In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 12 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Slide 2 - Video
Gedrag wordt veroorzaakt door inwendige prikkels (prikkels die in het lichaam ontstaan) óf uitwendige prikkels (prikkels die je met zintuigen waarneemt).
Inwendige prikkels (zoals honger, dorst & hormonen) worden ook wel motivatie genoemd
Honger & dorst ; zorgen voor voedingsgedrag
Hormonen; zorgen voor voortplantingsgedrag
Slide 3 - Tekstslide
Wat is in het filmpje de inwendige prikkel voor de zeehond geweest om op de boot te klimmen?
A
Honger
B
Dorst
C
Angst
D
Eenzaamheid
Slide 4 - Quizvraag
Wat is in het filmpje de uitwendige prikkel voor de zeehond geweest om op de boot te klimmen?
A
Het zien van orka's
B
De geur van de orka's
C
Het zien van de boot
D
De aanval van orka's
Slide 5 - Quizvraag
timer
0:30000
Respons van de man op de boot
Slide 6 - Woordweb
Gedrag bestuderen
Gedrag wordt bij dieren meestal in het wild geobserveerd. Het bestuderen van gedrag gebeurt ook objectief (zonder mening).
Gedrag van dieren beschrijf je zo feitelijk en precies mogelijk met behulp van een ethogram & een protocol.
Gedrag bestuderen
Gedrag wordt bij dieren meestal in het wild geobserveerd. Het bestuderen van gedrag gebeurt ook objectief (zonder mening).
Gedrag van dieren beschrijf je zo feitelijk en precies mogelijk met behulp van een ethogram & een protocol.
Slide 7 - Tekstslide
Waarom mag je bij een onderzoek eigenlijk niet een dier in gevangenschap bestuderen?
timer
1:00
Slide 8 - Open vraag
Ethogram
Een ethogram is een uitvoerige beschrijving van alle soorten gedrag die een dier kan laten zien.
De studie van gedrag bij dieren noem je ethologie
Om het gedrag van een organisme te bestuderen moet je eerst een ethogram maken met daarin een beschrijving van de handelingen die voorkomen
Slide 9 - Tekstslide
Protocol
In een protocol staat een opsomming van de handelingen van het dier. Hiermee kun je o.a. zien hoe vaak een handeling voorkomt en of er een bepaalde volgorde is in de handelingen.
Vervolgens gebruik je de handelingen uit je ethogram in een protocol zodra je het organisme gaat bestuderen. Hiermee kun je o.a. zien hoe vaak een handeling voorkomt en of er ook gedragsketens voorkomen.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Maak een ethogram met daarin tenminste 2 verschillende soorten gedrag die de bidsprinkhaan heeft laten zien.
timer
1:00
Slide 12 - Open vraag
Gedragsketen
Gedragsketen
Bij diersoorten zijn bepaalde vormen van gedrag bij alle individuen van de soort gelijk. Zo vertonen veel dieren ook specifiek gedrag bij de voortplanting. Dit gedrag wordt ook wel paringsgedrag of balts genoemd. Een aantal handelingen worden in een vaste volgorde opgevolgd- een gedragsketen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
1
2
3
4
5
Het mannetje stoot met zijn kop tegen de borst van het vrouwtje
Het mannetje maakt indrukwekkende bewegingen met zijn vleugel
Het mannetje maakt een gorgelend geluid en loopt op het vrouwtje af
Het mannetje maakt zijn pupil telkens wijder en smaller
Het mannetje staat voor het nest en begroet het vrouwtje
Slide 15 - Sleepvraag
Bij de meeste organismen vindt de balts plaats als wisselwerking tussen twee soorten. [gedragsketen]
Het verschijnen van het vrouwtje is een uitwendige prikkel voor het mannetje, geeft een respons, wat weer een prikkel is voor het vrouwtje om een andere respons te vertonen, etc.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
De paringsdans van flamingo's is ook een voorbeeld van balts (of paringsgedrag), waarbij bepaalde prikkels voor een specifiek respons zorgen.
Sommige prikkels zorgen voor een sterker respons bij een organisme. Een prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het veroorzaken van een bepaald gedrag noem je een sleutelprikkel.
Slide 18 - Tekstslide
Welk stekelbaarsje uit de afbeelding heeft de meeste kans om tijdens het paringsseizoen aangevallen te worden?
A
#1
B
#3
C
#2
D
#4
Slide 19 - Quizvraag
Als een bepaalde sleutelprikkel sterk overdreven wordt (en voor een sterker respons zorgt) dan noemen we dit een supranormale prikkel
Ook mensen hebben te maken met sleutelprikkels & supranormale prikkels
Weinig sleutelprikkels
Veel sleutelprikkels
Supranormale prikkels
Slide 20 - Tekstslide
Supranormale prikkel
Sleutelprikkel
Een moeder geeft haar baby borstvoeding als deze begint met huilen
Vogeltjes meer geluid maken dan hun broertjes of zusjes krijgen ook meer eten van ouders
Meisjes hebben een voorkeur voor jongens die een goede lichaamsbouw en brede schouders hebben
Slide 21 - Sleepvraag
Gedrag wordt dus veroorzaakt door prikkels; maar waardoor is dat gedrag eigenlijk ontstaan?
