Le Classicisme

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Introduction
  • Globaal de 17de eeuw. Achteraf betiteld als Le Grand Siècle omdat deze eeuw de grote schrijvers Molière, Racine en La Fontaine voortbrengt. 
  • Het classicisme is verbonden met Louis XIV, de Zonnekoning (le Roi soleil). Louis XIV staat voor absolute macht. Hij bepaalt niet alleen politiek wat er gebeurt, maar heeft ook veel invloed op de kunst en literatuur. De belangrijkste auteurs uit deze tijd zijn in dienst van Louis XIV en werken aan het hof van Versailles. De kunst is dus eigenlijk staatskunst. Wat niet bij de koning in de smaak valt, wordt gecensureerd.  

Slide 2 - Tekstslide

le Classicisme
  • La société : le grand siècle | l'État c'est moi
  • Les arts : l'architecture | la musique | les arts plastiques
  • La littérature : tragédie : Pierre Corneille & Jean Racine | comédie : Molière | fables : Jean de la Fontaine

Slide 3 - Tekstslide

La société - 17e eeuw
  • Le grand siècle : tijd van ondernemingszin, aanzien in de wereld en grote welvaart. In Nederland ook wel 'de Gouden eeuw'. Frankrijk was een belangrijke natie in die tijd
  • L'État c'est moi : Louis XIV aka Le Roi Soleil; werd koning toen hij 4 jaar was: vanaf zijn 18e (1661) regeerde hij alleen 'Monarchie absolue'

Slide 4 - Tekstslide

Het Classicisme valt min of meer samen met de regeerperiode van Louis XIV
ook wel de Zonnekoning genoemd
Rechts zie je Louis XIV afgebeeld als kind. 
Hij werd op kleuterleeftijd al koning wegens het overlijden van zijn vader, Louis XIII.
Zijn moeder, Anne d’Autriche treedt op als regentes.

Slide 5 - Tekstslide

'L'état, c'est moi!'

Slide 6 - Tekstslide

Louis XIV
  • Louis XIV liet ook Versailles bouwen. Hierin zie je het classicisme terug: symmetrische tuinen, hofhouding met strikte etiquette en hiërarchie. Tot dan woonde hij op het Louvre, dat voorheen een paleis was van de koningen.
  • Louis XIV danst graag in zijn eigen theater. Zijn favoriete stuk is het Ballet de la nuit. Hierin speelt hij le Roi soleil. Hij is het middelpunt van het heelal en verjaagt met zijn stralen de macht. De rol maakt duidelijk dat Louis XIV zichzelf ziet als middelpunt van de wereld en als Gods vertegenwoordiger op aarde. 

Slide 7 - Tekstslide

Louis XIV, la suite
  • Ondertussen heeft de bevolking te lijden onder Louis XIV. Er heerst armoede en het volk moet hoge belastingen betalen om de pracht en praal van het regime te kunnen betalen. Protestanten wordt hun godsdienstvrijheid afgenomen. Ook moet ieder kind tot 14 jaar naar school. Dit lijkt sympathiek, maar voorheen gaven rijken thuis les, dit was niet te controleren door de overheid. Op scholen krijgen leerlingen verplicht les van een katholieke docent in dienst van de staat. De verspreiding van het protestantse denken wordt zo tegengegaan. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

le français
  • In de 17de eeuw bestaat hét Frans nog steeds niet echt. Louis XIV wil één taal die nauwkeurig omschreven is en richt de Académie Française op met als doel 'de taal te zuiveren van alle vuiligheid waarmee ze is besmeurd'. Er komen strenge regels voor de spelling en ook een woordenboek. Helderheid en logica worden de kenmerken van de Franse taal. Deze taalpolitiek is bedoeld om het Frans in de literatuur te laten bloeien. Daarnaast is het ook een manier voor de koning om duidelijke taal te kunnen spreken naar onderdanen en dus meer macht uit te oefenen. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

La littérature
  • Nadruk lag vooral op toneel: aangenaam en leerzaam vermaak 
  • Les règles: la règle des trois unités + la bienséance + la vraisemblance
  • La tragédie :  Jean Racine
  • la tragi-comédie: Pierre Corneille 
  • La comédie : Molière (comédie-ballet)
  • Les fables: Jean de la Fontaine

Slide 13 - Tekstslide

literatuur in de 17e eeuw
  • De klassieke oudheid is een belangrijke inspiratiebron. Dit is al zo tijdens de renaissance, maar er zijn verschillen. De invloed van de klassieken wordt meer ingebed in de cultuur van die tijd. Translatio, imitatio en aemulatio. (Vertaling-imitatie - verbetering (tov je voorganger))
  • Literatuur is bedoeld om van te leren en mensen op te voeden  maar tegelijkertijd te plezieren (plaire et instruire). De les wordt vaak verpakt in een dierenverhaal of komedie. 
  • In het theater wordt veel katharsis (loutering) toegepast: de toeschouwer wordt geschokt door wat hij ziet, leert ervan en wordt een beter mens. 

