Rivieren: adaptief deltamanagement

Adaptief deltamanagement
Paragraaf 4
1 / 59
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 59 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Adaptief deltamanagement
Paragraaf 4

Slide 1 - Tekstslide

maar eerst herhaling van de vorige lessen

Slide 2 - Tekstslide

Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaarde
Zomerbed
Kribben
Binnendijks gebied
Buitendijksgebied

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Link

Bevaarbaarheid van een rivier 
stuwen
kribben
kanalisering
helpt verhang te overbruggen
voorkomt meanderen
reguleert debiet
verhoogt de stroomsnelheid
doet het verhang toenemen
helpt vaargeul op diepte houden

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kanalisatie
Het recht trekken van de meanders om de bevaarbaarheid van de rivier te verbeteren.

Maar: 
daardoor wordt de lengte van de rivier korter, en het verhang is hoogteverschil (verval) per km rivier....
 

Slide 11 - Tekstslide

Kanalisatie

DUS: 
hetzelfde verval verdeeld over minder km rivier is een groter verhang (waardoor grotere stroomsnelheid onstaat= versnelde afvoer)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Tot 1995 stond water beleid voor in het teken van normaliseren van de rivieren en bescherming tegen de zee. 
Maar! Dreigende overstroming in 1995 in NL maakte duidelijk dat ook de rivieren gevaar op leveren!
Dus = meer Ruimte voor de Rivier!

Slide 14 - Tekstslide

Adaptief deltamanagement
Adaptief:
bijv.naamw.Uitspraak: [adɑp'tif] - aangepast voor een bepaalde omstandigheid 

Overheid voert flexibel beleid om waterproblematiek aan te (kunnen) pakken

Slide 15 - Tekstslide

Adaptief watermanagement
Centraal staan:
- de waterveiligheid: bescherming tegen overstromingen

- de zoetwatervoorziening: optimaal benutten van zoetwater en beperken van watertekorten
- de ruimtelijke inrichting: rekening houden met het klimaat en het water bij stedelijke (her)ontwikkeling

Om deze zaken voor elkaar te krijgen, werken Rijkswaterstaat  en de waterschappen
 nauw samen met andere partijen zoals lokale overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Dit noemen we integraal waterbeleid
.

Slide 16 - Tekstslide

Adaptief deltamanagement
Vooruit kijken en flexibel blijven.
  1. Waterveiligheid: bescherming tegen overstromingen.
  2. Zoet water: voorkomen van tekorten aan drinkwater.
  3. Ruimtelijke adaptatie: rekening houden met klimaat en water.
  4. Rijn-Maasdelta: veiligstellen Rijnmond-Drechtsteden en Zuidwestelijke delta.
  5. IJsselmeer gebied: veiligstellen van zoetwatervoorraad en voorkomen overstromingen.
Hoe verdelen we het Rijnwater over de rivieren de Waal, de Nederrijn-Lek en de IJssel? Het antwoord op die vraag is belangrijk voor de waterveiligheid in dit gebied. Tot 2050 verandert er volgens deze voorgestelde deltabeslissing niets. Of de afvoerverdeling na 2050 nog veranderd mag worden, wordt de komende jaren duidelijk.

Hierin staat onder andere hoe overtollig water naar de Waddenzee kan worden afgevoerd. En onder welke voorwaarden het IJsselmeergebied kan dienen als zoetwatervoorraad voor andere gebieden. Verder staat in de deltabeslissing wat de hoogste waterstand is voor het IJsselmeer en de meren er omheen.

In deze deltabeslissing staan plannen voor de bouw en inrichting van het landschap. Het voorstel is om bij bouwplannen beter te kijken naar de gevolgen van overstromingen en wateroverlast. En hoe het in de stad koel blijft in heel warme zomers. Dat wordt steeds belangrijker als het klimaat verandert.


Wat kan de overheid bieden als er te weinig zoetwater is voor landbouw, industrie en natuur? De Deltacommissaris stelde voor om daar afspraken over te maken. In de deltabeslissing staan ook plannen om meer zoetwater naar (droge) gebieden (Hoog-Nederland, zandgronden!) te laten stromen. En wat gebruikers zelf moeten doen om zuiniger om te gaan met water.

In de deltabeslissing Waterveiligheid staan nieuwe afspraken om Nederland te beschermen tegen overstromingen. Denk bijvoorbeeld aan afspraken over de hoogte van dijken. Het voorstel is om nieuwe normen af te spreken. Doel is om de kans op een overstroming, en de gevolgen daarvan zo klein mogelijk te maken.


Slide 17 - Tekstslide

Het water moet langer vasgehouden worden om te voorkomen dat het snel naar een lager gelegen gebied of de rivier stroomt. We proberen dus de vertragingstijd weer te vergroten. 
Dit wordt gedaan door het aanleggen van waterrijke natuurgebieden en meer groenvoorzieningen en maatregelen in de wijk, zoals groene daken
Als het vasthouden niet meer lukt, creeëren we meer ruimte voor het water in en rond de rivier. 
Als vasthouden en bergen niet meer mogelijk is, moet het water gecontroleerd mogelijk worden afgevoerd. Via kanalen en rivieren naar de zee, met zo min mogelijk obstakels die de stroming kunnen vertragen.  
Bij een watertoets wordt gekeken over er bij nieuwbouwlocaties rekening is gehouden met de veiligheid, de wateroverlast, de waterkwaliteit, de verdroging en of de waterproblemen niet worden afgewenteld op een ander gebied.

Slide 18 - Tekstslide

nieuw waterbeleid vanaf 1995
watertoets
wil je iets (ver)bouwen?
Dan moet je checken of je de waterhuishouding niet verslechterd.
je kan pas een vergunning krijgen als de watertoets niet negatief is.

Slide 19 - Tekstslide

Drietrapsstrategie

Slide 20 - Tekstslide

Drietrapsstrategie

Slide 21 - Tekstslide

Drietrapsstrategie

Slide 22 - Tekstslide

Ruimte voor de rivier
+ Natuurwaarde verhogen / recreatie mogelijkheden

Slide 23 - Tekstslide

Ruimte voor de Rivier

Slide 24 - Tekstslide

Ruimte voor de Rivier

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

Dit filmpje vind ik
A
Echt, serieus, ik ben geen kleuter!
B
wel geinig
C
hoewel een tikkeltje kinderachtig wel educatief
D
helemaal geweldig

Slide 28 - Quizvraag

Leg in eigen woorden uit wat "zomerbed verdieping" inhoudt en welk voordeel dit oplevert.

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video

Leg in eigen woorden uit wat "kribverlaging" inhoudt en welk voordeel dit oplevert.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Video

Leg in eigen woorden uit wat een "hoogwatergeul" inhoudt en welk voordeel dit oplevert.

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Video

leg uit wat het verschil is tussen een hoogwatergeul en uiterwaardvergraving

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Video

leg uit waarom kribverlaging een vorm van obstakel verwijdering is

Slide 37 - Open vraag

zorgt vooral voor extra ruimte voor rivier water = "bergen"
zorgt vooral voor versnelde afvoer van het rivierwater richting de zee = "afvoer"
kribverlaging
uiterwaard vergraven
hoogwatergeul
obstakels verwijderen
zomerbed verdiepen

Slide 38 - Sleepvraag

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

In het verleden zijn kribben aangelegd, waarom? En waarom worden ze tegenwoordig verlaagd?

Slide 56 - Open vraag

Noem het voordeel en het nadeel van het kanaliseren van rivieren.

Slide 57 - Open vraag

Wat is de reden om het waterpeil in het IJsselmeer te verhogen en wat is hier het risico van?

Slide 58 - Open vraag

Meer water naar het IJsselmeer leiden heeft ook gevolgen voor plaats X. Welk gevolg?

Slide 59 - Open vraag