Redox

Redoxreacties  

1 / 90
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChemieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 90 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Redoxreacties  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreacties - online les 2
Vandaag:
  • Redoxreacties
  • Oxidatoren en redoctoren



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medeling
Boek 'chemische analyse' gaan we gebruiken in volgende periode.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreactie
Een reactie waarbij elektronen worden gewisseld.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een RED-OX reactie
Reactie waarbij elektronen worden gewisseld
Mg (s)              +              2 H+             --> Mg2+  + H
staat e- af               neemt e- op
       =                                     =
REDuctor                 OXidator

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halfreacties
Bij het opstellen van een totaalreactie worden de oxidator en reductor apart bekeken met halfreacties. Deze moet je in de juiste verhouding optellen, zodat het aantal elektronen gelijk wordt:
halfreactie OX:   2 H+   + 2e-   -->   H2                          1x
halfreactie RED:     Mg               -->  Mg2+   + 2e-        1x

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht: 
Maak opgave 4 a t/m c uit het boek 
Klaar? --> Probeer de redoxreactie (overal reactie) op te stellen van Fe en Sn (halfreactie 4a en c samen).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oxidatie is het proces waarbij een reductor elektronen afstaat.








Reductie is het proces waarbij een oxidator elektronen opneemt. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder staan de beschrijvingen van zes halfreacties. Geef steeds aan of tijdens de halfreactie elektronen worden opgenomen of afgestaan.
timer
4:00
Opgenomen
Afgestaan
Ni2+ verandert in Ni 
Br- verandert in Br2 
Sn2+ verandert in Sn4+ 
S verandert in S2- 
Fe3+ wordt Fe2+ 
Cu wordt Cu

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen Redox

Oxidator = deeltje dat elektronen opneemt
Reductor = deeltje dat elektronen afstaat
Oxidatie = halfreactie waarbij elektronen worden afgestaan
Reductie = halfreactie waarbij elektronen worden opgenomen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tabel 48

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe hoger hoe zwakker


sterk
RED

OX 
sterk

hoe lager hoe zwakker

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreacties - les 3
Vandaag:
  • Herhaling -- redoxreacties opstellen
  • Oxidatiegetallen



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je weet wat oxidatie, reductie en oxidatiegetal is
Je kunt een redoxreactie opstellen
Je kunt een halfreactie kloppend maken

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we nog over redoxreacties?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht -- Denken, delen, uitwisselen



1. zelfstandig 7d maken (met boek)
2.  uitwisselen met buurvrouw/buurman
3. klassikaal bespreken

timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oxidatiegetallen geven per element;

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

terugkomen op de 'tribune ionen'. --> vraag van de studenten vorige les van het werkblad. CoCl2 + al --> AlCl3 + Co. waarom doet chloor niet mee aan halfreactie? --> oxidatiegetal verandert niet!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkblad Chemie maken
- inleveropdracht in MS teams --> deadline: zondag

- foto uploaden van je uitwerkingen

- Klaar? --> Opdracht 5 maken uit het boek

11:10 --> Nabespreken les!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig werken aan het huiswerk

opgave 1 t/m3 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij de reactie van het gas ethaan (C2H6) met voldoende zuurstofgas ontstaan koolstofdioxidegas en water. Geef voor dit proces de kloppende reactievergelijking.
C2H6 (g) +
O2 (g) -->
CO2 (g) +
H2O (l)
timer
3:00
2
7
4
6

Slide 44 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

sleepvraag

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg met behulp van halfreacties uit of de volgende deeltjes oxidator, reductor of beide kunnen zijn: Al, Cu2+, Br2, Fe2+, H2.  

sleepvraag

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg met behulp van halfreacties uit of de volgende deeltjes oxidator, reductor of beide kunnen zijn: Al, Cu2+, Br2, Fe2+, H2.
timer
3:00
Oxidator
Reductor
Kan een Oxidator en Reductor zijn
Al
Cu2+
Br2
Fe2+
H2

Slide 50 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgaven Redoxreacties H17
3 + 4 (vorige week - online les bespreken)
5 t/m 13 (deze week)

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreacties  

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Feedback bekijken teams
moeilijke opgaven bespreken
opgaven klassikaal doen --> aanpak binas tabel 
regels salpeterzuur & zwavelzuur uitleggen

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oxidatiegetallen







Denk aan aggegratietoestanden!

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de reactievergelijking die plaatsvindt in de volgende siuatie
a) Aan een kaliumpermanganaatoplossing wordt een schepje natriumsulfiet toegevoegd. 

