - Quizvraag

Welk samenlevingstype ontstaat in de tijd van burgers en stoommachines?
A
De autarkische samenleving
B
De industriële samenleving
C
De landbouwstedelijke samenleving
D
Samenleving van jagers en verzamelaars

Slide 6 - Quizvraag

Tijdvak 7 is de tijd van...
A
ontdekkers en hervormers
B
regenten en vorsten
C
pruiken en revoluties
D
burgers en stoommachines

Slide 7 - Quizvraag

7: Tijd van pruiken en revoluties
1: In welke van de onderstaande landen is er geen revolutie geweest in dit tijdvak?
A
Frankrijk
B
Nederland
C
Verenigde Staten
D
Rusland

Slide 8 - Quizvraag

Welk tijdvak zien we hier?
A
De tijd van steden en staten
B
De tijd van ontdekkers en hervormers
C
De tijd van monniken en ridders
D
De tijd van pruiken en revoluties

Slide 9 - Quizvraag

Tijd van Pruiken en Revoluties gaat over de
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 10 - Quizvraag

Dit tijdvak van de
Verlichting heet
A
Tijd van regenten en vorsten
B
Tijd van Steden en staten
C
Tijd van Pruiken en revoluties
D
Tijd van wereldoorlogen

Slide 11 - Quizvraag

Tijd van regenten en vorsten gaat over de
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 12 - Quizvraag

Welk tijdvak zien we hier?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van pruiken en revoluties
D
Tijd van regenten en vorsten

Slide 13 - Quizvraag

In 1588 werd de Republiek der Verenigde Nederlanden gesticht. In welke tijd was dat?
A
de tijd van steden en staten
B
de tijd van regenten en vorsten
C
de tijd van ontdekkers en hervormers
D
de tijd van monniken en ridders

Slide 14 - Quizvraag

Bij welk tijdvak hoort
deze persoon?
A
De tijd van de ontdekkers en hervormers
B
De tijd van de jagers en de boeren
C
De tijd van de steden en staten
D
De tijd van de regenten en vorsten

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer was de tijd van regenten en vorsten?
A
1900-2000
B
1700-1800
C
1600-1700
D
1500-1600

Slide 16 - Quizvraag

Maak het kenmerkend aspect af: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van .............
A
de tijd van regenten en vorsten
B
multinationals
C
een wereldeconomie
D
de Europese hervorming

Slide 17 - Quizvraag

De wetenschappelijke revolutie vond plaats in
A
Tijdvak 6: Tijd van Regenten en Vorsten
B
Tijdvak 5: Tijd van Ontdekkers en Hervormers
C
Tijdvak 7: Tijd van Pruiken en Revoluties
D
Tijdvak 8: Tijd van Burgers en Stoommachines

Slide 18 - Quizvraag

Tijd van Ontdekkers en Hervormers gaat over de
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 19 - Quizvraag

5: Tijd van ontdekkers en hervormers
1: Vanaf ongeveer 1500 zijn gaan Europeanen op ontdekkingsreis en vestigen zich in andere werelddelen.
Hoe noemen we die uitbreiding van Europese activiteiten buiten Europa?
A
Europese emigratie
B
Europese expansie
C
Europese revolutie
D
Europese reconquista

Slide 20 - Quizvraag

Gebruik bron en de drie kenmerkende aspecten van de tijd van ontdekkers en hervormers (A-C).
Bij welk kenmerkend aspect past de bron het beste?

A
de Opstand en het ontstaan van een onafhankelijke Nederlandse staat
B
de Reformatie en de splitsing van de christelijke kerk
C
het begin van de Europese overzeese expansie

Slide 21 - Quizvraag

Gebruik de bron en de drie kenmerkende aspecten van de tijd van ontdekkers en hervormers (A-C)

Bij welk kenmerkend aspect past de bron het beste?
A
de Opstand en het ontstaan van een onafhankelijke Nederlandse staat
B
de Reformatie en de splitsing van de christelijke kerk
C
het begin van de Europese overzeese expansie

Slide 22 - Quizvraag

In welk tijdvak hoort deze afbeelding thuis?
A
Tijd van ontdekkers en hervormers
B
Tijd van regenten en vorsten
C
Tijd van pruiken en revoluties
D
Tijd van burgers en stoommachines

Slide 23 - Quizvraag