Par. 3. De wetenschap over criminaliteit

Criminaliteit
3. De wetenschap over criminaliteit
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Criminaliteit
3. De wetenschap over criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen welke theorien er allemaal zijn over criminaliteit. 

Slide 2 - Tekstslide

Theorie is een verklaring voor dingen die om ons heen gebeuren. In het boek staan 5 wetenschappelijke verklaringen voor criminaliteit.

Slide 3 - Tekstslide

Theorie 1
De persoonlijkheidstheorie; Volgens pyscholoog Sigmund Freud is criminaliteit een gevolg van psychische storingen

Sigmund Freud (1856-1939)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Volgens de theorie van Freud hebben wij  als mens twee oerdriften: Seks en agressie. Ieder mens heeft hier last van en deze driften kun je niet uitschakelen. Ook niet als je dit zou willen.
Freud

Slide 6 - Tekstslide

Als je op de vorige pagina op het pinnetje duwt verschijnt er een plaatje. Leg dit plaatje in eigen woorden uit.

Slide 7 - Open vraag

We hebben ook een geweten dat verteld ons onze driften in bedwang te houden. Volgens Freud worden mensen die deze driften niet onder controle kunnen krijgen sneller crimineel. Dit betekent dus dat je de oerdriften hoogstens kan controleren. Lukt je dat niet dan is de kans groter dat je crimineel wordt.

Slide 8 - Tekstslide

Heeft iedereen een geweten?
A
ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Bindingstheorie. De bindingen die wij aangaan met onze vrienden, famailie, docent, sportvereniging zorgen ervoor dat we minder snel crimineel verdrag vertonen, omdat we bang zijn deze mensen teleurtestellen. 
Theorie 2

Slide 10 - Tekstslide

Kunnen mensen zonder bindingen sneller in de criminaliteit belanden?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Theorie 3
Aangeleerd-gedragtheorie als je veel omgaat met criminele jongeren is de kans groot dat je zelf ook crimineel wordt. Je gaat bepaald gedrag als gewoon ervaren. 
Edwin Sutherland

Slide 12 - Tekstslide

Theorie 4
Etiketteringstheorie iemand die eenmaal een misdaad heeft begaan zal dit volgende keren ook weer doen. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Waarom willen mensen niet dat gedetineerden bij hun in de wijk komen?

Slide 16 - Open vraag

Theorie 5
Gelegenheidstheorie er wordt een afweging gemaakt wat levert mij dit op en wat kunnen de consequenties zijn. Levert het meer op dan kan er crimineel gedrag plaatsvinden

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Wat wordt er bedoeld met de gelegenheidstheorie?
A
Je pleegt altijd criminaliteit
B
Je vertoont alleen crimineel gedrag als je dat leuk vindt
C
Je kijkt wat het je kan opleveren en dan besluit je crimineel gedrag te vertonen
D
Je vertoont alleen crimineel gedrag als je met andere samen bent

Slide 20 - Quizvraag

Conclusie
We gaan er tegenwoordig van uit dat niet 1 theorie klopt, maar dat het een aantal factoren zijn die samen crimineel gedrag in de hand werken. Het is als het ware een optelsom.

Slide 21 - Tekstslide

Maken
Opdracht: 1,3,5,6,7,9
Bladzijde : 159, 160 werkboek
Bladzijde: 132, 133 leerboek

Slide 22 - Tekstslide