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht voor jullie
Zuurstofgas borrelt door een aangezuurde oplossing van kaliumjodide  --> redoxreactie

1. deeltjesinventarisatie!
2. sterkste reductor (alleen rechterkant van de reactie kijken naar deeltjes), sterkste oxidator (alleen linker deeltjes bekijken) bepalen
3. halfreacties maken --> redoxreactie

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe hoger hoe zwakker


sterk
RED

OX 
sterk

hoe lager hoe zwakker

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog een vraag over deze les? stel hem dan hier

Slide 59 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog een vraag over deze les? stel hem dan hier

Slide 60 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreacties  

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  •  Volgende week dinsdag online of fysiek?
  • Regels zuur bespreken
  • Doel les: behandelde stof nog meer eigen maken!

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels zwavelzuur/salpeterzuur of zuur milieu werken.
salpeterzuur verdund: NO3- --> NO(g)
salpeterzuur geconcentreerd: NO3- --> NO2 (g)

zwavelzuur verdund: SO4 --> SO2
zwavelzuur geconcentreerd: SO4 --> SO3

Stel twee halfreacties voor stof (zoals MnO4), één met H+ en één zonder: zuur milieu mét H+ 

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn dit wel of geen redoxreacties, sleep naar het juiste blok.
timer
2:00
Redoxreactie
GEEN Redoxreactie
2 Al + Br2 --> 2 AlBr3
HCN + OH- --> CN- + H2O
BaCl2 --> Ba2+ + 2 Cl-
2 HCl + Mg --> H2 + Mg2+
HCl + OH- --> H2O + Cl-
Fe + 3 Ag+ --> Fe3+ + 3 Ag

Slide 64 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef het oxidatiegetal van zuurstof en chroom

Slide 65 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de bijbehorende halfreacties

Slide 66 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht voor jullie
1. Per rij in een groep zitten
2. zelfstandig opgave 1a, b OF c maken
3. opgave bespreken met elkaar en tot één antwoord komen
4. Elkaars antwoord nakijken + weer teruggeven aan oorspronkelijke groep
stappenplan ----------------------------------------------------------------------
1. deeltjesinventarisatie!
2. sterkste reductor (alleen rechterkant van de reactie kijken naar deeltjes), sterkste oxidator (alleen linker deeltjes bekijken) bepalen
3. halfreacties maken --> redoxreactie

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreacties  

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  •  Opdracht maken redoxreactie opstellen
  • verdringingsreeks bespreken
  • Doel les: behandelde stof nog meer eigen maken + Uit kunnen leggen wat een verdringingsreeks is

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef het oxidatiegetal van zuurstof en chloor;

Slide 71 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstofgas borrelt door een aangezuurde oplossing van kaliumjodide 
  • deeltjesinventarisatie: O2(g), H+, K+, I−, H2O(l)
  • sterkste oxidator: O2(g)+ H+ (V0 = +1,23 V)
  • sterkste reductor: I− (V0 = 0,54 V)
  • halfreacties en totaalvergelijking:
  • OX: O2 + 4 H+ + 4 e− → 2 H2O(l)         1 x
  • RED: 2 I− → I2 + 2 e−                                2x
  • redox:
  • totaal: O2 + 4 H+ + 4 I− → 2 H2O(l) + 2 I2 









Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de redoxreactie van; geconc. salpeterzuur en diwaterstofsulfide

Slide 73 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 77 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 78 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelf aan de slag
Opgave 9 van het boek --> huiswerk

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 80 - Tekstslide

als oxidator niet boven de reductor staat verloopt de reactie meestal niet! (dan is ox voltagage - reductor V kleiner dan -0,3V) --> Zie opgave 9c in boek
Zelf aan de slag
Filmpje 1: https://www.youtube.com/watch?v=6H86paPazvY --> tot 6:50
Filmpje 2: https://www.youtube.com/watch?v=nA-gfbcO_FE

maken: boek opgave 10 t/m 12

Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 82 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 84 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 85 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redoxreacties  

Slide 86 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vorige week behandeld?

Slide 87 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht - in tweetallen
We hebben een staafje Calcium en Zink in een galvanische cel. 

a; Welke van de twee metalen wordt verdrongen?
b; Welk plaatje wordt de min pool en welke de plus pool?
c; Wat is het potentiaal verschil?

Slide 88 - Tekstslide

-0.76 - - 2.87 V

calcium sterkste reductor; staat elekektronen af, dus dit is de min pool. Zink neemt de elektronen op, de staaf krijgt een elektronen tekort en wordt daardoor positief. 

zink wordt verdrongen, dit is namelijk een meer edeler metaal en slaat daarom neer (wordt vast). 
Zelf aan de slag met het werkblad. Dit is huiswerk!

Slide 89 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les; tussentijdse toets maken --> Waar sta ik?

+ nieuwe theorie behandelen

Slide 90 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies