H 6 vogelvlucht, de tijd van regenten en vorsten

Pak je boek en werkboek
20 minuten
Ga de opdrachten:
Hoofdstuk 6 maken /
samenvatting maken

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak je boek en werkboek
20 minuten
Ga de opdrachten:
Hoofdstuk 6 maken /
samenvatting maken

Slide 1 - Tekstslide

Vogelvlucht
De tijd van regenten en vorsten

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij nog van de tijd van
regenten en vorsten?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

KA:
-Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
  • Hoe kwam het handelskapitalisme op?
  • Hoe bouwde de VOC een handelsnetwerk op?
  • Hoe ontstond een wereldeconomie?

Slide 5 - Tekstslide

16e en 17e eeuw: opkomst handelskapitalisme In de republiek
Nederlandse handelaren gaan steeds meer overzee handelen.
Amsterdam groeit uit tot grootste stapelmarkt van Europa
Antwerpen valt in Spaanse handen. 1585

Slide 6 - Tekstslide

Moedernegotie: belangrijkste handel is handel met Oostzeegebied.
Republiek gaat ook deelnemen aan wereldeconomie
VOC 1602
monopolie op Nederlandse handel met Azië.
Belangrijkste producten: specerijen, zijde,  porselein. 
Kapitaal krijgen ze via aandelen.
Politiek:
Bestuur over overzeese handelsposten en koloniën.
Afsluiten van verdragen
Eigen soldaten.


WIC 1621
monopolie op Nederlandse handel met Afrika en Amerika.
Belangrijkste producten: zilver, slaven en plantageproducten.
Kapitaal via aandelen.
Politiek:
Bestuur over overzees handelsposten en koloniën.
kaapvaart tegen Spanje
Afsluiten van verdragen
Eigen soldaten.

Slide 7 - Tekstslide

Een wereldeconomie

Door de handel in luxeproducten was het kapitalisme ontstaan, het economisch systeem waarbij personen geld in een onderneming investeren om winst te maken. De productiemiddelen waren privébezit. Handeleren hielden zich niet alleen bezig met de handel maar ook met de nijverheid, maar handel was de hoofdzaak, daarom de naam handelskapitalisme.

Omdat de reizen naar Oost-Azië veel geld opleverden, gingen veel compagnieen in de Republiek zich richten op die handel. Dit bracht een hoop spanning met zich mee, dit werd opgelost in 1602 door er één groot bedrijf van te maken de VOC.

De VOC kreeg van de Staten-Generaal het recht als enige in Azië handel te drijven -> Monopolie. Ze mochten verdragen sluiten, oorlog voeren en gebieden besturen. Om geld te krijgen voor de reizen verkocht de VOC aandelen. Een deel van de winst ging jaarlijks naar de aandeelhouders.

Slide 8 - Tekstslide

De VOC werd geleid door aparte bestuurders en in Azië door de gouverneur-generaal.


De VOC handelde vooral in specerijen, zijde en katoen later thee en koffie. Het werd een echte multinational, ze bouwde een handelsnetwerk op met factorijen aan de kusten van China, Japan, Perzië, India en ceylon. Hierdoor konden ze ook deel nemen aan de bestaande handel tussen landen in Azië.

De wereldwijde handelscontacten vormden het begin van de wereldeconomie. In de 17e eeuw raakten de gebieden over de hele wereld door handel met elkaar verbonden.

Voor de handel op en rondom de Atlantische Oceaan werd de WIC opgericht in 1621. De WIC had factorijen aan de kusten van West-Afrika en Amerika. De WIC richtte zich eerst vooral op de kaapvaart en later op de driehoekshandel. Wapens/ijzer/alcohol naar Afrika en vanuit daar goud/ivoor/slaven, de slaven brachten ze naar Amerika om daar te werken op suiker-, tabaks-, en koffieplantages waarvan de producten naar Europa gingen.

Slide 9 - Tekstslide

Twee gegevens:
1 In 1630 veroverde de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC) de stad Recife in Brazilië. Rondom de stad lagen veel suikerplantages.
2 In 1637 veroverde de WIC het fort Elmina aan de kust van het huidige Ghana.

Leg uit dat de verovering van Recife de inname van Elmina wenselijk maakte.

