Van probleem tot wet

Wat is er de afgelopen week gebeurd in de Nederlandse politiek?
1 / 24
volgende
Slide 1: Open vraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is er de afgelopen week gebeurd in de Nederlandse politiek?

Slide 1 - Open vraag

Lesdoelen
  • Je kan de verschillende rol van een regering en een parlement in een parlementaire democratie uitleggen 
  • Je kan de verhouding tussen deze twee rollen evalueren in concrete voorbeelden
  • Je kan de uitvoerende en wetgevende organen herkennen in verschillende politieke niveau's (gemeente, provincie, land, EU)

Slide 2 - Tekstslide

WETGEVENDE MACHT
Parlement (1ste + 2de kamer)
ROL:
  1. MEDEWETGEVING (initieren, amenderen en stemmen wetsvoorstellen)
  2. CONTROLEREN VAN DE REGERING (recht op vragen, onderzoek en uitdrukken van wantrouwen)
UITVOERENDE MACHT
Regering (Kabinet/ministerraad)
ROL:
  1. DAGELIJKS BESTUUR (uitvoering van wetten)
  2. MEDEWETGEVING (wetsvoorstellen indienen op basis van regeerakkoord)       

Slide 3 - Tekstslide

Wie heeft de meeste macht op basis van deze verantwoordelijkheden?
A
Het parlement
B
De regering

Slide 4 - Quizvraag

Premier Rutte wordt ervan beschuldigd om de machtsbalans tussen de regering en het parlement niet te respecteren. Op welke manier?

Slide 5 - Open vraag




Rutte: groot staatsman in tijden van crisis of tijd voor een nieuwe politieke cultuur?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wetgevende organen
  • Lokaal: Gemeenteraad
  • Provincie: Provinciale Staten
  • Nationaal: Parlement (Staten-Generaal)
  • EU: Europees parlement + Europese raad
Uitvoerende organen
  • Lokaal: College van Burgemeester en Wethouders
  • Provincie: Gedeputeerde Staten
  • Nationaal: Regering/ Kabinet/Ministerraad
  • EU: Europese Commissie

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan de verschillende rol van een regering en een parlement in een parlementaire democratie uitleggen 
  • Je kan de verhouding tussen deze twee rollen evalueren in concrete voorbeelden
  • Je kan de uitvoerende en wetgevende organen herkennen in verschillende politieke niveau's (gemeente, provincie, land, EU)

Slide 9 - Tekstslide

Vragen? Opmerkingen?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het verschil tussen het kabinet en de tweede kamer?

Slide 11 - Open vraag

Jullie volgende project!
Voor jullie volgende PO ga je samen met je buddy duidelijk maken hoe een lokale of Europese wet tot stand komt. Specifieke instructies volgen volgende week.

Slide 12 - Tekstslide

Vandaag: Van probleem (input) tot oplossing/wet (output)






Easton's systeemmodel




Case study: de Nederlandse  klimaatwet (95% minder CO2-uitstoot in 2050 vergeleken met 1990; 49% minder tegen 2030).

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

1. INPUT: Welke actoren hebben het probleem klimaatsverandering op de politieke agenda geplaatst? Hoe? Wat zijn hun eisen?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

3. OUTPUT Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet?
A
De Koning
B
Minister van economische zaken en klimaat
C
De tweede kamer
D
De maatschappij

Slide 17 - Quizvraag

4. Feedback: nieuwe problemen duiken op en het proces begint opnieuw

Slide 18 - Tekstslide







Easton's systems theory




Kan je het proces van probleem (input) tot oplossing/wet (output) in  je eigen woorden uitleggen met behulp van het systeemmodel van Easton?
timer
1:30

Slide 19 - Tekstslide

Op welk politiek niveau (gemeente, provincie, nationaal, EU, UN) moet klimaatbeleid beslist worden? Waarom?

Slide 20 - Open vraag

Het subsidiariteitsprincipe
Problemen moeten behandeld worden op het laagste/meest aangewezen politieke niveau (balans tussen centralisatie naar hogere niveau's en decentralisatie naar lagere niveau's). Elk politiek niveau heeft eigen, specifieke bevoegdheden.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Vragen? Opmerkingen?

Slide 24 - Open vraag