Oefening woordsoorten Latijn SPQR L1

woordsoorten 
in het Latijn

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

woordsoorten 
in het Latijn

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woordsoorten ken je?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke woordsoort kent het Nederlands wél, maar het Latijn niet?
A
voorzetsels
B
lidwoorden
C
bijwoorden
D
persoonlijke voornaamwoorden

Slide 3 - Quizvraag

de meeste woordsoorten komen zowel in het Nederlands als in het Latijn voor. En in andere talen als Duits, Engels en Frans.
sleepvragen
Sleep op de volgende dia's de woorden steeds naar de juiste woordsoort

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
frater

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
in

Slide 6 - Sleepvraag

Tip: bij deze woordsoort staat er altijd + .... bij in de woordenlijst
zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
deus

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
ibi

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
habitare

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
venire

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
vivere

Slide 11 - Sleepvraag

Dit is een basiswoord dat je nog niet geleerd hebt. Toch kan je wel beredeneren bij welke woordsoort het hoort...
zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
Olympus

Slide 12 - Sleepvraag

Hé, nog een onbekend woord (al kan je vast wel raden wat het betekent). Bedenk weer bij welke woordsoort het hoort.
zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
esse

Slide 13 - Sleepvraag

een paar werkwoorden eindigen niet op 
-re. Dat zijn uitzonderingen op de regel.
zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
umbrae

Slide 14 - Sleepvraag

Dit is het meervoud van puer. Voor de woordsoort maakt het niet uit of een woord enkelvoud of meervoud is.
Dit is regel 1 uit les 2. Sleep elk woord naar de juiste woordsoort
zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
Iupiter
deus
est.

Slide 15 - Sleepvraag

servum komt van servus. Waarom het woord verandert ga je nog leren. Voor de woordsoort maakt het niet uit.

En vocat komt van vocare, zoals roept van roepen komt.
Dit is regel 2 uit les 2. Sleep elk woord weer naar de juiste woordsoort:
zelfstandig naamwoord
werkwoord
voorzetsel
bijwoord
In
Olympo
habitat.

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Splits dit woord in stam en uitgang:
terra
A
te-rra
B
ter-ra
C
terr-a
D
terra-a

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Splits dit woord in stam en uitgang:
locus
A
lo-cus
B
loc-us
C
locu-s
D
locus-us

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Splits dit woord in stam en uitgang:
habitat
A
habi-tat
B
habit-at
C
habita-t
D
habitat-t

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Splits dit woord in stam en uitgang:
venire
A
ven-ire
B
veni-re
C
venir-e
D
venire-re

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nu jullie!
Splits nu zelf de volgende woorden in stam en uitgang! 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kopieer de woorden en gebruik hiervoor het afbreekstreepje.
obscuri / umbrae / habitant / loci

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een naamwoordelijk gezegde?
En geef een voorbeeld.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het naamwoordelijk gezegde?

Mijn mobiel is kapot.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben ziek. Wat is het naamwoordelijk gezegde?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer van onderstaande zin het naamwoordelijk gezegde.

De fans van de Go Ahead Eagles zijn dolblij.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe vind je een naamwoordelijk gezegde ?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

klaar!
Als je dit kan, ben je goed voorbereid 
voor het taaldeel van de toets!
Pak je boek op p. 11

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies