4. Renaissance

1 / 84
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 84 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'renaissance'?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al
over de renaissance?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is kennis van de historische achtergrond belangrijk voor literatuurgeschiedenis?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De historische context waarin literaire werken zijn geschreven is belangrijk om de literatuur uit die tijd te kunnen begrijpen. In de middeleeuwen is het geloof een enorm belangrijk thema, maar vanaf de Renaissance heeft men een andere visie t.o.v. God (zie Luther en Calvijn en later Humanisten). Dat is belangrijk om literatuur te kunnen begrijpen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Renaissance
  • Betekent: wedergeboorte van de Griekse en Romeinse kunst en cultuur

  • Periode tussen ongeveer 1450-1600

  • Ontstaan in Italië

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat de mens presteerde, werd niet langer gezien als een gave van God, maar als iets wat uit hemzelf voortkwam
A
Antropocentrisme
B
Empirisme
C
Humanisme
D
Individualisme

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

middeleeuwen
Renaissance
Gedenk te sterven
Carpe diem
Pluk de dag
Memento mori 

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anders denken over het leven en de dood
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)

  • Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

middeleeuwen
renaissance
memento mori
carpe diem
theocentrisch
antropocentrisch
individualisme
collectivisme (groep)
ridderlijk
burgerlijk

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Katholieke kerk (1)
  • Christelijke kerk

  • Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)

  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Katholieke kerk (2)
  • Er staan beelden in de kerk

  • Deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd

  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. 
Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. 
Veel aanhangers in Nederland

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

→Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de stellingen is juist?


1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.
2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Renaissance
Revolutie in de Nederlandse literatuur
Wilhelmus
Rederijkersliteratuur
Pieter Corneliszoon Hooft
Maria Tesselschade Roemers(dochter) Visscher
Joost van den Vondel
Gysbreght van Aemstel 
Lachen is gezond


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Translatio, imitatio en aemulatio zijn termen die horen bij
A
sonnetten
B
toneel
C
pamfletten
D
Statenbijbel

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

translatio
imitatio
aemulatio
overtreffen
vertalen
navolgen

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hoogste ideaal in de Renaissance (een mens die uitblonk op alle gebieden van de menselijke cultuur) noemde men ook wel de
A
homo sapiens
B
homo universalis
C
homo erectus

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van een sonnet?
A
14 versregels
B
volta
C
vast rijmschema
D
lyrisch

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel regels heeft een sonnet?
A
4
B
6
C
8
D
14

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is, bij een sonnet, een volta?
A
inhoudelijke wending
B
strofe van 8 regels
C
tegenstelling
D
verandering van vorm

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het rijmschema van een Petrarca sonnet kent een aantal variaties, maar het meest standaard is ...
A
ABAA ABAA CDD DCD
B
ABBA ABBA CDC DCD
C
ABBA ABBA DCD DCD
D
ABCD ABCD CDC DCD

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

puntdicht
kort gedicht
kenmerken
zet aan tot denken
kritisch of ironisch

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Het sonnet
  • - heeft altijd 14 versregels
  • - versregels worden verdeeld over octaaf en sextet.
  • - octaaf kan worden verdeeld in twee kwatrijnen
  • - sextet kan worden verdeeld in twee strofen van drie (terzet bij een sonnet)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe uitte het estheticisme zich in de literatuur?
A
De taal moest verfijnd zijn, elegant.
B
Grote nadruk op regelgeving
C
Teksten werd voorzien van afbeeldingen van gerenommeerde kunstenaars.
D
Personages in de literatuur dienden zich geloofwaardig te gedragen

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Renaissance
Revolutie in de Nederlandse literatuur
Wilhelmus
Rederijkersliteratuur
Pieter Corneliszoon Hooft
Maria Tesselschade Roemers(dochter) Visscher
Joost van den Vondel
Gysbreght van Aemstel 
Lachen is gezond


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is de tekst voor het Wilhelmus geschreven?
10012000

Slide 43 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Rond 1570 werd de tekst voor het Wilhelmus geschreven?

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer werd het Wilhelmus officieel het Nederlandse volkslied?
10022000

Slide 45 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Het Wilhelmus is pas sinds 1932 het officiële Nederlandse volkslied.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het 
Wilhelmus

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Over wie gaat het
Wilhelmus eigenlijk?
A
Willem Alexander
B
Willem van Oranje-Nassau
C
Koning Willem III
D
Willem van Hanegem

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Willem van Oranje-Nassau
Het Wilhelmus gaat over Willem van Oranje-Nassau, een Nederlandse edelman die in 1568 in opstand kwam tegen de Spaanse koning.  
Het Wilhelmus was een strijdlied van de soldaten/Geuzen. Ze steunden Willem van Oranje-Nassau in de opstand.

Wil je meer weten van Willem van Oranje? Klik dan hier.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel coupletten heeft het Wilhelmus?
A
2 coupletten
B
8 coupletten
C
15 coupletten
D
18 coupletten

Slide 50 - Quizvraag

Les zonder devices
U beantwoordt de vraag samen met de leerlingen op het bord.

Acrostichon 
Het Wilhelmus is een acrostichon, of naamdicht. De beginletters van de vijftien strofen vormen de naam ‘Willem van Nassau’ (in de spelling van toen: Willem van Nassov). 

Meestal wordt alleen het eerste couplet gezongen. In de Tweede Wereldoorlog zong men ook vaak het zesde couplet erbij. Dat gaat over ‘de tirannie verdrijven’ en het gaf moed om tegen de Duitse overheersing te strijden.

