Nieuwsbegrip we schaken steeds vaker versie B

Begrijpend lezen
Nieuwsbegrip 
Titel: We schaken steeds vaker
Niveau: B
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenMBO

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Begrijpend lezen
Nieuwsbegrip 
Titel: We schaken steeds vaker
Niveau: B

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Voorkennis activeren
De titel van de tekst is: 

We schaken steeds vaker

Wat weet jij hier al van? 
Laat het weten op de volgende pagina!

Slide 3 - Tekstslide

Schaken

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Je hebt naar de tekst gekeken. Waar gaat de tekst over? Welke vraag heb je voor het lezen?

Slide 6 - Open vraag

Inleiding
Printscreen inleiding

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent tijdverdrijf
A
verveling
B
het wegjagen van de tijd
C
ontspanning
D
een klok

Slide 8 - Quizvraag

Sleutelvraag: Waardoor is schaken de laatste tijd populairder geworden? Noem 2 oorzaken.

Slide 9 - Open vraag

In regel 4-5 staat: Hoe heeft ze het zover geschopt? Wat betekent 'het ver schoppen?'
A
Altijd geluk hebben zonder er iets voor te doen.
B
Geen succes hebben, niet veel bereiken in het leven.
C
Iets heel ver kunnen trappen of schieten.
D
Vooruit komen in het leven, iets bereiken.

Slide 10 - Quizvraag

Het schaakspel

Slide 11 - Tekstslide

Sleutelvraag: Hoe kun je winnen bij schaken?

Slide 12 - Open vraag

Welke vraag wordt in het stukje 'het schaakspel' beantwoord?
A
Hoe heten de stukken bij schaken?
B
Hoe kun je leren schaken?
C
Hoe wordt het schaakspel gespeeld?
D
Waar wordt het schaakspel gespeeld?

Slide 13 - Quizvraag

Denksport

Slide 14 - Tekstslide

Sleutelvraag: Welke vaardigheden zijn belangrijk bij de denksport schaken? Noem er 3.

Slide 15 - Open vraag

In regel 14 staat: 'Het klinkt eenvoudig, maar het is best complex.' Wat betekent 'complex'?
A
Belangrijk
B
Bijzonder
C
Ingewikkeld
D
Simpel

Slide 16 - Quizvraag

In regel 15 staat: 'Je moet goed visualiseren'. Wat betekent 'visualiseren'?

Slide 17 - Open vraag

The Queen's Gambit

Slide 18 - Tekstslide

Sleutelvraag: Waaruit blijkt dat de serie The Queen's Gambit populair is?

Slide 19 - Open vraag

Nederlandse wereldkampioen

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn lichamelijke capaciteiten?
Geef een voorbeeld.

Slide 21 - Open vraag

Sleutelvraag: Wat is volgens Eline het belangrijkste wat je nodig hebt om een goede schaker te worden?

Slide 22 - Open vraag

In r. 27 staat: 'De 14-jarige Eline Roebers kent de serie natuurlijk'.
Kun je afleiden waarom hier het woord 'natuurlijk' is gebruikt?
A
Omdat ze een meisje van 14 is. Dan is het logisch dat je de serie gezien hebt.
B
Omdat ze heeft leren schaken van haar vader. Dan is het logisch dat je deze serie hebt gezien.
C
Omdat ze uit Nederland komt. Dan is het logisch dat je deze serie hebt gezien.
D
Omdat ze wereldkampioen schaken bij de jeugd is. Dan is het logisch dat je deze serie hebt gezien.

Slide 23 - Quizvraag

Slimmer?

Slide 24 - Tekstslide

Sleutelvraag: Word je slimmer van schaken?

Slide 25 - Open vraag

Wat is waar volgens de tekst?
A
Alleen heel slimme mensen kunnen leren schaken.
B
Je kunt alleen goed leren schaken met een echt schaakbord, niet online.
C
Schaken is een sport die je alleen op jonge leeftijd kunt leren.
D
Schaken kun je leren als je veel oefent en goed leert nadenken.

Slide 26 - Quizvraag

Extra: weet je
hoe dit schaakstuk heet?
A
Koning
B
Loper
C
Pion
D
Paard

Slide 27 - Quizvraag

Extra: weet je
hoe dit schaakstuk heet?
A
Koning
B
Loper
C
Pion
D
Paard

Slide 28 - Quizvraag

Extra: weet je
hoe dit schaakstuk heet?
A
Koning
B
Loper
C
Pion
D
Paard

Slide 29 - Quizvraag

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll