weer en klimaat - herhaling

       Weer en klimaat - herhaling
1 / 60
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

       Weer en klimaat - herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij weer en wat bij klimaat? Sleep het naar de juiste plek. 
Klimaat
Weer
Gemeten over 30 jaar
Kan elk moment veranderen
Een groot gebied
Een klein gebied

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De afbeelding die je net zag ging over:
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
diepteligging

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort waar bij. Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
lagedrukgebied
hogedrukgebied
weinig neerslag
veel neerslag
stijgende lucht
dalende lucht

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, regen en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer waait de wind het hardst?
A
Bij een hoge drukgebied
B
Bij een lage drukgebied
C
Als isobaren dicht bij elkaar staan
D
Als isobaren ver van elkaar staan

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regenwoud       Savanne           Steppe    Woestijn   Mediterraan
Mediterraan    Loofbos                Taiga              Toendra        IJs

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met taiga wordt bedoeld
A
loofbomen
B
palmbomen
C
naaldbomen
D
toendra

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je reist van Stockholm naar de Noordpool, kom je onderweg tegen:
- Naaldbos (taiga)
- Toendra
- Landijs

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vegetatiezone is....
A
Een gebied waar alleen vegetariers wonen
B
Een gebied met eigen soorten planten
C
Een gebied met heel veel verschillende plantensoorten
D
Een gebied met vergeten planten

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde van plantengordels (vegetatiezones) in de bergen?
(van onder naar boven)
A
Alpenweide, loofbomen, naaldbomen, kale rotsen, eeuwige sneeuw
B
loofbomen, naaldbomen, kale rotsen, alpenweide, eeuwige sneeuw.
C
loofbomen, naaldbomen, alpenweide, kale rotsen eeuwige sneeuw
D
Naaldbomen, loofbomen, alpenweide, kale rotsen, eeuwige sneeuw

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een vegetatiezone?
A
Natuurlandschap met verschillende begroeiing
B
Natuurlandschap met dezelfde begroeiing

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke klimaatzone vind je de grootste bevolkingsconcentraties?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk klimaatgebied zijn de zomers koel en de winters zacht?
A
droge klimaten
B
landklimaten
C
zeeklimaten
D
koude klimaten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 klimaten komen alleen op hoge breedte voor?
A
Tropisch klimaat, toendraklimaat
B
Toendraklimaat, Poolklimaat
C
Tropisch klimaat, savanneklimaat
D
Landklimaat, steppteklimaat

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een andere woord voor vegetatiezone is
....

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier? Een voorbeld van ...
A
intensieve veeteelt
B
extensieve landbouw
C
tertiaire sector
D
secundaire sector

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd zeeklimaat
D
Pool klimaat

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je een klimaatgrafiek van...
A
Middellandse zeeklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Savanne
D
blablabla

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je een klimaatgrafiek van...
A
Woestijn
B
Tropische regenwoud
C
Savanne
D
Steppe

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je een klimaatgrafiek van...
A
Woestijn
B
Tropische regenwoud
C
Savanne
D
Steppe

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je een klimaatgrafiek van...
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Maanklimaat :-)
D
Middellandse zeeklimaat

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je een klimaatgrafiek van...
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Middellandse zeeklimaat
D
Savanne klimaat

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welk schaalniveau heb je de klimaten en bevolkingsconcentratie nu bekeken in deze les?
A
Lokale schaal
B
Fruitschaal
C
Nationale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het grote windsysteem op aarde!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Windsysteem op aarde
Kringloop van lucht: windsysteem
Wind stroomt van H -> L





lage luchtdruk
gebieden ( L )
hoge luchtdruk gebieden ( H )
- rond de evenaar
- rond 60° NB 
- rond 60° ZB
- poolgebieden
- rond 30° NB 
- rond 30° ZB

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Buys Ballot

Slide 31 - Tekstslide

Beschrijving: Wet van Buys Ballot - Coriolliseffect

Je zou verwachten dat de lucht in een rechte lijn van een hoge- naar een lagedrukgebied stroomt. Maar alles wat op de aarde beweegt, krijgt een afwijking. Op het noordelijk halfrond naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links. Dit heet het Corioliseffect, vernoemd naar Gaspard de Coriolis.
De wet van Buys Ballot is een wet uit de meteorologie, genoemd naar de Nederlandse meteoroloog Christophorus Buys Ballot.
Op het noordelijk halfrond waait de wind van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied met een afwijking naar rechts, door de draaiing van de aarde om zijn as.

Door de algemene luchtcirculatie rondom de aarde kennen we gebieden met permanente hogedruk bij de subtropen en bij de polen. Globaal gezien ziet dat eruit zoals op de afbeelding is weergegeven maar o.a. door de wisseling van de seizoenen verschuiven deze zones en zo kennen we:
  • gebieden met hogedruk die vrijwel het hele jaar droog zijn zoals bij de polen en de subtropen,
  • gebieden waar het het hele jaar door geregeld regent zoals de gebieden bij de middelste breedtegraden,
  • gebieden waar het zomers overwegend droog is en 's winters nat
  • gebieden waar het zomers geregeld regent en 's winters overwegend droog blijft. 