Gedrag kan door erfelijke factoren worden veroorzaakt, maar kan ook door leerprocessen worden bepaald
Aangeboren gedrag: gedrag wat een organisme al vanaf de geboorte laat zien, en door erfelijke factoren is bepaald. Wordt bij dieren ook wel instinct genoemd.
Aangeleerd gedrag: gedrag wat bij een organisme ontstaat door leren. Door leerprocessen van uitwendige prikkels en soortgenoten gaat een organisme dit gedrag vertonen.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Gedrag kan ook een combinatie zijn van aangeboren en aangeleerd gedrag.
Gedrag kan je op verschillende manieren aanleren. Dit noem je leerprocessen
Gewenning: organisme vaak in een vervelende situatie plaatsen totdat ze eraan wennen en het minder erg gaan vinden.
Slide 24 - Tekstslide
Inprenting: organismen iets aanleren in hun gevoelige periode (een bepaalde, korte periode van je leven)- B.V. jonge dieren die hun moeder volgen.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
"Trail and error" - leren door fouten te maken. In de natuur zijn er veel organismen die proefondervindelijk leren. Dat betekent dat dieren leren van de ervaringen die ze opdoen bij bepaald gedrag.
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Conditionering- organismen iets leren met behulp van een beloning. Daarbij kun je een natuurlijke prikkel vervangen met een kunstmatige.
BV: Normaal gaan katten pas speeksel produceren zodra ze voedsel ruiken, maar als je altijd vóór het voedselmoment een belletje luid gaan de katten op een gegeven moment ook bij het belletje alleen al speeksel produceren.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
Sociaal gedrag
Bij paringsgedrag worden er signalen afgegeven door het mannetje aan het vrouwtje (of andersom). Deze signalen zorgen voor uitwendige prikkels die kunnen leiden tot een respons. Het afgeven van signalen is dus een vorm van communicatie.
Gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar noemen we sociaal gedrag- hierbij zijn de signalen van het ene individu de prikkels voor het andere individu. Signalen kunnen houdingen, geluiden, geuren, kleuren of gebaren zijn.
Slide 32 - Tekstslide
Soorten sociaal gedrag:
-Territoriumgedrag
[je eigen gebied verdedigen]
-Dreiggedrag
[Vaak kenmerken van vlucht & aanvalgedrag]
-Paringsgedrag
[balts die organismen uitvoeren bij voortplanting]
-Broedzorg
[ouders die voor kinderen zorgen]
-Rangorde
[meest dominante individu staat bovenaan de pikorde]
-Imponeer & verzoeningsgedrag
[gedrag in groepen om hogere rangorde te krijgen]
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Noem tenminste 2 verschillende soorten gedrag die het individu in het filmpje vertoonde.
timer
1:00
Slide 35 - Open vraag
Gedrag bij mensen
Gedrag bij mensen wordt veroorzaakt door erfelijke factoren en leerprocessen (net zoals bij dieren). Leren speelt wel een grotere rol bij mensen!
Voorbeelden aangeboren (erfelijk gedrag) bij mensen;
- Zuiggedrag
- Wenkbrauwgroet
- Uitdrukkingen bij woede/angst/vreugde
- Elkaar vluchtig begroeten (bekenden&onbekenden)
Slide 36 - Tekstslide
Rang (& pikorde) bij mensen
Ook mensen hebben een soort "rangorde" in de vorm van 'rollen'. Het gedrag dat je bij een bepaalde rol vertoont noem je rolpatroon
Een meisje van 15 vertoont heel anders gedrag als ze bij haar ouders zit / bij vriendinnen is / leerling in de klas is.
Veel menselijk gedrag berust op leerprocessen. Dit gebeurt o.a. tijdens de opvoeding, waarbij je als kind veel (on)bewuste signalen van ouders krijgt. Mede dankzij communicatie leert een kind zich sociaal te ontwikkelen.
Slide 37 - Tekstslide
Gedrag bij mensen en dieren
Verschillen: mensen kunnen beter communiceren en ontwikkelen
(of leren) daardoor sneller. Daarnaast kennen mensen ook normen (gedragsregels) en waarden (eerlijkheid, respect voor anderen, vrijheid, rechtvaardigheid)
Overeenkomsten: mensen zijn ook gevoelig voor prikkels (denk aan sleutel/supranormale prikkels bij mannen & vrouwen, instagramfilters, reclames, strips, speelgoed). Daarnaast zijn de meeste typen gedrag van dieren ook terug te vinden bij mensen;
Territoriumgedrag (in de bus/trein), Imponeergedrag (bij versieren), Dreiggedrag (breed maken, iemand strak aankijken met open ogen)