DeGeo hfd 7 les 3

India: Land van de Moesson
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

India: Land van de Moesson

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik §1 & 2

Slide 2 - Tekstslide

Wat is geen temperatuurfactor?
A
Hoogteligging
B
Breedteligging
C
Stijgingsregen
D
Zeestromen

Slide 3 - Quizvraag

''Hoe verder van zee hoe groter het temperatuurverschil tussen winter en zomer.'' Juist of onjuist?

A
Juist
B
Onjuist
C
Geen van beide

Slide 4 - Quizvraag

''Grand Canyon ligt in de lijzijde van een gebergte.'' Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
C
Geen van beide
D
Ik weet niet waar dat ligt.

Slide 5 - Quizvraag

Waar ontstaan orkanen?
A
Boven water bij een lagedrukgebied.
B
Boven water bij een hogedrukgebied
C
Boven land bij een lagedrukgebied
D
Boven land bij een hogedrukgebied

Slide 6 - Quizvraag

0

Slide 7 - Video

Wet van Buys Ballot
Lucht stroomt altijd van een hoogdrukgebied naar een laagdrukgebied.

Door de draaiing van de aarde buigt de wind af
-->het Coriolis effect

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les:
1 Je kent een manier om India in vier gebieden op te delen.
2 Je kent kenmerken van de vier verschillende gebieden.
3 Je weet welke invloed het verschuiven van het tropisch        
    minimum op de windrichting heeft.
4 Je weet welke invloed reliëf heeft op de neerslag.
5 Door welke twee redenen zijn er droge en natte tijden in India?

Slide 9 - Tekstslide

Ligging
Schiereiland

Noorden: gebergte (Himalaya)
Zuiden: Indische Oceaan
Noord-India
In het noorden wordt India begrenst door het Himalaya-gebergte.
Zuid-India
In het zuiden wordt India begrenst door de Indische Oceaan.

Slide 10 - Tekstslide

Indeling in vier gebieden
Op basis van reliëf:

  1. De Himalaya
  2. De Gangesvlakte
  3. Oost- en westkust 
  4. Het Hoogland van Dekan
Himalaya gebergte
Gangesvlakte
Van Delhi tot Kolkata vind je de gangesvlakte. Aan de voet van het Himalaya gebergte dus.
West- en oostkust
Dekan Hoogland

Slide 11 - Tekstslide

De Himalaya
Hooggebergte

Erg hoog
Veel sneeuw en ijs
Mount Everest: 8848 m
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.

Slide 12 - Tekstslide

Welk soort gebergte is het Himalayagebergte?
A
Jong gebergte
B
Oud gebergte

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

De Gangesvlakte
Laagvlakte

Dichtbevolkt gebied
Erg vruchtbaar
Gebied zonder hoogteverschillen, dat lager ligt dan 500 m.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Oost- en westkust
Smalle kustvlakten met daar vlak achter gebergten 
(Oost- en West Ghats)
Dichtbevolkt gebied

Westen: tropisch regenwoud

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoogland van Dekan
Hoogvlakte

Droog >
regenschaduw West-Ghats
Steppe en savanne

Vlak of zachtgolvend gebied dat meer dan 500 m hoog ligt.


Slide 19 - Tekstslide

Lesdoelen check

1 Je kent een manier om India in vier gebieden op te delen.
2 Je kent kenmerken van de vier verschillende gebieden.

Slide 20 - Tekstslide

Op welk kenmerk is India ingedeeld in 4 gebieden?
A
Neerslag
B
Godsdienst
C
Reliëf
D
Natuurrampen

Slide 21 - Quizvraag

Sleep het onderdeel naar de juiste plaats!
Hoog
gebergte
Laagvlakte
Tropische regenwouden

Slide 22 - Sleepvraag

Waardoor is de laagvlakte vruchtbaar?
A
Door het tropisch regenwoud
B
Door het hooggebergte
C
Door de rivier
D
Door de steppe

Slide 23 - Quizvraag

Leerdoel 3

De loodrechte stand van de zon staat niet altijd precies op de evenaar, maar ‘loopt’ heen en weer tussen de keerkringen. Het tropisch minimum verschuift met de loodrechte stand van de zon mee.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Maart/September

Slide 27 - Tekstslide

Januari

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Juli

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Leerdoel 4
Stuwingsregen

Wind botst tegen Himalaya >
stijgt op > koelt af > regen

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoel 2.              Wat valt je op?

Slide 35 - Tekstslide

Leg uit waardoor het tropisch minimum verschuift.

Slide 36 - Open vraag

Wat is een ander woord voor het begrip ''minimum''?
A
Lagedrukgebied
B
Laagvlakte
C
Hoogvlakte
D
Hogedrukgebied

Slide 37 - Quizvraag

Leerdoel 5
Door welke twee redenen zijn er droge en natte tijden in India?

Slide 38 - Tekstslide

0

Slide 39 - Video

nat, natter, natst
Het record van natste plek op aarde in het Guinness Book of Records is in handen van de plaats Cherrapunji. Tijdens de natste maand viel er ruim 9 meter neerslag! En 26 meter over een heel jaar! 

Slide 40 - Tekstslide

Cherrapunji

Slide 41 - Tekstslide

Ligging verklaart neerslag?

Slide 42 - Tekstslide

Klimaatdiagram van Cherrapunji.
Wat vindt je opvallend hieraan?

Slide 43 - Tekstslide

Moesson
 Er is in India dus geen echte zomer en winter, zoals bij ons. Wel zijn er grote verschillen in neerslag. Die zorgen voor twee seizoenen: een droge en een natte tijd. Dat heeft te maken met de halfjaarlijks van richting wisselende wind, de moesson . Het woord ‘moesson’ komt van het Arabische woord mausim wat ‘seizoen’ betekent.

Slide 44 - Tekstslide

Winter in india?
Zomer in india?

Slide 45 - Tekstslide

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Klik op 'bewaren' als je je antwoord hebt ingevuld!

Slide 46 - Open vraag

Huiswerk
Maken paragraaf 3
Lezen paragraaf 4 (en bijbehordende teksten)

Slide 47 - Tekstslide