Slide 14 - Tekstslide

 la tragédie
  • le genre noble
  • en 5 actes, en alexandrins
  • personnages illustres: rois, princes, héros
  • sujet historique ou de la mythologie
  • la règle des 3 unités, la bienséance et la vraisemblance
  • le but est de montrer la catastrophe fatale des passions humaines
  • la pièce finit souvent par une mort
  • effet sur le spectateur de catharsis (purgation des passions humaines)


la comédie
  • genre plus léger
  • les personnages sont des gens ordinaires
  • sujet à la sphère intime, familiale
  • le but est de faire rire le public en se moquant des défauts des personnages
  • la fin est heureuse le plus souvent
  • plaire et instruire: une leçon moraliste 

la tragi-comédie
  • genre hybride qui mêle des éléments des 2 genres.
  • une intrigue dramatique avec une fin heureuse

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Pierre Corneille
1606-1684
genre tragi-comedie, tragedie
belangrijkste werken: Médée, Le Cid, Horace, totaal 32 werken
Lid van de Académie française.
De held overwint zijn hartstochten.
Le dilemme cornélien: er moet gekozen worden tussen twee onmogelijke situaties: de liefde of de eer (l'honneur)
In Le Cid hield hij zich niet helemaal aan de regels van de drie-eenheid. Hij heeft dit stuk later herschreven en er een echte tragedie van gemaakt. De Académie française was niet tevreden over bepaalde personages en het overtreden van regels van de 3 eenheid en legde hem op het aan te passen. Uiteindelijk heeft hij dat gedaan.

Slide 17 - Tekstslide

Les comédies de Molière
  • Molière (1622-1673) is een van de belangrijkste auteurs uit de 17de eeuw. Hij                                      werkt aan het hof van Louis XIV, samen met hofcomponist Lully. 
  • 36 toneelstukken op zijn naam, vooral komedies: vrolijke theaterstukken met als doel het publiek te amuseren. Komedies gaan meestal over gewone mensen en zijn geschreven in spreektaal. In het classicisme worden komedies geschreven om de toeschouwer een les te leren. 
  • Plaire et instruire zie je bij Molière duidelijk terug. Hij zet personages neer waarin de zwakheden van de mens extreem zijn uitvergroot (l'avare; le malade imaginaire) om mensen aan het lachen te maken en ze een moraal mee te geven. 
  • Belangrijkste werken: les Précieuses ridicules, Dom Juan, l'Avare, le malade imaginaire

Slide 18 - Tekstslide

Vocabulaire voor filmpje over Molière
il multiplie les casquettes: hij heeft veel talenten
la perruque: de pruik
le tapissier: de tapijtmaker
la foire: de kermis
le saltimbanque: de circusartiest
le comédien: de toneelspeler
effrayant: beangstigend
la tentation: de verleiding
il fonde (fonder): hij sticht
Personne n'a jamais su: Niemand heeft ooit geweten
une farce: een klucht

ce n'est pas n'importe qui: dat is niet zomaar iemand
avoir le trac: plankenkoorts hebben, zenuwachtig zijn
bailler: gapen
le parain: de peetoom

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Les tragédies de Racine 
  • Racine (1639-1699) is beroemd om zijn tragedies: ernstige                        toneelstukken met een verhaal dat slecht afloopt. Het genre is gebaseerd op voorbeelden uit de klassieke oudheid. 
  • Classicistisch toneel moet aan strenge regels voldoen. De belangrijkste eis, afkomstig van Aristoteles, is la règle des trois unités (de regel van de drie eenheden): het verhaal moet zich afspelen binnen 24u (eenheid van tijd), op één plek (eenheid van plaats) en het moet zich beperken tot één verhaallijn (eenheid van handeling). Reden: het moet waarachtig zijn (la vraisemblance).

