H/A2 TE Dieropdracht (PM/LNJ)

Dier in inkt (H/A2 TE)
H/A2 TE
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingTekenenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Dier in inkt (H/A2 TE)
H/A2 TE

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Les 1 Instructie Pen, Textuur, Plasticiteit
Werkblad Textuur en Plasticiteit
Huiswerk: 1 afbeelding van een dierenportret printen! (A6 formaat = 1/4 A4) 
Les 2 Schets met menselijk element 
Les 3 Textuur tekenen met oi inkt
Les 4 Plasticiteit tekenen met o.i. inkt 
Les 5 Afronden en beoordeling

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
  • Je kunt een afbeelding in de juiste verhoudingen natekenen dmv basisvormen
  • Je herkent 'eigen schaduwen' in een vorm(dier) en vertaalt deze naar structuurdichtheid (hoe dichter de structuur op elkaar getekend is, hoe donkerder het wordt) 
  • Je bent in staat textuur (krul, pluis, stekels, veren of schubben) in lijntjes/stipjes te vertalen.

Slide 4 - Tekstslide

Benodigdheden:

* HB-potlood
* kwartet-format
* Pen en oostindische inkt
* plaatje van een dierportret (voorbeeld)

Slide 5 - Tekstslide

Textuur
Elk oppervlak heeft een 'huid'.
Glad, stekelig, bobbelig, ruw, rimpelig, harig, enz.
Hoe een oppervlak aanvoelt/eruit ziet, noem je textuur
Bekijk de huid van deze leguaan goed. 
Welke texturen zie je?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Werkblad - Textuur (SO)
Teken op je werkblad minstens 3 texturen na met pen en inkt. 
Kies 3 van de 12 plaatjes op de volgende slide of zoek zelf plaatjes op van huidtexturen van dieren.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Plasticiteit
Schaduwvlakken zorgen ervoor dat het dier helemaal naar voren komt. 
Zo wordt hij ruimtelijk

Slide 10 - Tekstslide

Werkblad - Plasticiteit (SO)
Maak 6 doedels ruimtelijk door schaduw te tekenen met pen en inkt. (Gebogen lijnen)
Tip: 
- Waar komt het licht vandaan? 
- Aan de andere kant komt schaduw.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdopdracht
  • Teken met potlood/pen en inkt één dierPORTRET voor een dierenkwartet. 
  • Geef je dier een menselijk karakter (kleding, attribuut)
  • Met een groepje van 4 maak je één kwartet.
  • Met de hele klas maak je het kwartet compleet.

Slide 13 - Tekstslide

Diercategorie
* mensapen, * katachtigen, * knaagdieren, * roofvogels, * beren, * honden, * insecten, * vissen, * papagaaien, * zeezoogdieren, * uilen, *buideldieren, * vlinders, * hagedissen, * katten, * paardachtigen, * weekdieren, * aapachtigen, * varkens, * amfibiën, * spinnen, enz.

Slide 14 - Tekstslide

Diercategorie
Binnen de catgorie zoek je allemaal een eigen dier op dat je gaat tekenen.
 
Huiswerk: Zoek een 'fotoportret' waar de dierenkop goed zichtbaar en met duidelijke texturen op staat. 
(tip: Kies geen zwart dier)

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk

Zoek een foto op.

Snij de foto bij, zodat hij dezelfde verhouding heeft als het kwartetkader. (A6 = 1/4 A4)

Bewaar het geprinte fotoportret goed, zolang je met je tekening bezig bent. 

Het kan het tekenen gemakkelijker maken om de foto van kleur naar zwart-wit te zetten.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hoe krijg ik het dierenportret in de juiste verhoudingen op papier?


Vereenvoudig de vorm.

Start met een basisvorm die je in de afbeelding kunt vinden. Hier is dat een soort cirkel.

Zoek schetsend met licht potlood naar de goede vorm en plek.
Kijk goed of de ruimte eromheen even groot is als op de afbeelding.

Slide 18 - Tekstslide

Nu voeg je steeds meer vormen toe die je in de afbeelding vindt. 
Je zoekt dus niet naar ogen, maar naar cirkels die in de goede grootte getekend moeten worden.
Je zoekt niet naar een neus maar naar een driehoek of rechthoek. 

Naarmate je verder tekent, ga je steeds kleinere dingen tekenen.

Slide 19 - Tekstslide

Humor / creativiteit
Geef je dier een menselijk karakter
- Geef hem iets te doen (attribuut)
- Trek hem iets aan (kledingstuk)

Slide 20 - Tekstslide

Als je dit vereenvoudigen van een afbeelding leert, kan je de meest complexe afbeeldingen op papier krijgen.

Oefening baart kunst!

Slide 21 - Tekstslide

Contour en Textuur

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Plasticiteit

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

.
.
  • Teken binnen het gegeven kwartetkader met licht potlood een dierportret: liefst recht van voren, maar bij sommige dieren is het duidelijker als het schuin van opzij getekend wordt.
  • Teken daarna met (kroontjes)pen het portret over.
  • Kijk goed naar de huid/vacht! Probeer gebruik te maken van dikke / dunne, korte / lange, strakke / wiebelige lijnen. De textuur van het dierenhuid vormt je uitgangspunt.
  • Tip: in de ogen is vaak een glimlichtje te zien.
  • Arceer de donkere vlakken en schaduwpartijen. Hierdoor krijg je plasticiteit.
  • Teken gebogen lijnen op gebogen vormen. Teken dus met de vorm mee.
  • Gum als alles gedroogd is, de potloodlijnen uit.
  • Schrijf de soortnamen van jullie dieren op jullie 4 kwartetkaarten.

Slide 26 - Tekstslide

Als je klaar bent, kan je dmv het invullen van de onderstaande rubrics beoordelen of je de leerdoelen behaald hebt.

Daarna zal de docent je werk beoordelen op de leerdoelen.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide