2.4 Blessures

2.4 Blessures
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.4 Blessures

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Welkom
Herhaling
Nieuwe stof uitleg : 
 'Uitleg paragraaf 2.4'
Aan de slag
- Maak een start met werkboekopgaven en kijk deze na!
Klassikale afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4 Blessures
1. Kun je uitleggen wat een blessure is en hoe deze kunnen ontstaan?
2. Kun je uitleggen wat een botblessure is en hoe deze behandeld wordt?
3. Kun je 2 typen gewrichtsblessures benoemen en vertellen hoe deze ontstaan en behandeld worden.
4. Kun je 4 soorten spierblessures benoemen en uitleggen hoe deze ontstaan en behandeld worden?
5. Kun je 4 manieren benoemen om blessures te voorkomen?
6. Kun je uitleggen wat een goede lichaamshouding is?
Havo: Kun je beschrijven wat een voetbalknie is en hoe een voetbalknie ontstaat?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Blessure: een beschadiging aan je botten, gewrichten en spieren.
  • Botblessure
Botbreuk: een bot is gebroken. Een arts opereert of zet de botstukken.
  • Gewrichtsblessures
Ontwrichting: Gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.
Verstuiking/verzwikking: het gewrichtskapsel rekt te ver uit of scheurt in.


Slide 5 - Tekstslide

  • Spierblessures
Spierpijn: er blijven afvalstoffen in de spier achter.
Spierkneuzing: er zijn bloedvaatjes in de spier stukgegaan.
Spierkramp: een spier trekt plotseling samen.
Spierscheuring/zweepslag: er ontstaat een scheurtje in de spier.

Slide 6 - Tekstslide

Ontwrichting

Slide 7 - Tekstslide

Botbreuk

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Blessures voorkomen
Beschermende middelen
Intapen
Warming-up
Cooling-down: hierdoor worden afvalstoffen afgevoerd

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Lichaamshouding
De manier waarop je zit, staat en beweegt. 
Fout tillen :  met gebogen rug, kraakbeenschijven worden op een punt in elkaar gedrukt.
Goed tillen : met rechte rug, vanuit de benen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welke blessure heb je zelf gehad?

Slide 16 - Woordweb


Geef een definitie (uitleg) voor het begrip blessure.

Slide 17 - Open vraag

LESS 
Blessure 
  • Is een beschadiging aan je spieren, botten of gewrichten. 

Naast een blessure heb je ook spierpijn.

Slide 18 - Tekstslide


Wat is het verschil tussen een handicap en een blessure?
A
Een blessure geneest, een handicap niet
B
Een handicap geneest, een blessure niet

Slide 19 - Quizvraag


Hoe kan je een blessure voorkomen?

Slide 20 - Open vraag


Welke van onderstaande keuzes is een blessure aan bot of gewricht?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek

Slide 21 - Quizvraag


Kies het juist antwoord:
"Welke blessure moet je koelen?"
A
Bij een verzwikking
B
Bij een zweepslag
C
Bij een botbreuk

Slide 22 - Quizvraag


Welke blessure zie je in de afbeelding?
Let op: je ziet voor-en zij-aanzicht
A
Kneuzing
B
Botbreuk
C
Ontwrichting
D
Spierscheuring

Slide 23 - Quizvraag


Kies het juist antwoord:
"Bij welke blessure raken de kapselbanden beschadigd?"
A
Bij een verzwikking
B
Bij een zweepslag
C
Bij een botbreuk
D
Bij een kneuzing

Slide 24 - Quizvraag


Wanneer je plotseling stekende pijn in je kuit voelt en niet meer verder kan spelen, welke blessure heb je?
A
Ontwrichting
B
Botbreuk
C
Spierkramp
D
Verstuiking

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video


Een voorbeeld van een gewrichtsblessure is: 
A
Botbreuk
B
Zweepslag
C
Spierpijn
D
Ontwrichting

Slide 27 - Quizvraag


Wat is een zweepslag?
A
Er blijven afvalstoffen in de spier achter
B
Er ontstaat een scheurtje in de spier
C
Er zijn bloedvaatjes in de spier stukgegaan

Slide 28 - Quizvraag


Wat kun je doen om blessures te voorkomen?
A
Voedzaam eten
B
Voldoende slapen
C
de juiste beschermende middelen dragen

Slide 29 - Quizvraag


Wat is een spierkneuzing?
A
Afvalstoffen blijven achter in je spieren
B
Een spier trekt zich plotseling samen
C
Er ontstaat een scheurtje in de spier
D
Er zijn bloedvaatjes in de spier stukgegaan

Slide 30 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de werkboekopdrachten paragraaf 2.4 (blz. 98) opdracht 1 t/m 17 
Havo: opdracht 20, 21 en kijk deze na!

Slide 31 - Tekstslide