3 Schuldig of onschuldig

Schuldig of onschuldig?
Paragraaf 5
Tekst
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Schuldig of onschuldig?
Paragraaf 5
Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen?
Lesbezoek                                                 De vorige les
 Filmpje                                                            Uitleg 
   Hw controle                                                 ZS werken   
                      Evaluatie                

Slide 2 - Tekstslide

De rechter beslist
Van politie, via officier...naar de rechter!

Vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Belangrijkste personen
  1. De verdachte geholpen door een advocaat.
  2. De officier van jusititie die wil bewijzen dat de verdachte schuldig is.
  3. De rechter die beslist of de verdachte schuldig is en wat voor straf hij krijgt.

Slide 5 - Tekstslide

Pech...naar de rechter!


  • dagvaarding (waarom, wanneer, waar)


  • rechtszitting 

Slide 6 - Tekstslide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 7 - Tekstslide


Hoe verloopt 

een rechtszaak?

Slide 8 - Tekstslide

Werkvorm; blz 138 lesboek 
Iedereen een kaartje met een rol (5 hoofdrollen)
We gaan samen de 8 stappen van een rechtzaak langs!
Als je alleen publiek bent, denk je na over de uitspraak van de rechter. Ben je het hiermee eens?

Slide 9 - Tekstslide

Casus
Een man zijn vrouw is ernstig ziek. De man kan geen medicijnen betalen. De buren hebben deze medicijnen wel. De buurman breekt in bij de buren om de medicijnen te stelen. Hij wordt opgepakt en de officier van justitie brengt de verdachte naar de rechter.

Slide 10 - Tekstslide


1. 
De opening


Naam & woonplaats

Slide 11 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor

Slide 12 - Tekstslide


3.
Het verhoor van de verdachte


Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Slide 13 - Tekstslide


4.

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.

Slide 14 - Tekstslide

5.


De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Slide 15 - Tekstslide


6. 
Het pleidooi



Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging

Slide 16 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Slide 17 - Tekstslide


8. 

De uitspraak



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later

Slide 18 - Tekstslide

Rechter geeft straf
  1. geldboete
  2. (voorwaardelijke) gevangenisstraf
  3. taakstraf
  4. Wie had een andere straf gegeven?

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Hw controle

ZS: Opdrachten 1,2,3,4,5,9,10,12,14 
Voor volgende week donderdag!

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen +Evaluatie

Slide 21 - Tekstslide