Slide 21 - Tekstslide

Les tragédies de Racine
  • Daarnaast geldt de eis van de bienséance (welvoeglijkheid): er mag geen bloed vloeien op het toneel en schokkende gebeurtenissen moeten verhuld worden weergegeven.  Dus niet op het toneel, maar ze werden verteld in een monoloog of een dialoog.
  • Verder is het principe van katharsis belangrijk. De toeschouwer kan geschokt zijn door wat hij ziet, maar hij gaat als beter mens weg, gezuiverd.
  • Belangrijkste werken: Andromaque, Phèdre, Alexandre le grand (15 tragedies)

Slide 22 - Tekstslide

Les fables de La Fontaine
  • Als schrijver mag je in de 17de eeuw geen kritiek hebben op de macht. Er zijn schrijvers die wél kritiek uiten, al is het niet openlijk.
  • Literaire middelen om de kritiek in te verpakken zijn bijv. fabels. Jean de la Fontaine (1621-1695) amuseert mensen met een leuk dierenverhaal maar houdt hun tegelijkertijd een spiegel voor.
  • Het genre fabel dateert uit de klassieke oudheid: de dichter Aesopus (ca.620-560 voor Chr) schreef dierenverhalen waarop hij menselijk gedrag op een symbolische manier aan de kaak stelde. Daarna zijn er door de eeuwen heen meerdere schrijvers geweest die dit genre gebruikten.

Slide 23 - Tekstslide

Une fable, qu'est-ce que c'est?
  • un petit récit, généralement en vers très vivant et agréable
  • des personnages imaginaires, hommes, bêtes, végétaux ou objets
  • descriptions des comportements et des lieux
  • des dialogues entre deux personnages
  • à la fin il y a une leçon didactique, une moralité
  • fiction et réalité sont étroitement liées: la situation et les acteurs sont totalement inventés, mais le problème posé est réel et concerne l'être humain
  • l'opinion personnelle de l'auteur sur un aspect de la société ou de l'homme, dissimulée à cause de la censure
  • le lecteur est plus facilement convaincu de changer son comportement s'il n'est pas adressé directement.


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

De krekel en de mier
De krekel sjirpte dag en nacht, zo lang het zomer was,
Wijl buurvrouw mier bedrijvig op en neer kroop door 't gras
"Ik vrolijk je wat op," zei hij. "Kom, luister naar mijn lied."
Zij schudde nijdig met haar kop: "Een mier die luiert niet!"
Toen na een tijd de vrieswind kwam, hield onze krekel op.
Geen larfje of geen sprietje meer: droef schudde hij zijn kop.
Doorkoud en hongerig kroop hij naar 't warme mierennest.
"Ach, juffrouw mier, geef alsjeblieft wat eten voor de rest
Van deze barre winter. Ik betaal met rente terug,
Nog vóór augustus, krekelwoord en zweren doe 'k niet vlug!"
"Je weet dat ik aan niemand leen,"
Zei buurvrouw mier toen heel gemeen.
"Wat deed je toen de zon nog straalde
En ik mijn voorraad binnenhaalde?"
"Ik zong voor jou," zei zacht de krekel.
"Daaraan heb ik als mier een hekel!
Toen zong je en nu ben je arm.
Dus dans nu maar, dan krijg je 't warm!"
Wie leeft van kunst gaat door voor gek.
Vaak lijdt hij honger en gebrek.





Slide 27 - Tekstslide

Le Corbeau et le Renard
Maître corbeau, sur un arbre perché,
        Tenait en son bec un fromage.
Maître renard par l'odeur alléché ,
        Lui tint à peu près ce langage :
        «Et bonjour Monsieur du Corbeau.
Que vous êtes joli! que vous me semblez beau!
        Sans mentir, si votre ramage
        Se rapporte à votre plumage,
Vous êtes le phénix des hôtes de ces bois»
A ces mots le corbeau ne se sent pas de joie;
        Et pour montrer sa belle voix,
Il ouvre un large bec laisse tomber sa proie.
Le renard s'en saisit et dit: "Mon bon Monsieur,
            Apprenez que tout flatteur
Vit aux dépens de celui qui l'écoute:
Cette leçon vaut bien un fromage sans doute."
        Le corbeau honteux et confus
Jura mais un peu tard , qu'on ne l'y prendrait plus.




