Armoede in België
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
In welke landen komt armoede voor?
A
In landen buiten Europa: in Afrika en Azie
B
Vooral buiten Europa maar ook in sommige Europese landen
C
In landen binnen en buiten Europa, maar niet in Nederland
D
In alle landen ter wereld, ook in België
Slide 2 - Quizvraag
Aan de buitenkant kun je zien of iemand arm of rijk is.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Waarom kunnen mensen arm worden?
A
omdat ze hun baan verliezen
B
omdat ze ziek zijn
C
omdat ze onverwachte hoge rekeningen moeten betalen
D
a, b, en c. Maar er zijn nog veel meer oorzaken mogelijk
Slide 4 - Quizvraag
Kinderen die arm zijn, gaan soms zonder ontbijt/lunch naar school
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Verouderen personen die in armoede leven sneller?
A
Nee
B
Ja
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent OCMW
A
Openbaar centrum voor menselijk welzijn
B
Openbaar criterium voor menselijke welvaart
C
Ouder comité met wijze woorden
D
Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn
Slide 7 - Quizvraag
Als je niet goed kan schrijven en lezen waardoor je onvoldoende aan onze maatschappij kan participeren ben je...
A
hooggeletterd
B
laaggeletterd
C
laaggecijferd
D
hooggecijferd
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een gevoelsdomein
A
hulpverlening
B
moedeloos
C
vrije tijd
D
schaamte
Slide 9 - Quizvraag
moedeloos
schuldgevoel
Schaamte
uitsluiting
woede
vrije tijd
justitie
gezondheid
arbeid
huisvesting
inkomen
Buitenkant van armoedeweb
Binnenkant van armoedeweb
Slide 10 - Sleepvraag
Een ....... voor de dorst
A
peertje
B
appeltje
Slide 11 - Quizvraag
het is niet al ........... dat blinkt
A
zilver
B
goud
Slide 12 - Quizvraag
een gat in je ... hebben
A
hand
B
maag
C
hoofd
Slide 13 - Quizvraag
Armoedeweb.
Wij zijn een GEZIN met 4 kinderen en hebben maar 3 slaapkamers in onze
sociale woning.
Wij zijn een GEZIN met 4 kinderen en hebben maar 3 slaapkamers in onze
sociale woning.
A
Vrije tijd
B
Gezin
C
Hulpverlening
D
Onderwijs
Slide 14 - Quizvraag
De huisbaas van Freddy stapt naar de VREDERECHTER om hem uit het huis te
laten zetten omdat hij de huishuur niet onmiddellijk kan betalen.
laten zetten omdat hij de huishuur niet onmiddellijk kan betalen.
A
Onderwijs
B
Gezondheid
C
Justitie
D
Inkomen
Slide 15 - Quizvraag
Water en elektriciteit IN ONZE WONING kosten veel geld.
A
Gezin
B
Inkomen
C
Sociale contacten
D
Huisvesting
Slide 16 - Quizvraag
De papa van Pola VERDIENT niet genoeg geld om een huis te huren, hij moet
verhuizen naar een appartement met zijn 3 kinderen.
verhuizen naar een appartement met zijn 3 kinderen.
A
Inkomen
B
Huisvesting
C
Gezondheid
D
Gezin
Slide 17 - Quizvraag
Mariam verloor haar WERK en kon haar huishuur niet meer betalen.
A
Inkomen
B
Sociale contacten
C
Huisvesting
D
Arbeid en tewerkstelling
