Gezond bewegen - H4 gezondheid

Gezond bewegen
Je kunt uitleggen hoeveel je iedere dag moet bewegen om gezond te blijven

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidskundePraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gezond bewegen
Je kunt uitleggen hoeveel je iedere dag moet bewegen om gezond te blijven

Slide 1 - Tekstslide

Gezond bewegen

Slide 2 - Woordweb

Bewegen
Bewegen is belangrijk voor je lichaam:
1. LONGEN -> Dieper ademhalen
2. BLOEDVATEN -> Bloed pompt goed door lichaam
3. CONDITIE  -> minder snel moe
4. SPIEREN -> worden sterken
5. GEWRICHTEN -> blijven soepel. 
6. SLANK BLIJVEN -> je verbruikt energie. Minder snel dik
7. ONTSPANNEN -> goed tegen stress
8. BETERE WEERSTAND -> minder snel ziek 

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel dagen in de week moet je bewegen?
A
1 dag
B
2 dagen
C
4 dagen
D
7 dagen - elke dag

Slide 4 - Quizvraag

Hoelang moet je per dag bewegen
A
minimaal 15 minuten
B
Minimaal 30 minuten
C
minimaal 1 uur
D
minimaal 2 uur

Slide 5 - Quizvraag

Welke beweging moet je elke dag 30 minuten doen?
A
Wandelen
B
intensief sporten

Slide 6 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van hoe je heel snel meer kunt bewegen

Slide 7 - Open vraag

Waarom is bewegen goed voor je LONGEN

Slide 8 - Open vraag

Waarom is bewegen goed voor je HART EN BLOEDVATEN

Slide 9 - Open vraag

Waarom is bewegen goed voor je SPIEREN

Slide 10 - Open vraag

Waarom is bewegen goed voor je GEWRICHTEN

Slide 11 - Open vraag

https://schooltv.nl/video-item/katjas-bodyscan-in-de-klas-wat-doet-beweging-met-je

Slide 12 - Tekstslide

Deel 2 
vanaf blz 62

Slide 13 - Tekstslide

Wat doe jij aan bewegen?
ik ga iedere dag een stukje wandelen (hond uitlaten)
ik ga met de fiets naar school
ik zit op een sport
ik beweeg 5 tot 7 dagen per week 30 minuten per dag

Slide 14 - Poll

Wat kun jij doen om meer te bewegen?

Slide 15 - Open vraag

conditie 
Heb jij een goede conditie?
dan kun je beweging lang volhouden.
Je bent niet snel moe en je raakt niet snel buiten adem. 

Slide 16 - Tekstslide

mijn conditie is
A
goed
B
voldoende
C
slecht

Slide 17 - Quizvraag

Mijn conditie kan ik verbeteren
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

conditietest 
Wat: we gaan onze conditie testen
Hoe: Hartslag  testen bij stil zitten, rennen, hartslag testen na rennen 

Slide 19 - Tekstslide

Hartslag testen stil zitten
1. Leg 2 vingers op je pols 
2. tel 60 seconden je hartslag 
3. Schrijf op wat je hartslag per
minuut is. 


timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Rennen
1. Rustig naar beneden lopen
2. Ren een rondje om de school
3. Loop rustig de trap weer op en ga direct naar het lokaal terug 
4. Meet je hartslag nu nog een keer. Schrijf dit op. 

Slide 21 - Tekstslide

Hartslag testen na rennen
1. Leg 2 vingers op je pols 
2. tel 60 seconden je hartslag
3. Schrijf op wat je hartslag per
minuut is. 


timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide