Analyse Maatschappelijk Vraagstuk

invalshoeken maatschappijkunde
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

invalshoeken maatschappijkunde

Slide 1 - Tekstslide

eerst is er een
maatschappelijk probleem

Slide 2 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een maatschappelijk probleem en leg uit waarom dit een maatsch.prob is (geef dus de vier kenmerken in je antwoord)

Slide 3 - Open vraag

voorbeelden
alcohol gebruik door jongeren
aardbevingen in Groningen na gaswinning
drugsgebruik
milieuvervuiling
werkloosheid

Slide 4 - Tekstslide

Maatschappelijk probleem
Gezamenlijke oplossing
De politiek moet zich met het probleem gaan bemoeien om een oplossing te vinden
Media-aandacht
Het probleem krijgt aandacht in kranten, televisie en sociale media
Verschillende meningen
Er zijn verschillende meningen over de oplossing van het probleem
Sociaal probleem
Veel mensen hebben er last van of vinden dat het slecht geregeld is.

Slide 5 - Tekstslide

maatschappelijk probleem
analyseren doe je met behulp van invalshoeken

Deze helpen je om goed naar een probleem te kijken en er ook nog iets zinnigs over te melden

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

politiek juridsche invalshoek
We bekijken het probleem vanuit:

wetten, regels, beleid, politieke partijen, mogelijkheden
om het beleid te beïnvloeden door de burgers
Voorbeelden van vragen

Slide 8 - Tekstslide

sociaal-economische invalshoek
We bekijken het probleem vanuit:

geld en werk, maatschappelijke positie van mensen,
over tegengestelde belangen, wat voor kosten er zijn
Voorbeelden van vragen

Slide 9 - Tekstslide

sociaal culturele invalshoek
We bekijken het probleem vanuit:

waarden en normen van groepen mensen binnen de samenleving

Voorbeelden van vragen

Slide 10 - Tekstslide

veranderings en vergelijkende invalshoek
We bekijken het probleem vanuit:

plaats, tijd, groep

Voorbeelden van vragen

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een waarde?
A
Een leuk leven
B
Gezondheid
C
Veel geld
D
Opstaan voor een oud vrouwtje in de bus

Slide 12 - Quizvraag

Welke invalshoek?
Hoe keek men in het verleden tegen dit probleem aan?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 13 - Quizvraag

Welke invalshoek?
Wat zijn de financiële belangen van de betrokkenen?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 14 - Quizvraag

Welke invalshoek?
Wat heeft de overheid tot nu toe aan het probleem gedaan?
A
Sociaal economische
B
Politiek juridische
C
Sociaal culturele
D
Veranderings en Vergelijkende

Slide 15 - Quizvraag

Analyse maatschappelijk Vraagstuk
Tekst 1                                              Vraag 1 en 2

Slide 16 - Tekstslide

Analyse maatschappelijk Vraagstuk
Tekst 1                                              Vraag 3

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 1
1 Maximumscore 4
1. Voetbalvandalisme voldoet aan kenmerk (één van de volgende) (1):
- Er is sprake van een situatie die veel mensen onwenselijk vinden.
- Er is sprake van een sociaal probleem.
- Veel mensen vinden voetbalvandalisme/dit probleem in strijd met bepaalde waarden en/of normen.
Want uit tekst 1 blijkt dat (één van de volgende) (1):
- voetbalvandalisme voor veel overlast zorgt in de buurt van het stadion of in de stad waar een wedstrijd is. (Dat vinden veel mensen onwenselijk.)
- voetbalvandalen de openbare orde verstoren en/of criminele daden plegen. (Dat is in strijd met de waarden en normen van de meeste burgers.)
- voetbalvandalisme de overheid veel geld kost. (Dat vinden veel mensen onwenselijk.)
- er veel politie moet worden ingezet, die daarom niet voor andere zaken beschikbaar is. (Dat vinden veel mensen onwenselijk.)
2. Voetbalvandalisme voldoet aan kenmerk: het moet gaan om een probleem dat door middel van gezamenlijke actie of door de politiek kan worden opgelost. (1)
Want uit tekst 1 blijkt dat (één van de volgende): (1)
- er een nieuwe wet is aangenomen door het parlement om voetbalvandalisme tegen te gaan.
- burgemeesters meer bevoegdheden hebben gekregen om voetbalvandalisme tegen te gaan.
- officieren van justitie meer bevoegdheden hebben gekregen om voetbalvandalisme tegen te gaan.

