H5 Spelling - Verledentijd van zwakke werkwoorden

H5 - Spelling
Verledentijd van zwakke werkwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H5 - Spelling
Verledentijd van zwakke werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben werkwoorden
en Pokémon met elkaar gemeen?

Slide 2 - Woordweb

Nou heel veel!
Wat gebeurt er als een Pokémon sterker wordt?

Slide 3 - Tekstslide

Hij verandert!
Hetzelfde gebeurt met werkwoorden in de VT. Daarom spreken we van zwakke- en sterke werkwoorden. 
Een sterk werkwoord verandert in de kern van vorm/klank en een zwak werkwoord blijft hetzelfde. (Je kunt er wel iets aan vastplakken, maar de stam blijft hetzelfde). 

Slide 4 - Tekstslide

Sleep het werkwoord naar de juiste Pokémon. Is het werkwoord geëvolueerd (veranderd) of niet?
Zwom
Winkelde
Keek
Lachte
Appte

Slide 5 - Sleepvraag

Wanneer is een werkwoord
een zwak werkwoord?

Slide 6 - Open vraag

Wanneer verandert een sterk werkwoord?

Slide 7 - Open vraag

Zwakke werkwoorden
Nu je het verschil weet tussen zwakke- en sterke werkwoorden gaan we door met de 'Pikachu's' en de 'Charmanders' van de werkwoorden: De zwakke werkwoorden.

Slide 8 - Tekstslide

Zwak werkwoord in VT
Je zet een zwak werkwoord in de verledentijd door:
Achter de ik-vorm -de(n) of -te(n) te zetten. 
Ik betaalde - wij betaalden
Ik lachte - wij lachten

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de verledentijd van:
Ik werk...

Slide 10 - Open vraag

Wat is de verledentijd van:
Ik blaf...

Slide 11 - Open vraag

Wat is de verledentijd van:
Ik verf...

Slide 12 - Open vraag

Wat was deze les nieuw voor jou?

Slide 13 - Woordweb