moleculaire stoffen

Moleculaire stoffen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare school

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Moleculaire stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen bestaan uit:                                                                                 Water: H20
- Moleculen (atomen aan elkaar geplakt)

Moleculaire stoffen geleiden niet, want:
- geen geladen deeltjes

Moleculaire stoffen hebben:
 -meestal een laag kookpunt en smeltpunt

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding en kookpunt
  • De aantrekkingskracht noem je vanderwaalskrachten.
  • Deze krachten vormen de vanderwaalsbinding (VdW)
  • Hoe groter de molecuulmassa, hoe sterker de VdW-binding
  • De vorm van het molecuul, hoe ronder hoe zwakker de vdW kracht (dimethylpropaan)

Slide 4 - Tekstslide

De hoogte van het smelt- en kookpunt van een stof hangt samen met de sterkte van de Vanderwaalsbinding. 

Hoe sterker de Vanderwaalsbindingen tussen moleculen in een stof, hoe hoger het kookpunt van die stof
Conclusie?

Slide 5 - Tekstslide

Moleculaire stoffen kunnen:
A
In vaste en vloeibare fase NIET geleiden
B
In vaste fase en in vloeibare fase WEL geleiden
C
In vaste fase WEL geleiden in vloeibare fase NIET
D
In vaste fase NIET geleiden, in vloeibare fase WEL

Slide 6 - Quizvraag

Waar is de sterkte van een VanderWaalsbinding van afhankelijk?
A
kookpunt van de stof
B
grootte van het molecuul
C
fase van het molecuul
D
grootte van de atomen

Slide 7 - Quizvraag

Atoombinding 
  • Atoombinding is heel sterk.
  • Atoombinding verbreekt alleen bij chemische reacties, waarbij nieuwe moleculen ontstaan.
  • Hoeveel bindingen een niet-metaal aangaat, hangt af van de covalentie.

Slide 8 - Tekstslide

Atoombinding
-Niet-metaalatomen kunnen elektronen delen en zo vormt er een binding tussen atomen --> atoombinding of covalente binding
- Het aantal bindingen dat een atoom kan vormen noem je de covalentie

Slide 9 - Tekstslide

ATOOMBINDING EN VANDERWAALSBINDING (ET)

Slide 10 - Tekstslide

Atoombindingen
-Verschillende atoomsoorten willen verschillende aantallen bindingen. 
-Tussen de moleculen: van der waalsbinding
-Tussen de atomen: covalente binding/ atoombinding


Slide 11 - Tekstslide

Waterstofbruggen
-Moleculen met O-H of N-H bindingen kunnen waterstofbruggen vormen met andere stoffen. 
(H-atoom positief en O-atoom is iets negatief) 

-Moleculen die waterstof bruggen kunnen vormen lossen goed op in water. Deze noem je hydrofiel.


Slide 12 - Tekstslide

Hydrofiel/Hydrofoob
Hydrofiel
Een stof die OH- of NH-groepen heeft en
daardoor waterstofbruggen kan vormen
en daarom goed in water oplost.

Hydrofoob
Een stof die geen OH- of NH-groepen heeft
en daarom geen waterstofbruggen kan
vormen en daarom niet in water oplost


Slide 13 - Tekstslide

Hydrofiel en hydrofoob mengen
  • Hydrofiel mengt met hydrofiel
  • Hydrofoob mengt met hydrofoob
  • Hydrofoob mengt niet met hydrofiel
  • Emulgator: een combinatie van hydrofiel en hydrofoob

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ontstaat een atoombinding
A
Door het delen van neutronen
B
Door kernfusie
C
door het delen van protonen
D
Door het delen van elektronen

Slide 15 - Quizvraag

De atoombinding is aanwezig ......
A
Tussen atomen en moleculen.
B
Tussen atomen in moleculen.
C
In atomen.
D
Tussen moleculen.

Slide 16 - Quizvraag

Atoombinding
Vanderwaalsbinding
Waterstofbrug
tussen moleculen
tussen moleculen
tussen atomen
allersterkste binding
redelijk sterke binding
zwakke binding
niet weergegeven
weergeven als streepje
weergeven als stippellijn

Slide 17 - Sleepvraag