Ik sta paf - 3: Dikkertje Dap
1 / 21
Lesduur is: 45 minIntroductie
Let op: zorg bij deze lessenserie dat het vinkje bij 'devices in de klas' (linksonder op het scherm) uit staat.
In deze les leren de kinderen het lied 'Dikkertje Dap'. Deze les kan je eventueel opdelen door de verschillende coupletten van het lied op verschillende momenten te behandelen.
Instructies
De lesinstructie is te vinden in de bijlage, en in de notities bij elke slide. Deze kan je zien door rechtsonder op het notitieblok te klikken.
De liedtekst is eveneens te vinden in de bijlage. Hierin is te zien welke gedeeltes de kinderen uiteindelijk meezingen, deze tekst is vet gedrukt.
Instructies
Werkbladen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welkom bij les 3!
Deze les is ter voorbereiding op de voorstelling 'Ik sta paf'.
In deze les leren de kinderen het lied 'Dikkertje Dap'. De liedtekst vind je in de bijlage.
In de lessenserie komen acht liedjes voorbij. Herhaal de liedjes zo vaak mogelijk in de klas tussen andere activiteiten door. Zo hebben de kinderen tijdens de voorstelling de beste ervaring.
Slide 2 - Tekstslide
Bespreek met de kinderen of ze de instrumenten nog kennen.
Van linksboven naar rechtsonder:
vleugel (een piano), saxofoon, contrabas, dwarsfluit en drumstel
Weet je nog welk liedje dit is?
Welke instrumenten hoor je? Sleep de juiste instrumenten naar de afbeelding van beertje Pippeloentje.
Luister het hele lied
Slide 3 - Sleepvraag
Het geluidsfragment is het intro van Beertje Pippeloentje.
De juiste antwoorden zijn piano en saxofoon.
Zing eventueel het lied nog een keer mee.
Weet je nog welk liedje dit is?
Welke instrumenten hoor je? Sleep de juiste instrumenten naar de afbeelding van Sebastiaan de spin.
Luister het hele lied
Slide 4 - Sleepvraag
Het geluidsfragment is het intro van 'Sebastiaan'
De juiste antwoorden zijn piano en dwarsfluit.
Zing eventueel het lied nog een keer mee.
Slide 5 - Video
Herhaal de bewegingen en de zang van 'Sebastiaan'.
Weet je nog welk liedje dit is?
Welke instrumenten hoor je? Sleep de juiste instrumenten naar de afbeelding van Sebastiaan de spin.
Luister nu eens naar deze muziek. Kan je al horen welke instrumenten er spelen? Sleep de juiste instrumenten naar de afbeelding
Slide 6 - Sleepvraag
Het geluidsfragment is het intro van het nieuwe liedje 'Dikkertje Dap'.
De juiste antwoorden zijn piano, saxofoon, drumstel en contrabas.
Slide 7 - Tekstslide
Beluister het lied met de kinderen; waar gaat het over?
De kinderen mogen natuurlijk meebewegen op de muziek. Ondersteun de tekst eventueel door gebaren te maken die bij de tekst passen. De kinderen zullen automatisch met je meedoen.
Slide 8 - Tekstslide
Vraag de kinderen eerst of ze zien welk dier er op deze slide staat. Laat ze even raden. Als ze het goed raden (giraf) zet je de muziek aan om samen met de kinderen te luisteren of er ook over dit dier gezongen wordt. Als de kinderen het nog niet weten kan je de muziek aanzetten om met de kinderen te luisteren over welk dier de muziek gaat.
Vraag de kinderen als ze het dier hebben geraden: Met wie praat de giraf in dit liedje (met Dikkertje Dap)? Laat de kinderen de giraf en Dikkertje Dap aanwijzen op de afbeelding.
Slide 9 - Tekstslide
Laat de afbeelding van de giraffes zien en bespreek deze met de leerlingen.
Wat is er zo bijzonder aan de giraf? Laat de kinderen van alles opnoemen en benadruk dat een giraf een hele lange nek heeft.
Weet een van de kinderen nog wat de giraf in het liedje zegt? ("Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje, ik sta paf").
Speel het fragment op de sheet af en laat de kinderen deze zin even meezingen. Herhaal indien nodig de zin voor de kinderen op een langzamer tempo.
Slide 10 - Tekstslide
Speel couplet 1 nogmaals af en geef de kinderen de opdracht om mee te zingen: "Dikkertje, dikkertje, dikkertje, dikkertje ik sta paf!"
Als ze al andere stukjes meezingen, of proberen mee te zingen, moedig dit dan aan en laat de kinderen lekker meezingen.
Sleep de stukjes uit het lied naar het juiste plaatje
Dikkertje Dap klom op de trap
Om kwart over zeven
Een klontje te geven
Rode laarsjes voor de regen
Slide 11 - Sleepvraag
Bespreek eerst met de kinderen wat ze zien op de afbeeldingen (rode laarsjes, een trap, een klok die kwart over zeven aangeeft, een klontje suiker).