Slide 10 - Open vraag

KA:
 - De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
  • Welke staatkundige situatie was er in de Republiek?
  • Hoe ontstond in Nederland een bloeiende economie?
  • Hoe kwam de Nederlandse cultuur tot grote bloei?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Economie
Dankzij de welvaart en handel bloeiden ook de nijverheid en de landbouw:  
  • er werden veel schepen gebouwd  
  • Leiden werd een belangrijk textielcentrum 
  • boeren konden hun producten volop aan de steden verkopen 
  • kaas werd belangrijk exportproduct 


cultureel
Ook op cultureel gebied beleefde Nederland een Gouden Eeuw
  • de schilderkunst bloeide door rijke burgers als opdrachtgevers  
  • de literatuur bloeide o.a. door schrijvende regenten  
  • speelde in de wetenschap een vooraanstaande rol 
De staatsgodsdienst was gereformeerd: calvinistisch.  
 Er was geen godsdienstvrijheid, maar wel gewetensvrijheid: recht om te geloven wat je wilt. 

Slide 13 - Tekstslide

De Gouden eeuw van Nederland

In de Republiek hadden rijke burgers (regenten) en de adel veel macht. Dat was een bijzondere positie omdat in andere landen juist de macht van de koning steeds meer groeide, terwijl de Republiek geen staatshoofd had.

De 7 gewesten werkten samen in de Staten-Generaal. Deze maakten beslissingen over leger, vloot, buitenlandse politiek en het bestuur van de generaliteitslanden.

Deze vorm van bestuur is een oligarchie. In de Republiek benoemde regenten elkaar, zodat functies in handen bleef van de elite. De stadhouder was de machtigste man, hij werd benoemd door de Staten. Uiteindelijk werd deze functie toch erfelijk, elke keer werd er iemand van Oranje benoemd. 

De Republiek beleefde in de 17e eeuw een Gouden eeuw in de eerste plaats door de handel, Amsterdam werd de belangrijkste stapelplaats van Europa. Dankzij de handel groeiden ook de nijverheid en de landbouw. Door de welvaart kon men luxeproducten kopen (melk, boter, kaas, vlees, groenten, fruit)

Op cultureel gebied beleefde de Republiek een Gouden eeuw. De schilderkunst bloeide enorm, de kunstenaars schilderden voor burgers en niet voor koningen, de adel of de kerk. 

In de wetenschap had de Republiek een vooraanstaande rol. Dit werd bevorderd doordat 1. boeken hier gedrukt werden die in andere landen verboden waren. 2. Er gewetensvrijheid en een grote tolerantie voor anders denkenden was.

Slide 14 - Tekstslide

Gebruik de bron op de volgende pagina.
John Evelyn geeft in deze tekst een beschrijving van de Republiek.
- Geef twee voorbeelden uit zijn beschrijving waaruit de bijzondere plaats van de Republiek blijkt, één op economisch én één op cultureel gebied.

Slide 15 - Open vraag

bron

Op 13 augustus 1641 bezoekt de Engelsman John Evelyn een jaarmarkt te Rotterdam. In zijn dagboek schrijft hij hierover


We kwamen laat aan in Rotterdam, waar op dat moment juist de jaarlijkse markt of beurs werd gehouden. Hier waren zoveel schilderijen te zien (vooral landschappen en bambochades, zoals die boertige voorstellingen worden genoemd) dat ik er versteld van stond. Ik heb er enkele gekocht en naar Engeland gezonden. De reden voor deze enorme hoeveelheid en de lage prijzen die ervoor worden gevraagd, ligt in het gebrek aan land om geld in te kunnen beleggen. Het komt vaak voor dat een gewone boer twee- tot drieduizend pond neertelt voor deze waar, waarmee de muren van hun huizen dan ook volhangen


en die ze op hun kermissen vervolgens weer met aanzienlijke winst verkopen.


Sommige van de doeken zijn lang niet slecht en gaan doorgaans van de hand op deze kermissen, vanwaar zo vele Hollandse schilderijen door heel Europa worden verspreid.

Slide 16 - Tekstslide

Gebruik de bron op de volgende pagina.
In de buitenlandse handel van de Republiek is naast verandering ook
continuïteit te zien.
- Leg uit welke continuïteit zichtbaar is.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

KA:
- Het streven van vorsten naar absolute macht. 
  • Hoe verloor de Duitse keizer zijn macht?
  • Hoe werd de macht van Franse koningen vergroot?
  • Hoe werd de macht van de Engelse koningen beperkt?

