les voor de toets over hfd 4 5 7

Massamedia
MAANDAG TOETS OVER HOOFDSTUK 4, 5 & 7

Deze les: 
- herhalen belangrijke begrippen
- proeftoets maken 
- nakijken 
- 11:35 toets media inzien + bespreken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Massamedia
MAANDAG TOETS OVER HOOFDSTUK 4, 5 & 7

Deze les: 
- herhalen belangrijke begrippen
- proeftoets maken 
- nakijken 
- 11:35 toets media inzien + bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk controle
hoofdstuk 5 opgaven 1 t/m 15
Degenen die dit niet af hadden maandag moeten dit vandaag hebben gemaakt.

Wie hadden dit niet af maandag?

- shaïstah - joan - liam - melle - ranjot - na'seah - daniela
- romaisae - joy - deshanti - youssra - siata - amber
Het huiswerk voor vandaag van hoofdstuk 7 =
1 t/m 4 pagina 77 
5 t/m 9 pagina 79 
11 en 12 pagina 81 1
4 en 15 pagina 82













Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
- de 3 manieren hoe journalisten aan nieuws komen
- de selectiecriteria
- wat is een doelgroep
- identiteit + welke rol het speelt bij selecteren nieuws
- selectieve perceptie
- referentiekader
- betekenis objectiviteit + de criteria voor journalisten om zo objectief mogelijk te schrijven 

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
- betekenis: persvrijheid + democratie
- betekenis: censuur + dictatuur
- de 4 beperkingen waar journalisten zich aan moeten houden
(niet discrimineren - geen onzedelijke informatie - niet liegen - geen opruiende uitspraken doen)
- betekenis pluriformiteit van de media
- krant beginnen: voor winst of het hebben van een ideaal?
- steun van de overheid: stimuleringsfonds voor de Pers
- betekenis persconcentratie + gevolg persconcentratie

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 7
- betekenis socialisatie (door de media dan)
- betekenis beeldvorming door de media
- betekenis vooroordeel + voorbeelden
- betekenis stereotype + voorbeelden
- betekenis rolpatroon + voorbeeld 
- de 5 beïnvloedingstheorieën kennen!!! 
- betekenis: manipulatie en indoctrinatie 
- betekenis: opinieleider
- mediawijsheid + welke vragen stellen om mediawijs te worden 

Slide 5 - Tekstslide

Beïnvloedingstheorieën
Maar hoe groot is de invloed van media dan wel?

Wetenschappers denken daar heel verschillend over. In dit hoofdstuk worden vijf beïnvloedingstheorieën besproken:
  • De injectienaaldtheorie
  • De multiple-step-flowtheorie
  • De media als betekenisverlener
  • De theorie van de selectieve perceptie
  • De agendatheorie

Slide 6 - Tekstslide


Injectienaaldtheorie
"Druppeltje voor druppeltje spuit de media ons vol met ideeën. Het publiek neemt de boodschap van media heel makkelijk (letterlijk) over"

Bij deze theorie spelen de begrippen manipulatie en indroctinatie een belangrijke rol.

Manipulatie =
Geven van vervormde informatie zoals het weglaten of vervormen van feiten zonder dat het publiek dit merkt.

Indoctrinatie =
Voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek.

Slide 7 - Tekstslide


Multiple-step-flowtheorie
Niet de media zelf, maar bepaalde mensen in de media hebben invloed. Zij worden ook wel opinieleiders genoemd = mensen met een sterk gezag, die invloed hebben op anderen.
Hun mening wordt vaak overgenomen door mensen die naar hun programma's kijken

Multiple-step is letterlijk... Meerdere stappen. De invloed van de media verloopt via stappen (media - opinieleider - publiek)

Slide 8 - Tekstslide


Media als betekenisverlener
Media zijn niet alleen communicatie-middelen, maar hebben een betekenis voor de ontvangers en gebruikers.
Bijvoorbeeld: mensen hebben behoefte aan informatie en amusement en daarom gebruiken mensen media.

Op lange termijn wordt de invloed van media sterker omdat ze via het bieden van informatie en amusement normen en waarden overgedragen.

Slide 9 - Tekstslide

De theorie van de selectieve perceptie
In hoofdstuk 4 ging het over de selectieve perceptie van journalisten bij het geven van informatie.

Deze theorie gaat juist over de macht van de mediagebruikers zelf.

Het referentiekader bepaalt welke informatie wel of niet bekeken wordt. 

Slide 10 - Tekstslide


Agendatheorie
De media bepaalt niet wát mensen denken, maar waarover we denken en met elkaar praten, dus welk onderwerp bij mensen 'op de agenda staat'.
Bijvoorbeeld: Temptation Island, als daar iemand is vreemd gegaan, wordt daar de volgende dag op school/werk over gepraat.

Ook op de politieke agenda hebben de media invloed: politici horen, zien en lezen dingen waar ze iets aan kunnen doen.

Slide 11 - Tekstslide

Mediawijsheid = dat je voorzichtig en kritisch omgaat met media


Stel jezelf de volgende vragen:
  1. Hoe betrouwbaar is deze informatie?
  2. Hoe ga je om met persoonlijke gegevens? Bijvoorbeeld op TikTok of instagram.
  3. Bekijk en lees meer dan één nieuwssite of krant. Dan kan je beter een eigen mening vormen.
  4. Wat is de 'kleur' van de krant, tijdschrift, zender? Want zij brengen vooral informatie die bij hun doelgroep/identiteit past.

Slide 12 - Tekstslide

Koppel de juiste beschrijving (links) aan de juiste theorie (rechts).
Je kan de antwoorden slepen.
Injectienaaldtheorie
Theorie van de selectieve perceptie
Multiple-step-flowtheorie
Agendatheorie
Theorie die laat zien dat de media weinig invloed hebben op de manier waarop mensen denken, maar veel invloed op de onderwerpen waarover we denken.
Theorie die  laat zien dat de media veel directe invloed hebben op het doen en laten van mensen.
Theorie die laat zien dat de media alleen directe invloed hebben op mensen via gezaghebbende personen.
Theorie die laat zien dat de media alleen invloed hebben op datgene wat mensen willen horen of zien.

Slide 13 - Sleepvraag

Huiswerk hfd 7 WÉL AF?? =
= maken de oefentoets opgaven in je boek. 
opgave 7 pagina 87 
opgaven 8 & 10 pagina 88
opgaven 11 & 13 pagina 89 




HOOFDSTUK 7 NIET AF? =

 AFMaken van 7.1 en 7.2 opgaven:
1 t/m 4 , 5 t/m 9 
11 en 12 en 14 en 15 

CONTROLE: om 11:35
Niets/Weinig gedaan = 15:10 komen werken!!!!!

Slide 14 - Tekstslide

Controle

Slide 15 - Tekstslide