Beluister hierna de audiofragmenten en sleep ze met de kinderen naar de juiste afbeelding. Herhaal de zinnen van de audiofragmenten samen met de kinderen, zo krijgen ze even de kans om de zinnen los te oefenen.
Dikkertje Dap - Couplet 1
Slide 12 - Sleepvraag
Zet met de kinderen de plaatjes in de goede volgorde, laat de kinderen zelf noemen welk plaatje als eerste moet. Beluister zo nodig nog een keer de muziek.
Als de plaatjes in de goede volgorde geplaatst zijn zingen jullie het hele stuk mee, met de plaatjes als hulp.
*De giraf en Dikkertje Dap komen meerdere keren voor, je kan ze in de volgorde plaatsen op het moment in het lied waar ze voor het eerst geïntroduceerd worden.
Slide 13 - Tekstslide
Vraag vooraf aan de kinderen om te luisteren wat Dikkertje Dap allemaal aan de giraf vertelt en beluister hierna couplet 2.
Dikkertje Dap kan al een aantal dingen, vraag de kinderen (als ze het niet al genoemd hebben) wat Dikkertje Dap allemaal kan. Weten ze het nog niet allemaal? Luister het lied dan nog eens.
- Drie letters spellen (A, B, C)
- Bijna rekenen
- Mooie poppetjes tekenen
Bespreek met de kinderen wat zij allemaal al kunnen, koppel dit eventueel aan dingen die de kinderen onlangs in de klas hebben geleerd.
Slide 14 - Tekstslide
Laat de afbeelding van de giraffes zien en vraag aan de kinderen wat de giraf deze keer tegen Dikkertje Dap zegt ("Lieve deugd en Kerel, kerel, kerel, kerel, ik sta paf").
Speel het fragment op de sheet af en laat de kinderen deze zin even meezingen. Herhaal indien nodig de zin voor de kinderen op een langzamer tempo.
Slide 15 - Tekstslide
Verzin samen met de kinderen bewegingen voor bij het tweede couplet bij de volgende zinnen:
- 'k moet je nog veel meer vertellen
- Ik kan al drie letters spellen
- A, B, C, is dat niet knap?
- Ik kan mooie poppetjes tekenen
- Kerel, kerel, kerel, kerel ik sta paf
Oefen deze bewegingen bij de muziek. De bewegingen bieden veel ondersteuning bij het leren van de tekst.
Oefen ook eens alleen de bewegingen zonder te zingen (het is dan helemaal stil en de kinderen denken de tekst mee in hun hoofd).
Slide 16 - Tekstslide
Vertel de kinderen dat jullie nu naar het einde van het verhaal gaan luisteren. Vraag ze om goed te luisteren wat hier gebeurt.
Beluister het derde couplet en het eind van het lied met de kinderen.
Tijdens het tussenspel voordat het couplet begint mogen de kinderen (eventueel bij hun eigen plek) vrij dansen.
Slide 17 - Tekstslide
Bespreek met de kinderen wat Artis is; de dierentuin in Amsterdam. Daar wonen ook giraffes.
Herhaal de zinnen:
"Mag ik niet eens even bij je
stiekem van je nek afglijden?
Zo, maar eventjes, voor de grap?
Denk je dat de grond van Artis
als ik neerkom heel erg hard is?"
En vraag de kinderen hoe zij erover denken; denken zij dat de grond van Artis heel erg hard is als je erop neerkomt (valt)?
Slide 18 - Tekstslide
Wat zegt de giraf als Dikkertje Dap vraagt of hij van zijn nek mag afglijden?
Slide 19 - Tekstslide
Dikkertje Dap glijdt van de rug van de giraf af! Hoe klinkt dat?
Maak met behulp van de grafische partituur (de afbeeldingen die je op de sheet ziet) de geluiden met de kinderen.
Je kan de geluiden ook beluisteren door op de muzieknootjes onder de afbeelding te klikken.
Slide 20 - Tekstslide
Oefen nu met het zingen van de geluiden op de juiste momenten in de muziek. De kinderen mogen ook al proberen de andere stukjes tekst mee te zingen.
Aan het einde sluit het lied af met een instrumentaal gedeelte, de kinderen mogen hier weer 'luchtsaxofoon' spelen, of meedansen op de muziek.
Slide 21 - Tekstslide
Zet de muziek aan en laat de kinderen alles meezingen wat ze kennen. Ze zullen het na één les nog niet kennen, maar wel stukjes kunnen meezingen.
Ondersteun de tekst van het tweede couplet met de bewegingen die jullie gemaakt hebben. Laat de kinderen staan tijdens het zingen.
Blijf het lied herhalen en laat het vooral vaak horen - tussen andere lessen door. Op die manier zullen de kinderen het lied steeds beter kennen.
