H-6 Straling Voorkennis Deel-1

infrarood en Ultraviolet
Hoofdstuk 6 Straling
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

infrarood en Ultraviolet
Hoofdstuk 6 Straling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is.
  • Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
  •  Je kunt aangeven waar infrarode en ultraviolette straling in het spectrum liggen.
  •  Je kunt lichtstralen tekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is.
Een golf of trilling is een 
beweging die zichzelf
herhaald rondom een 
evenwichtsstand.
Voorbeeld een blokje aan een veer.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is.
Elke golf heeft een golflengte en een amplitude.

Amplitude
Ander woord is 'uitwijking'. De afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand, uitgedrukt in meter.
Golflengte
De afstand die wordt afgelegd tijdens één hele trilling, uitgedrukt in meter.

Slide 5 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is.
Elke trilling heeft een 
trillingstijd en een frequentie.
Frequentie
Het aantal trillingen dat plaatvindt in een tijdsduur van één seconde, uitgedrukt in Hertz.
Trillingstijd
De tijdsduur die nodig is voor één hele trilling, uitgedrukt in seconde.

Slide 6 - Tekstslide

10

Slide 7 - Video

01:05
Geluid is een trilling die zich meestal door lucht verplaatst. Licht kan ook gezien worden als een "trilling".
Heeft licht ook lucht nodig om zich te kunnen verplaatsen?
A
ja
B
nee
C
weet ik niet

Slide 8 - Quizvraag

03:05
De trillingstijd is "de tijd van één volledige trilling".
Jeanette zit op een schommel en blijkt in één minuut 30 keer een beweging heen en weer te hebben gemaakt. Wat is de trillingstijd van deze schommel.
A
0,5 s
B
1 s
C
2 s
D
30 s

Slide 9 - Quizvraag

03:26
"Frequentie" is het aantal trillingen in één seconde.
Jeanette zit op een schommel. Ze blijkt in één minuut 30 keer een beweging heen en weer gemaakt te hebben. Wat is de frequentie van deze schommel?
A
0,5 Hz
B
1 Hz
C
2 Hz
D
30 Hz

Slide 10 - Quizvraag

04:19
De "amplitude" is de afstand van de evenwichtsstand tot de uiterste stand van een trilling. Voor geluid geldt:
hoe harder het geluid hoe .................... de amplitude.

Slide 11 - Open vraag

04:42
Vul in:
Een trilling is..........................

Slide 12 - Open vraag

05:32
De amplitude bij de stemvork is heel erg klein. Dat betekent het geluid is heel erg........................

Slide 13 - Open vraag

07:51
De luidsprekers "gaan even snel heen en weer". Er staan evenveel golfjes op het scherm. Dat betekent dat ................. van beide trillingen hetzelfde is.
A
amplitude
B
frequentie

Slide 14 - Quizvraag

08:12
Op het plaatje rechts is de trillingstijd kleiner. Dan is de frequentie.................de trilling op het plaatje links.
A
ook kleiner dan
B
groter dan
C
gelijk aan

Slide 15 - Quizvraag

08:55
'f' is in de formule f = 1/T de............................
uitgedrukt in .................

Slide 16 - Open vraag

09:13
In de formule T = 1/f staat de "T" voor.........
A
trillingstijd uitgedrukt in Hertz
B
trillingstijd uitgedrukt in seconde
C
frequentie uitgedrukt in Hertz
D
frequentie uitgedrukt in seconde

Slide 17 - Quizvraag

Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is.
Elke trilling heeft een 
trillingstijd en een frequentie.
Frequentie
Het aantal trillingen dat plaatvindt in een tijdsduur van één seconde, uitgedrukt in Hertz.
Trillingstijd
De tijdsduur die nodig is voor één hele trilling, uitgedrukt in seconde.
Elke golf heeft een golflengte en een amplitude.

Golflengte
De afstand die wordt afgelegd tijdens één hele trilling, uitgedrukt in meter.
Amplitude
Ander woord is 'uitwijking'. De afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand, uitgedrukt in meter.

Slide 18 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is.
f=T1
frequentie       f        Hertz                Hz
trillingstijd       T       seconden        s



Slide 19 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
Wit licht is opgebouwd uit meerdere kleuren. 
Je kunt deze kleuren zichtbaar maken met een prisma.
Je krijgt dan het spectrum te zien van wit licht, dat is de reeks kleuren waar het licht uit is samengesteld.

Slide 22 - Tekstslide

Je kunt aangeven waar infrarode en ultraviolette straling in het spectrum liggen.

Slide 23 - Tekstslide

Je kunt aangeven waar infrarode en ultraviolette straling in het spectrum liggen.
Er zijn 2 kleuren die wij niet kunnen zien. Onze ogen zijn daar niet gevoelig voor.
     Infrarood: IR
(staat boven rood in het spectrum)
     Ultra violet: UV
(staat onder violet in het spectrum)

Slide 24 - Tekstslide

Toepassingen van infrarood

Slide 25 - Tekstslide

Een leuk weetje
Slangen gebruiken infrarood straling om hun prooi mee te voelen. Slangen zijn blind, maar kunnen door warmte 
hun prooi vinden.

Slide 26 - Tekstslide

Infraroodsensor
  • Gevoelig voor infraroodstraling
  • Wordt gebruikt bij winkeldeuren, nachtkijkers etc.

Slide 27 - Tekstslide

Ultraviolet
  • Straling van de zon
  • Te veel UV-straling is slecht voor je
  • Zonnebrand
  • Zonnebanken

Slide 28 - Tekstslide

Een leuk weetje
Bijen gebruiken ultraviolete straling om te kunnen zien welke bloemen de meeste nectar bevatten.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Je kunt lichtstralen tekenen.

Slide 31 - Tekstslide