Mijn proefles

Thema 2
Multiculturele samenleving
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 2
Multiculturele samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Programma deze week
Handboek blz. 36-50
Werkboek blz. 46-65

Slide 2 - Tekstslide

Welkom in Nederland!?
1. Wat wordt bedoeld met de multiculturele samenleving
2. Kan je zomaar in Nederland blijven wonen?
3. Waarom moet je als buitenlander 'integreren'?

Slide 3 - Tekstslide

Voordat we beginnen...
Hoe kan je omgaan met cultuurverschillen?

Slide 4 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met integreren? En waarom is het belangrijk?

Slide 5 - Open vraag

Waarom wordt gezegd dat de Nederlandse samenleving 'tolerant' is?

Slide 6 - Open vraag

Assimilatie betekend...
A
Dat mensen uit een bepaalde cultuur zich helemaal aanpassen aan de dominante cultuur
B
Als verschillende culturen gescheiden van elkaar leven.
C
Als verschillende culturen kenmerken van elkaar overnemen.
D
Je aanpassen aan een samenleving waarbij mensen uit verschillende culturen gescheiden van elkaar leven.

Slide 7 - Quizvraag

Segregatie betekend...
A
Als verschillende culturen kenmerken van elkaar overnemen
B
Als verschillende culturen gescheiden van elkaar leven.
C
Als mensen uit een bepaalde cultuur zich zo volledig mogelijk aanpassen aan de dominante cultuur

Slide 8 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met integreren?
A
Een vorm van samenleven waarbij mensen uit een bepaalde cultuur zich zo veel mogelijk aanpassen aan de dominante cultuur
B
Als verschillende culturen gescheiden van elkaar leven
C
Je aanpassen aan de dominante cultuur, zonder je eigen cultuur te verliezen.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Waar ben je geboren?
A
Ik ben in Nederland geboren, mijn ouders ook.
B
Ik ben in Nederland geboren, mijn ouders niet.
C
Ik ben niet in Nederland geboren, mijn ouders wel.
D
Ik ben niet in Nederland geboren, mijn ouders ook niet.

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wanneer ben je een immigrant?

Slide 13 - Open vraag

Vind jij het gebruik van de begrippen allochtoon en autochtoon gepast?

Slide 14 - Open vraag

Welke redenen hebben mensen om te immigreren naar Nederland?

Slide 15 - Woordweb

Pushfactoren en pullfactoren
Pushfactoren: Redenen om het land waar je woont te verlaten.

Pullfactoren: Redenen om je in een land te willen vestigen

Slide 16 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met ons koloniale verleden?

Slide 17 - Open vraag

Het koloniale verleden
Nederland heeft meerdere koloniën gehad. Een kolonie is een gebied dat bestuurd wordt door een ander land. 

Slide 18 - Tekstslide

Zie je het koloniale verleden van Nederland nog steeds terug in onze multiculturele samenleving?

Slide 19 - Open vraag

Het koloniale verleden
Nadat de koloniën onafhankelijk werden van Nederland hebben veel oorspronkelijke inwoners van die landen ervoor gekozen om naar Nederland te verhuizen. Vandaar dat erveel groepen Indonesiëers, Surinamers en Antillianen in Nederland wonen.

Slide 20 - Tekstslide

Verbind de kolonies aan het land!
Nederland
Engeland
Indonesië
Suriname
India
Canada
Australië

Slide 21 - Sleepvraag

Het Nederlandse immigratiebeleid
De Nederlandse overheid heeft regels gemaakt die bepalen in welke gevallen immigranten in Nederland mogen blijven. Dit wordt het imigratiebeleid genoemt. 

Slide 22 - Tekstslide

Je mag in Nederland blijven, als je een nationaliteit hebt van een land, wat lid is van de Europese Unie.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag

Mag je in Nederland blijven, als je buiten de EU vandaan komt?

Slide 24 - Open vraag

Verblijfsvergunning
Reguliere verblijfsvergunning: Je krijgt deze als je een Nederlandse partner hebt, of als je werkt in Nederland. 

Verblijfsvergunning op basis van asiel: Je krijgt asiel als:
- Je wordt vervolgd in je eigen land (vanwege je ras, geloof of seksualiteit, etc).
- Als er oorlog is in je thuisland, en je dus gevaar loopt. 

Slide 25 - Tekstslide

Verblijfsvergunning voor bepaalde en onbepaalde tijd.
In eerste instantie krijg je een verblijfsvergunning voor een bepaalde tijd. 
Na een bepaalde periode wordt er weer gekeken naar de verblijfsvergunning, of:
- Een persoon weer terug kan naar zijn of haar thuisland.
- Een persoon een verblijfvergunning krijgt voor onbepaalde tijd. 

Slide 26 - Tekstslide

Wat gebeurt er met kinderen van wie de verblijfsvergunningen niet worden verlengd?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video