Lichaam: Organen Les 3

Organen
Lichaam: organen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Organen
Lichaam: organen

Slide 1 - Tekstslide

Kerndoel 41

        De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je leren?
Wat zijn organen?
Welke organen zitten er in ons lichaam. 
Hoe zie je hart er uit. 
Hoe werken de longen. 

Slide 3 - Tekstslide

Organen  

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn organen?

Slide 5 - Woordweb

Machine
Je lichaam is een bijzondere machine. Om je lichaam te laten functioneren heb je organen nodig. 
De meeste organen zitten in je borstkas

Slide 6 - Tekstslide

Levend wezen
Een orgaan is een deel van een levend wezen (dier of plant) dat een bepaalde taak heeft.

Slide 7 - Tekstslide

Alle organen
De mens heeft veel organen
  • Hersenen 
  • Hart
  • Longen 
  • Lever
  • Maag 
  • Nieren 
  • Darmen 
  • Huid 

Slide 8 - Tekstslide

Welke organen ken jij al?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Hart
Je hart is een van de belangrijkste organen. Je hart zit midden in je borstkas. 
Bloed
Het hart is een sterke spier die steeds samentrekt en weer ontspant en zo het bloed door het lichaam pompt. In het bloed zitten voedingsstoffen en zuurstof die overal in het lichaam nodig is. 

Per minuut
Het bloed blijft voortdurend rondjes maken in je lichaam. Per minuut verwerkt het hart wel 5 liter bloed! Elke keer als het hart pompt, heet dat een hartslag. Het hart klopt tussen de 60 en 100 keer per minuut. Het hart van een mens is ongeveer zo groot als de vuist en weegt zo'n 300 gram.
Hartslag
Wat je voelt bij je hartslag, is de hoeveelheid bloed die per samentrekking van je hart door de slagader wordt gepompt. Je kunt je hartslag zelf meten

Slide 11 - Tekstslide

Hoe ziet je hart er uit?
Een hart lijkt eigenlijk niet zoveel op de hartjesfiguren die mensen vaak tekenen. Het hart bestaat uit twee helften, een linker- en een rechterhelft. 
Kamer
De twee helften bestaan elk weer uit twee holle ruimtes, een "boezem" en een "kamer". Die boezems en hartkamers worden van elkaar gescheiden door de hartkleppen. Die kleppen werken een beetje als een sluis. Ze laten het bloed maar in één richting door. Als het hart het bloed heeft weggepompt en daarna even ontspant, dan kan het bloed niet weer terugvloeien.

Slide 12 - Tekstslide

Belangrijk
De longen zijn een belangrijk menselijk lichaamsdeel. Ze zorgen er namelijk voor dat er zuurstof in het bloed komt. 
Twee
Het lichaam heeft twee longen. De linker- en rechterlong zitten verpakt in een glibberige zak (het borstvlies), en in een laagje borstvliesvloeistof zodat ze soepel kunnen bewegen tijdens het ademhalen
Hoe werken de longen
De ademhaling wordt gedaan met behulp van het middenrif dat bol en plat wordt als je in of uit ademt. De lucht die we inademen gaat via de luchtpijp naar de longen.  Het hart pompt de zuurstof door het lichaam. Het duurt 7 seconden tot dat de zuurstof naar je teen of naar je hersenen is gebracht.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Longblaasjes
De longblaasjes zijn bedekt met haarvaatjes, die het zuurstof uit de longblaasjes opnemen en weer naar het hart brengen.
Haarvaatjes
Wanneer de haarvaatjes zuurstof opnemen uit de longblaasjes, geven de haarvaatjes tegelijkertijd hun koolstofdioxide [een gas in de lucht die je niet kunt ruiken of proeven] aan de longblaasjes. Die brengen het weer terug naar de luchtpijp om het uit te ademen.
Weetjes
Een mens ademt ongeveer 20.000 keer per dag in en uit. Na een grote inspanning ademen we 4 keer zo snel. 

Slide 15 - Tekstslide

Lever
De lever is het grootste inwendige orgaan in het menselijk lichaam. De lever ligt onder het middenrif en behoort tot het spijsverteringsstelsel. Omliggende organen zijn de galblaas de alvleesklier en de maag. In het menselijk lichaam wordt de lever beveiligd door de ribben en door de buikholte.
Functies
De lever zorgt ervoor dat je lichaam op temperatuur blijft. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hoe groot is een mensenhart?

Slide 18 - Open vraag

Maag
De maag is een orgaan dat dient om voedsel te verteren.
Bacteriën
In de maag worden er maagsappen aan je voedselbrij toegevoegd die de bacteriën doden. De wand van de maag bestaat uit spieren die het voedsel verder kneden tot een spijsbrij.
Weetje
Wist je dat een koe 4 magen heeft. 

Slide 19 - Tekstslide

Nieren
Nieren zijn twee organen die in de buikholte(in je buik) een paar centimeter van je rug af, links en rechts van je ruggengraat liggen. Ze zorgen er voor dat ongewenste stoffen verwijderen, zoals afvalstoffen van stoffen die je binnenkrijgt door te eten of andere dingen die je inneemt zoals medicijnen.
Plassen
Het stofje wat de nieren maken met al die afvalstoffen is urine, ofwel jouw plas.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Darmen
De darmen zijn een belangrijk deel van je lichaam. Het zijn ingewanden, organen, die je voedsel verteren. De gezonde voedingsstoffen neemt je lichaam op, de slechte stoot het af. De darmen zorgen ervoor dat je kunt poepen
Verschillende darmen
Je hebt de dunne darm, de dikke darm, de blindedarm, de endeldarm, de twaalfvingerige darm en de slokdarm. Sommige darmen doen helemaal niks, zoals de blindedarm maar de andere zijn juist heel erg belangrijk zoals de dikke en de dunne darm.
Lengte
Sommige darmen zijn erg lang. Zo is de dunne darm wel 6 meter en bestaat uit: de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de kronkeldarm. De dikke darm is dikker dan de dunne darm, maar ook een stuk korter. Dikke darm is maar 1 meter lang. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Waar zorgen de longen voor?
A
Bescherming voor de andere organen
B
Zuurstof zodat je kunt groeien
C
Bescherming voor je hart
D
Voor zuurstof in het bloed

Slide 24 - Quizvraag

Gok een hoe vaak een mens per dag ongeveer in- en uitademt
A
10.000 keer
B
45.000 keer
C
20.000 keer
D
18.000 keer

Slide 25 - Quizvraag

Welke ken jij?
Zou jij bij de nummers de juiste namen van de organen weten?

De antwoorden
Okay je mag spieken....
1. Hersenen 
2. Longen 
3. Hart 
4. Milt 
5. Dunne darm
6. Dikke darm
7. Nieren
8. Maag 
9. Lever 
10. Luchtpijp

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Bedankt voor je inzet.
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 28 - Tekstslide