Herhaling: degrees of comparison - 2


Degrees of comparison

Trappen van vergelijking
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Degrees of comparison

Trappen van vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

What do you remember?

Slide 2 - Woordweb

-er / -est
Bij woorden van één lettergreep gaan de trappen als volgt:

big - bigger than - the biggest
tall - taller than - the tallest
white - whiter than - the whitest

Slide 3 - Tekstslide

more / most
Bij woorden van twee of meer lettergrepen gaan de trappen als volgt:

beautiful / more beautiful than / the  most beautiful
interesting / more interesting than / the most interesting
stunning / more stunning than / the most stunning

Slide 4 - Tekstslide

as ... as
Als je wilt zeggen dat 2 dingen (bijna) hetzelfde zijn dan gebruik je as ... as (net zo ... als)

You're as tall as my brother.
She is as old as her cousin.
Your girlfriend is almost as pretty as mine.

Slide 5 - Tekstslide

Uitzondering 1
Woorden van twéé lettergrepen op -y krijgen ook -er / -est

Happy / Happier than / The happiest

Pretty / Prettier than / The prettiest

Slide 6 - Tekstslide

Uitzondering 2
Uit je hoofd leren
Good / better than / the best
Bad / worse than / the worst
Little / smaller than / the smallest (size)
Little / less than / the least (quantity)
many - much / more than / the most

Slide 7 - Tekstslide

Exercise 1
Fill in the missing form of the degrees of comparison

Protip: don't forget your the and than

2 open spaces? separate them with -
e.g. tall - ___ - ___    --->  taller than - the tallest

Slide 8 - Tekstslide

big - ____ - the biggest

Slide 9 - Open vraag

rude - ruder than - ____

Slide 10 - Open vraag

silly - ____ - _____

Slide 11 - Open vraag

boring - ____ - ____

Slide 12 - Open vraag

amazing - ___ - ___

Slide 13 - Open vraag

Exercise 2
Fill in the correct form of the degrees of comparison

Use the sentence to figure out which one it should be.

type only the missing words.

Slide 14 - Tekstslide

My friend is ____ my brother. (fat)

Slide 15 - Open vraag

It's a watermelon inside a watermelon, it's ____ thing I've ever seen! (beautiful)

Slide 16 - Open vraag

She is ____ at English than her classmates. (good)

Slide 17 - Open vraag

English is _____ French. (interesting)

Slide 18 - Open vraag

He is ____ her sister. (scary)

Slide 19 - Open vraag

This is ____ film I've seen. (terrifying)

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Link

Exercise 4
Extra practice: Adverbs of Frequency

Put the sentences in the correct order

Type the whole sentence

Slide 22 - Tekstslide

They go to the movies. (often)

Slide 23 - Open vraag

She listens to classical music. (rarely)

Slide 24 - Open vraag

He reads the local newspaper. (sometimes)

Slide 25 - Open vraag

Sara smiles. (never)

Slide 26 - Open vraag

She complains about her husband. (always)

Slide 27 - Open vraag

I drink coffee. (sometimes)

Slide 28 - Open vraag