Slide 19 - Tekstslide

Vanaf middeleeuwen streven Franse vorsten naar centralisatie.
Lodewijk XIV (zonnekoning) :
  • 1643  Godsdiensttwisten, Opstanden van de Adel (Fronde)
  • 1661 Lodewijk XIV aan de macht, Létat c'est moi!
  • 1701 Absolutisme, een staatsvorm waarbij de koning alle macht heeft en alleen aan God verantwoording hoeft af te leggen. (Droit divin = goddelijk recht)
Tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) probeerde de katholieke Habsburgse keizer zijn macht in zijn rijk te versterken en het protestantisme te onderdrukken.
Gevolgen: 
  • Duitse rijk versnipperde verder 
  • Duitse keizer had bijna niets meer te vertellen 
  • Duitse keizer richtte zich op Oostenrijkse gebieden, dat werd door veroveringen een groot rijk 

Slide 20 - Tekstslide

Engeland werd in 1649 door de onthoofding van Karel I een republiek. In 1660 werd de monarchie hersteld met Karel II, hij wilde absolute macht. Zijn katholieke opvolger Jacobus II werd door protestantse parlementsleden onttroond. Stadhouder Willem III werd koning. Hij beloofde de rechten van het parlement te respecteren. 
 Door deze Glorious Revolution werd Engeland een constitutionele monarchie. 

Slide 21 - Tekstslide

Het absolutisme

Het proces van staatsvorming in de 17e eeuw was een krachtenspel waarin verschillende partijen hun belangen verdedigden. Vorsten streefden naar centralisatie van de macht (absolute macht) ten koste van de macht en privileges van de steden en de adel. De uitkomst van die strijd was verschillend.

  • Door de Dertigjarige oorlog, waarin de Habsburgse keizer probeerde zijn macht te versterken, raakte het Duitse rijk nog verder versnipperd en stelde de macht van de keizer niks meer voor.
  • In Frankrijk slaagde Lodewijk XIV erin om de macht van de adel te breken en de absolute macht naar zich toe te trekken. Hij vaardigde veel wetten uit, bracht het leger onder controle, liet nog maar 1 godsdienst toe en oefende ook invloed uit op de economie (Mercantilisme)  onder leiding van Colbert.
  • In Engeland kwam het zwaartepunt van de macht bij het parlement te liggen, na een periode van spanningen, 1649 onthoofding Karel I, 1660 Karel II en Jacobus II die veel strijd hadden met protestantse parlementsleden die in een revolutie Willem III aan de macht hielpen (Glorious Revolution) werd het een constitutionele monarchie. 

Naast het proces van staatsvorming, werd de 17e eeuw gekenmerkt door een sterke rivaliteit tussen de staten onderling.  De spanningen ontstonden door godsdienstoorlogen en door de ontwikkeling van het wereldwijde handelskapitalisme. Dit laatste leidde tot gewapende conflicten om handelsroutes en handelsposities in Azië, Afrika en Latijns-Amerika.

Slide 22 - Tekstslide

In 1598 werd in Frankrijk het Edict van Nantes uitgevaardigd. Dit maakte een einde aan de burgeroorlog tussen katholieken en protestanten. In 1685 trok koning Lodewijk XIV (1638-1715) het edict weer in, omdat hij één godsdienst in zijn land wilde. Veel Franse protestanten vluchtten toen naar de Nederlandse Republiek.
Noem twee redenen waarom veel Franse protestanten juist naar de Republiek vluchtten en
leg uit dat het beleid van Lodewijk XIV paste bij het absolutisme van veel vorsten in de zeventiende eeuw.

Slide 23 - Open vraag

KA:
- De wetenschappelijke revolutie
  • Hoe ontstond een nieuw wereldbeeld?
  • Welke ontwikkeling maakte de wetenschap door?
  • Hoe werd de wetenschap toegepast?

Slide 24 - Tekstslide

Wetenschap: Het opdoen van kennis/theorie op basis van experimenten, waarnemingen en het gebruiken van je verstand. 
Tot 17e eeuw veel weerstand tegen wetenschap: 
  • Vertrouwen in autoriteiten oudheid. 
  • Behoudende visie van de Kerk. 

Humanisme gaf eerste aanzet  voor wetenschappelijke revolutie. 
Kritische houding + Nieuwsgierigheid = Humanisme 
 Humanisme  + Systematische beoefening: = Wetenschappelijke revolutie 
                              - observeren 
                              - redeneren 
                              - concluderen 
       
                                              


Slide 25 - Tekstslide

Wetenschappelijke revolutie wordt gestimuleerd door:
Instrumenten,  Academies, Tijdschriften. 


Belangrijke wetenschappers:

Copernicus: De zon stond stil en de aarde en andere planeten draaiden in cirkels  om de zon, de aarde draaide zelf ook om haar as. 
  
Kepler:  Toonde aan dat Copernicus gelijk had, maar wel in ellipsvormige banen.  Hij maakte wiskundige formules voor de afstanden tussen planeten en  zon. Alles verliep volgens vaste wetten en er was geen ‘beweger’ voor nodig. 
  