Welk klimaat is er niet in de Verenigde Staten?
A
Hooggebergteklimaat
B
Gematigd zeeklimaat
C
Sneeuwklimaat
D
Tropisch regenwoudklimaat

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wet van Buys Ballot luidt:
A
De wind waait altijd van L naar H
B
De wind waait altijd van H naar L
C
De wind waait altijd van rechts naar links
D
De wind waait soms wel en soms niet

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tornado
Blizzard
Orkaan
Depressie

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering klopt niet?
A
Nl ligt in een gordel van lagedrukgebied
B
Grote delen van Spanje hebben een landklimaat
C
De droogtegrens in de VS ligt op 100 gr. OL
D
Zonne-energie is duurzaam

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rivier Colorado mond uit in
A
Atlantische oceaan
B
Grote oceaan
C
Golf of Mexico
D
Caribische zee

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de benamingen naar het juiste vak.
Test je kennis over het onderwerp van deze week!
Drie namen voor dezelfde begrip
orkaan / hurrican
cycloon
tyfoon

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

warme droge zomer, koude winter
zachte winters, koele zomer, hele jaar neerslag -> aanlandige wind!
warme droge zomers, zachte winter, neerslag in winter
neerslag < 200 mm per jaar
Mediteraan klimaat
Woestijn-klimaat
Landklimaat
Zeeklimaat

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij een orkaan?
A
windsnelheden tot 250km/uur
B
windsnelheden tot 120km/uur
C
windsnelheden tot 500km/uur
D
windsnelheden tot 600km/uur

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan deze fabriek doen om het versterkt broeikaseffect tegen te gaan
A
Geen koolzuurgas in de atmosfeer brengen.
B
Buiten gaan spelen
C
Geen fossiele brandstoffen meer gebruiken.
D
In warmere gebieden vestigen.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij een orkaan?
A
Doorsnede van 500-1000 km
B
Doorsnede van 1000km-2000km
C
Doorsnede van 50-100 cm
D
Doorsnede van 500-1000 m

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lagedrukgebieden
Depressie / storm
Tornado
Orkaan
Winbsnelheden soms meer dan 400km/u
Windsnelheden soms meer dan 250 km/u
Windsnelheden soms meer dan 100km/u 
Diameter honderde kilimeters (5,6,7...)
Diameter een paar honderd meter
Diameter rond 500 km

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Centraal-Azie
Midden-Oosten
Rusland
Zuid-Azië
Zuidoost-Azië
Oost-Azië

Slide 43 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

nuttige neerslag?

Slide 44 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Nuttige neerslag = neerslag die beschikbaar is voor gebruik, dus de neerslag minus de verdamping.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neerslag
Waterput
Aquifer
Infiltratie
Ondoorlaten-de laag

Slide 46 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde?
A
Damp, condensatie, afkoelen, regen, stijgende lucht
B
Condensatie, damp, stijgende lucht, regen, afkoelen.
C
Damp, stijgende lucht, afkoelen, condensatie, regen.
D
dit is allemaal onzin. Kabouters in de lucht maken de regen.

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is neerslag intensiteit?
A
De schade van neerslag die valt
B
Hoeveelheid neerslag die per uur of dag valt
C
De piekafvoer van de neerslag
D
Ongelijke neerslag verdeling

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanlandige wind in de winter zorgt voor
A
verkoeling bij een hoge luchtdruk
B
opwarming bij een lage luchtdruk
C
verkoeling
D
opwarming

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de begrippen op de juiste plaats!
Stuwings regen
Regen schaduw

Slide 50 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verdamping
rgen / sneeuw
Stuwings-regen
Stijgings-regens
Water zakt in de bodem.
Grondwater

Slide 51 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanlandige wind in de zomer zorgt voor
A
verkoeling
B
opwarming van de aarde
C
verkoeling bij een hoge luchtdruk
D
opwarming bij een lage luchtdruk

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt in het zuiden van de VS vooral verbouwd?
A
Graan
B
Mais
C
Katoen en suikerriet
D
Koffie en koffiemelk

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zonder broeikasgassen is het -18 graden op aarde. Over welk effect gaat het hier?
A
broeikaseffect
B
klimaatverandering
C
natuurlijk broeikaseffect
D
versterkt broeikaseffect

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spanje
1. Mediterraan klimaat
2. gematigd zee klimaat
3. landklimaat
4. steppeklimaat
5. hooggebergteklimaat

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 soorten regen ken je?

Slide 56 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 57 - Video

Deze slide heeft geen instructies

versterkte broeikaseffect

Slide 58 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 59 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 60 - Video

Deze slide heeft geen instructies