Groep 4 - taal in beeld - Blok 4, les 5 - WW
Dansen
Zwemmen
Koken
Fietsen
1 / 15
Onderdelen in deze les
Dansen
Zwemmen
Koken
Fietsen
Slide 1 - Sleepvraag
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat is het werkwoord?
Emily ligt in bed
Emily ligt in bed
A
Emily
B
in
C
bed
D
ligt
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het werkwoord?
Liz slaapt al bijna
Liz slaapt al bijna
A
bijna
B
Liz
C
slaapt
D
al
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het werkwoord?
David rende heel hard
David rende heel hard
A
David
B
heel
C
hard
D
rende
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het werkwoord?
Dychandley leest een mooi boek
Dychandley leest een mooi boek
A
leest
B
Dychandley
C
mooi
D
boek
Slide 7 - Quizvraag
werkwoorden
Slide 8 - Woordweb
Wat is het werkwoord?
De kerstboom groeit in de pot.
De kerstboom groeit in de pot.
A
groeit
B
pot
C
kerstboom
D
in
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het werkwoord?
De lampjes in de klas schijnen
De lampjes in de klas schijnen
A
lampjes
B
schijnen
C
klas
D
in
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het werkwoord?
De kinderen in groep 4a werken hard!
De kinderen in groep 4a werken hard!
A
kinderen
B
groep 4a
C
werken
D
hard
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het werkwoord?
Sanne en Jaylynn spelen leuk met elkaar
Sanne en Jaylynn spelen leuk met elkaar
Slide 12 - Open vraag
Wat is het werkwoord?
Quinn lacht om de grapjes van Jelle
Quinn lacht om de grapjes van Jelle
A
lacht
B
grapjes
C
Quinn
D
Jelle
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het werkwoord?
Meester Kevin struikelt over zijn eigen voeten
Meester Kevin struikelt over zijn eigen voeten
A
Meester Kevin
B
eigen
C
voeten
D
struikelt
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een werkwoord?
A
Een naam
B
de, het, een
C
Geen idee
D
Een werkwoord zegt wat een mens, dier of ding doet