Galileo Galilei:  Bevestigde de juistheid hiervan in 1600 en hij bouwde sterke telescopen.  Hij zag dat veel dingen die men altijd dacht niet klopten. De planeten  en manen waren van hetzelfde materiaal gemaakt als de aarde en niet  van doorschijnend stof. De zon zorgde voor licht. 
  
Newton:  ontdekte dat alles draaide om de zwaartekracht.  Hiermee kon beweging  worden verklaard. 

Slide 26 - Tekstslide

De wetenschappelijke revolutie

Tot 1600 was het wereldbeeld nog zoals dat van de oude Grieken, de voorstelling van het heelal en de aarde zoals Aristoteles en Ptolemaeus die hadden, bleef men geloven.  Nieuwe theorieën werden op hun waarde geschat door ze te toetsen aan de wetenschappelijke inzichten van de oude Grieken.      
Experimenten en waarneming vormden nog niet het fundament van de wetenschap. Het fundament van wetenschappelijke activiteit in de Middeleeuwen was de Bijbel en het wereldbeeld van de oude Grieken.       

Vaak wordt het werk van de Poolse wetenschapper Copernicus, ´Revolutionibus orbium coelestium´ (Over de bewegingen van de hemelsferen’) dat in 1543 verscheen als beginpunt van de wetenschappelijke revolutie genomen. Dit werk betekende een breuk met de traditionele zienswijze dat de aarde het middelpunt was van de kosmos.     
Copernicus bewees dat niet de aarde maar de zon het middelpunt was. Een dergelijke aantasting van het Bijbelse wereldbeeld werd niet getolereerd door de Kerk omdat het de autoriteit van de Bijbel en de kerkelijke leer aantastte. Na 1600 kregen wetenschappers te maken met forse tegenwerking van de Kerk. De Kerk beschuldigde de invloedrijke wetenschapper Galileo Galilei , van ketterij omdat hij aanhanger was van het wereldbeeld van Copernicus. Pas in 1992 werd de naam van Galilei door de Rooms-katholieke Kerk gezuiverd en werd hij door paus Johannes Paulus II erkend als gelovig mens.

Slide 27 - Tekstslide

Er onstond een nieuwe wetenschappelijke methode, die bestond uit systematisch waarnemen, experimenteren en daaruit conclusies trekken.

Regelmatige verschijnselen in de natuur werden in de exacte wetenschappen vastgesteld en beschreven in theorieën en natuurwetten.

Hoogtepunt is het werk van Isaac Newton die in 1687 er in slaagde om algemene bewegingswetten te formuleren.

Tijdens de wetenschappelijke revolutie ontstond ook het idee dat wetenschap nut moest hebben. Het moest de mensen helpen de natuur te beheersen en voor zichzelf te gebruiken. Dit leidde tot ontwikkelingen in de technologie, er kwamen nieuwe en betere waarnemingsinstrumenten.

Hierdoor raakten ook overheden geïnteresseerd en gaven geld aan onderzoekers en brachten ze bijelkaar. Er ontsonden wetenschappelijke tijdschriften die de uitwisseling van ideeën en de verspreiding van kennis bevorderden.


Slide 28 - Tekstslide

Gebruik bron. volgende dia. Stel: je schrijft een boek over continuïteit en verandering in de zeventiende eeuw. Je behandelt twee kenmerkende aspecten uit deze periode:
− 'het ontstaan van wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme
en het begin van een wereldeconomie' en
− 'de wetenschappelijke revolutie'.
Leg per kenmerkend aspect uit: − of de bron daarbij past en
− of de bron gebruikt kan worden om continuïteit of om verandering ten opzichte van de middeleeuwen te illustreren.

Slide 29 - Open vraag

De Haarlemse koopman Isaac Massa reist verschillende malen naar Rusland. Hij

weigert in 1609 mee te werken aan een expeditie die Siberië wil bereiken via de

Noordelijke IJszee. Hij schrijft:

Het valt te betwijfelen of Amerika in de buurt van China niet aan deze drie werelddelen vastzit met een landengte zoals Afrika aan Azië vastzit bij de Rode Zee. Dat kan best mogelijk zijn, want wie kan zeggen of het daar open is? De enige informatie daarover kan worden gevonden in bepaalde geschriften van heidenen die schrijven dat het van elkaar gescheiden is

waarvoor zij veel bewijzen aanvoeren.

Als het echter zo open is dan moet de zeestraat wel erg smal zijn. Want anders zou ik zeggen dat het onmogelijk zou zijn dat er mensen in Amerika gekomen zijn, omdat Adam in Azië geschapen is en omdat men nergens in de Bijbel leest dat er voor de Zondvloed al schepen of schuiten waren.

Slide 30 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open vraag