Vraag 2
2 Maximumscore 2
1. Vanuit de sociaal-economische invalshoek is de volgende informatie uit tekst 1 van belang: het voetbalvandalisme kost de overheid veel geld (regel 9-10) / er zijn veel kostenposten. (regel 13-17) (1)
2. Vanuit de politiek-juridische invalshoek is de volgende informatie uit tekst 1 van belang: (voorbeelden van een juist antwoord): (1)
- Er is een nieuwe wet (de voetbalwet) in werking getreden.
- De bevoegdheden van burgemeesters/officieren van justitie om voetbalvandalisme (preventief) te bestrijden zijn uitgebreid.
Ook goed:
- Vanuit de sociaal-culturele invalshoek is de volgende informatie uit tekst 1 van belang: Voetbalvandalisme is in strijd met wettelijke regels/algemene normen en waarden. (1)
- Vanuit de veranderings- en vergelijkende invalshoek is de volgende informatie uit tekst 1 van belang: (voorbeelden van een juist antwoord): (1)
- Er is een nieuwe wet (de voetbalwet) in werking getreden.
- De bevoegdheden van burgemeesters/officieren van justitie om voetbalvandalisme (preventief) te bestrijden zijn uitgebreid.
Opmerking: alleen een scorepunt toekennen voor een juiste combinatie van invalshoek en informatie uit tekst 1.

Vraag 3
3 B Het bevorderen van de openbare veiligheid.
Vraag 1 (vervolg)
2. Voetbalvandalisme voldoet aan kenmerk: het moet gaan om een probleem dat door middel van gezamenlijke actie of door de politiek kan worden opgelost. (1)
Want uit tekst 1 blijkt dat (één van de volgende): (1)
- er een nieuwe wet is aangenomen door het parlement om voetbalvandalisme tegen te gaan.
- burgemeesters meer bevoegdheden hebben gekregen om voetbalvandalisme tegen te gaan.
- officieren van justitie meer bevoegdheden hebben gekregen om voetbalvandalisme tegen te gaan.

Slide 18 - Tekstslide

Media heeft veel macht
Drie criteria van goede journalisatiek
- hoor /wederhoor
- objectief en subjectief gescheiden: feit en mening
- bronnen: waar komt het eigenlijk vandaan?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Injectienaaldtheorie
Alle boodschappen van de massamedia nemen wij heel gemakkelijk over. (we zijn heel beinvloedbaar).
Zender: almacht en ontvanger: passieve spons

Manipulatie = het weglaten of vervormen van informatie, alleen goede dingen laten zien.
Indoctrinatie = het opdringen van meningen


Slide 22 - Tekstslide

VERSCHUVING VAN
MENS ALS KRITIEKLOZE POP NAAR MENS DIE IN EEN NETWERK ZIT

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Multiple-step-flowtheorie / opinieleidertheorie
Opinieleiders hebben veel invloed. De mening van deze opinieleiders wordt overgenomen door de bevolking die naar de programma's kijkt waar ze in verschijnen.

Johan Derksen, of andere bekende Nederlanders, die vaak hun mening vertellen in de media.
Informatie loopt via een tussenschakel (de opinieleider)




Slide 25 - Tekstslide

Is het niet zo dat er meerdere lagen van opinieleiders zijn?
Bovendien: waar halen opinieleiders zelf de informatie vandaan?
En: De almacht van de media blijft toch bestaan. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

verschuiving van zender naar ontvanger van de boodschap

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Theorie selectieve perceptie
Tv-kijkers en krantenlezers maken een selectie bij het ontvangen van informatie.
Vanuit je referentiekader zie je bepaalde zaken anders. 
En daarmee je waarneming van de werkelijkheid
Ze lezen alleen informatie die ze interessant vinden. 
Ze filteren.
Rokers zappen weg bij een programma over een rookverbod. 




Slide 32 - Tekstslide

De mens neemt zijn werkelijkheid waar vanuit zijn eigen standpunt. 
Nooit een objectief beeld maar altijd subjectief. 
Daarmee wordt de boodschap van de media altijd subjetief ervaren. Macht van media is daarmee nihil

Slide 33 - Tekstslide

Agendatheorie
Deze theorie zegt dat dat de media niet bepaald  WAT mensen denken maar WAAROVER mensen met elkaar praten en nadenken.

We praten over apen klonen, orgaanwet, appen op de fiets, enz. Maar de media bepaalt niet HOE wij hierover denken. 
Macht ligt bij zowel de zender als de ontvanger. 




Slide 34 - Tekstslide

CENTRAAL AFRIKAANSE REPUBLIEK
''DE VERGETEN OORLOG''

Slide 35 - Tekstslide

Twee oefenvragen

Slide 36 - Tekstslide

D
klik voor antwoord
Bram: de agendatheorie
Sibel: theory van selectieve perceptie

Slide 37 - Tekstslide

Theorieën over invloed media
Injectienaaldtheorie
Multiple-step-flowtheorie
Theorie van selectieve perceptie
Agendatheorie

Slide 38 - Tekstslide

Fragment Kassa
vanaf minuut: 8:50
https://www.npostart.nl/kassa/09-03-2019/BV_101390603

tot minuut: 45:00
Probleem?
Beschrijf wat het probleem is wat hier besproken wordt
Belangengroep
Welke groepen spelen een rol bij dit probleem?
Oplossingen
Welke oplossingen worden aangedragen? En welke argumenten worden daarvoor gegeven?
welke theorie?
Welke theorie over de invloed van media speelt hierbij een belangrijke rol?

Slide 39 - Tekstslide

Probleem + betrokkenen

Slide 40 - Open vraag

Oplossingen + argumenten

Slide 41 - Open vraag

Welke theorie van invloed van media? Leg je antwoord uit

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video