§2.1
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer ontstond er een landbouwsamenleving in Egypte?
A
5500 v.C.
B
5500 n.C.
C
10.000 v.C.
D
1000 n.C.
Slide 5 - Quizvraag
Wie zorgden er volgens de Egyptenaren voor de overstroming van de Nijl?
A
De ambtenaren van de farao
B
De boeren
C
De goden
D
De natuur
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een irrigatiesysteem?
A
Een systeem waarbij er meer regen wordt gemaakt
B
Een manier om de Nijl te laten overstromen
C
Een systeem om de goden te aanbidden zodat de Nijl overstroomt
D
Een systeem waarbij landbouwgrond kunstmatig wordt bevloeid
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit hoe het landbouwoverschot van de Egyptenaren leidde tot specialisatie in verschillende beroepen
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Waarom ontstonden de markten vooral naast de Nijl?
A
Dan was de markt voor iedereen en alle producten goed bereikbaar
B
Iedere Egyptenaar had een boot
C
Er was een markt op het water
D
Omdat de Nijl groot was, dus lekker veel plek
Slide 11 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit wat handel betekent
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
In Egypte ontstaat een landbouwstedelijke samenleving. Wat betekent dit?
A
Een samenleving waar de minderheid in steden woont en de meerderheid op het platteland
B
Een samenleving waar meerderheid in steden woont en de minderheid op het platteland
C
Een samenleving waar alle mensen in steden wonen
D
Een samenleving waar alle mensen op het platteland leven en boer zijn