De raaf en de vos
Meester raaf zat in een eikeboom.
Hij klemde in zijn bek een heerlijk brokje Gouda.
Meester vos, gelokt door deze droom
Van geur, keek op en sprak: "Doctor honoris causa,
U met uw wijs en alziend oog
En met uw glanzend zwarte toog,
Als ook uw stemorgaan zo mooi is als uw veren
dan moet toch ieder dier u als een feniks eren!"
Meester raaf, ontroerd door zoveel eer,
Wipte van tak tot tak en boog zich wat naar voren,
Keek toen trots over zijn snavel neer
Op meester vos en om zijn stem te laten horen
Gaapte hij met zijn bek héél wijd.
Maar ja, de kaas was hij toen kwijt.
Hij hapte er nog naar, keek treurig naar beneden.
De vos pakte zijn prooi en fleemde toen tevreden:
"Denk eraan, mijn waarde heer,
Elke vleier schenkt zijn eer
Aan door 't lot verwende vrinden
Die zichzelf belangrijk vinden.
Deze wijze les, helaas,
Kost u wel dit brokje kaas!"
Beschaamd verborg de raaf zich in de eiketakken
En kraste toen wat laat: "Mij zul je niet meer pakken!"





De raaf en de vos
Meester raaf zat in een eikeboom.
Hij klemde in zijn bek een heerlijk brokje Gouda.
Meester vos, gelokt door deze droom
Van geur, keek op en sprak: "Doctor honoris causa,
U met uw wijs en alziend oog
En met uw glanzend zwarte toog,
Als ook uw stemorgaan zo mooi is als uw veren
dan moet toch ieder dier u als een feniks eren!"
Meester raaf, ontroerd door zoveel eer,
Wipte van tak tot tak en boog zich wat naar voren,
Keek toen trots over zijn snavel neer
Op meester vos en om zijn stem te laten horen
Gaapte hij met zijn bek héél wijd.
Maar ja, de kaas was hij toen kwijt.
Hij hapte er nog naar, keek treurig naar beneden.
De vos pakte zijn prooi en fleemde toen tevreden:
"Denk eraan, mijn waarde heer,
Elke vleier schenkt zijn eer
Aan door 't lot verwende vrinden
Die zichzelf belangrijk vinden.
Deze wijze les, helaas,
Kost u wel dit brokje kaas!"
Beschaamd verborg de raaf zich in de eiketakken
En kraste toen wat laat: "Mij zul je niet meer pakken!"

Slide 28 - Tekstslide

De raaf en de vos
Meester raaf zat in een eikeboom.
Hij klemde in zijn bek een heerlijk brokje Gouda.
Meester vos, gelokt door deze droom
Van geur, keek op en sprak: "Doctor honoris causa,
U met uw wijs en alziend oog
En met uw glanzend zwarte toog,
Als ook uw stemorgaan zo mooi is als uw veren
dan moet toch ieder dier u als een feniks eren!"
Meester raaf, ontroerd door zoveel eer,
Wipte van tak tot tak en boog zich wat naar voren,
Keek toen trots over zijn snavel neer
Op meester vos en om zijn stem te laten horen
Gaapte hij met zijn bek héél wijd.
Maar ja, de kaas was hij toen kwijt.
Hij hapte er nog naar, keek treurig naar beneden.
De vos pakte zijn prooi en fleemde toen tevreden:
"Denk eraan, mijn waarde heer,
Elke vleier schenkt zijn eer
Aan door 't lot verwende vrinden
Die zichzelf belangrijk vinden.
Deze wijze les, helaas,
Kost u wel dit brokje kaas!"
Beschaamd verborg de raaf zich in de eiketakken
En kraste toen wat laat: "Mij zul je niet meer pakken!"



Kost u wel dit brokje kaas!"
Beschaamd verborg de raaf zich in de eiketakken
En kraste toen wat laat: "Mij zul je niet meer pakken!"

Slide 29 - Tekstslide

De pruikentijd (die tot in de 19e eeuw zou duren) begon met Louis XIV. Weet jij waarom hij ermee begon?
A
Hij had stijl haar en wilde graag krullen
B
Hij was kaal als gevolg van roodvonk
C
Hij was het zat om dagelijks een uur bij de kapper te moeten zitten
D
Hij vond een grote haardos passen bij het koningschap

Slide 30 - Quizvraag

Waarom schreef Jean de la Fontaine fabels?
A
Om politieke en maatschappelijke kritiek te kunnen uiten
B
Omdat hij van dieren hield
C
Omdat hij dieren beter vond dan mensen
D
Omdat hij alleen voor kinderen schreef

Slide 31 - Quizvraag

Dit is een van de tuinen van Versailles. Welke regels van het Classicisme zie je hier terug?

Slide 32 - Open vraag

Molière trad met zijn Troupe du Roi op tijdens de dagen durende feesten die Louis XIV in de tuinen van Versailles organiseerde 

Luister maar eens naar het volgende geluidsfragment. 

Slide 33 - Tekstslide