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

couplet 1
couplet 2
couplet 3
alle 1e regels

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Sleep de juiste betekenis naar de dikgedrukte woorden.
Oorlof mijn arme schapen 
die zijt in groten nood, 
uw herder zal niet slapen, 
al zijt gij nu verstrooid. 
Tot God wilt u begeven, 
zijn heilzaam woord neemt aan, 
als vrome christen leven, 
't zal hier haast zijn gedaan.
Als een prins opgezeten 
met mijner heireskracht, 
van den tiran vermeten 
heb ik den slag verwacht, 
die, bij Maastricht begraven, 
bevreesde mijn geweld; 
mijn ruiters zag men draven 
zeer moedig in dat veld.
In Godes vrees te leven 
heb ik altijd betracht
daarom ben ik verdreven, 
om land, om luid gebracht. 
Maar God zal mij regeren 
als een goed instrument, 
dat ik zal wederkeren 
in mijnen regiment.
Bang zijn.
In acht nemen of nakomen.
Oud Hollands woord voor legermacht.
Genezing, geluk brengend.

Slide 53 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


In het eerste couplet hoor je de volgende zin: 'Ben ik van Duitsen bloed.'

Het gaat toch over Willem van Oranje die strijdt voor de Nederlanden? Hoe kan dat?
A
'Duits' is het Oudnederlands woord voor 'Diets' en dat betekent Nederlands.
B
Het moet eigenlijk zijn: "Hou ik van Duitsen bloed." Hij lustte de Duitsers rauw.
C
Willem van Oranje was eigenlijk een Duitser.

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duits of Diets?
Toen het Wilhelmus rond 1570 werd geschreven, had het woord Duits een heel andere betekenis dan het nu heeft. Het was een veel gebruikt synoniem voor Diets, dat Nederlands of volks betekende.  
 
In het Nederlands heeft het die betekenis verloren  
en verwijzen we met Duitsers alleen  
nog naar onze oosterburen.  
 
Maar in het Engelse Dutch is de oorspronkelijke betekenis nog steeds terug te horen.
Het Wilhelmus op papier
Dit is de oudste versie van het Wilhelmus op papier.
Het wordt bewaard in Brussel.

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn de geuzen?
Het woord geus is afgeleid van het Franse gueux. Dat betekent armoedzaaier of schooier. 
 
De geuzenvloot bestond vooral uit verarmde adel met daarbij avonturiers, werkloze zeelui en zelfs misdadigers.  
 
De vloot was in de periode 1567-1572 het enige 
effectieve machtsmiddel dat prins Willem van Oranje had tegen de Spaanse koning. 
Inname Den Briel - 1 april 1572
De Watergeuzen namen in naam van Willem van Oranje de stad Den Briel in handen.

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe denk je dat de geuzen het Wilhelmus zongen?
Het Wilhelmus gaf de soldaten moed en maakte de Spaanse soldaten bang. Overal waar de Spanjaarden kwamen, werd het lied gezongen. Ze werden er gek van.
A
B
C

Slide 57 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Wilhelmus was oorspronkelijk een soldatenmarsliedje: een energiek deuntje waar je lekker op kon marcheren.


Soldatenmars

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zing mee!
Wilhelmus karaoke

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Renaissance
Revolutie in de Nederlandse literatuur
Wilhelmus
Rederijkersliteratuur
Pieter Corneliszoon Hooft
Joost van den Vondel
Gysbreght van Aemstel 
Maria Tesselschade Roemers(dochter) Visscher
Lachen is gezond


Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 61 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rondeel
Zoals de naam aangeeft, loopt het rond en vormen de regels een cirkel. Een rondeel bestaat meestal uit acht regels waarvan de eerste twee ook de laatste twee zijn, en de eerste regel bovendien herhaald wordt in de vierde. 

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Retrograde
Eel Belgica vruchtbaar geeft Gode lof en prijs
veel Helden vroom baart gij ook scheepsvolk kloek end’ wijs
wijck geen neemt Mars vivit Prinsen Heren op waakt
rijk en sterk Nederland krijg en zeevaart maakt.

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het begin van de vijftiende eeuw ontstonden de rederijkerskamers. Wat gebeurde daar?
A
kwamen bijeen om literaire kunst te beoefenen
B
kwamen bijeen om toneelstukken op te voeren
C
Kwamen bijeen om thee te drinken en bij te kletsen
D
kwamen bijeen om kritiek op de maatschappij te uiten

Slide 72 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten gedichten die de rederijkers schreven:
A
sonnet, acrostichon en rondeel
B
geuzenlied, refrein, rondeel
C
refrein, acrostichon, rondeel
D
rondeel, sonnet, refrein

Slide 73 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 74 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke drie onderdelen bestaat een embleem?

Slide 75 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Wilhelmus gaat over Willem van Oranje-Nassau, een Nederlandse edelman die in 1568 in opstand kwam tegen de Spaanse koning.

Het Wilhelmus was een strijdlied van de soldaten/geuzen. Ze steunden Willem van Oranje-Nassau in de opstand.

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel coupletten heeft 
het Wilhelmus.
A
2 coupletten
B
8 coupletten
C
15 coupletten
D
18 coupletten

Slide 77 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekenen de dikgedrukte rode woorden?
Zich verontschuldigen of iemand sparen.
Geminacht, met minachting bejegend.
Genezing, geluk brengend.
Bang zijn.
Oud Hollands woord voor legermacht.
 In acht nemen of nakomen.
Oud Hollands woord voor gehoorzamen.
Een hekel hebben aan

Slide 78 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tip
Sleep het juiste begrip in het juiste kader.
tip

Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezelschapsspel
Boeken met emblemata waren populair bij de burgers in de 17e eeuw. 

Het was een populaire spelvorm om de diepere boodschap te raden uit motto en pictura. Het subscriptio gaf het antwoord.

Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke drie onderdelen bestaat een embleem?

Slide 82 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

motto, pictura, subscriptio

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 84 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies