Quiz je kennis over de economie!

Quiz je kennis over de economie!

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je een kennisquiz over de economie beantwoorden.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.

Wat weet je al over de economie?

Wat is economie?

Economie is de studie van het produceren, distribueren en consumeren van goederen en diensten.

Geef een korte definitie van economie.

Vraag en aanbod

Vraag en aanbod zijn de belangrijkste krachten die de prijzen van goederen en diensten bepalen.

Leg uit wat vraag en aanbod zijn en hoe ze de prijzen beïnvloeden.

Inflatie

Inflatie is de stijging van de algemene prijsniveaus in een economie over een bepaalde periode.

Beschrijf wat inflatie is en hoe het de economie beïnvloedt.

BBP

Het Bruto Binnenlands Product (BBP) is de totale waarde van alle goederen en diensten die in een land worden geproduceerd in een bepaalde periode.

Leg uit wat het BBP is en hoe het wordt berekend.

Werkloosheid

Werkloosheid verwijst naar mensen die willen werken, maar geen baan kunnen vinden.

Definieer werkloosheid en bespreek de verschillende soorten werkloosheid.

Belastingen

Belastingen zijn verplichte betalingen aan de overheid om openbare voorzieningen en diensten te financieren.

Beschrijf wat belastingen zijn en waar ze voor worden gebruikt.

Monopolie

Een monopolie is wanneer één bedrijf de enige aanbieder is van een bepaald product of dienst.

Leg uit wat een monopolie is en bespreek de voor- en nadelen ervan.

Internationale handel

Internationale handel is de uitwisseling van goederen en diensten tussen landen.

Beschrijf wat internationale handel is en waarom het belangrijk is voor de economie.

Geld en valuta

Geld is een algemeen aanvaard ruilmiddel voor goederen en diensten. Valuta is de specifieke vorm van geld die in een bepaald land wordt gebruikt.

Leg uit wat geld en valuta zijn en hoe ze worden gebruikt in de economie.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.