Drijven of zinken

Drijven of zinken.
Wij gaan onderzoeken wat blijft drijven en wat zinkt. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BasisschoolGroep 3,4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Drijven of zinken.
Wij gaan onderzoeken wat blijft drijven en wat zinkt. 

Slide 1 - Tekstslide

Vul in.
Bij de volgende pagina krijg je een woordweb. Kan jij nu al bedenken wat blijft drijven?

Slide 2 - Tekstslide

Drijven.

Slide 3 - Woordweb

2

Slide 4 - Video

02:11
Blijft de kruk drijven?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

07:04
Waarom blijft een bandje drijven, denk je?

Slide 6 - Open vraag

Bekijk de volgende afbeelding goed. (volgende pagina)

Slide 7 - Tekstslide

zinken
drijven

Slide 8 - Sleepvraag

Opdracht 1:  Ga buiten opzoek naar spulletjes. Onderzoek wat blijft drijven en wat zinkt. 

Slide 9 - Tekstslide

Welk materiaal heb jij gevonden? Wat bleef drijven?

Slide 10 - Open vraag

Waarom zinkt een groot bootje minder snel, dan een klein bootje?
A
hoe groter de boot, hoe meer watermannetjes het kunnen dragen.
B
Als de boot groot is, tillen minder watermannetjes.

Slide 11 - Quizvraag

Extra opdracht.
Ontwerp een boot, die zoveel mogelijk knikkers kan vervoeren. Je mag alle materialen gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel knikkers kan jouw boot dragen?

Slide 13 - Open vraag

Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Open vraag