3H SK NOVA katern les 1 - 2.2 Moleculen en atomen

NOVA katern 
Paragraaf 2.2

Les 1: Bindingen in moleculaire stoffen


Nodig: schrift 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

NOVA katern 
Paragraaf 2.2

Les 1: Bindingen in moleculaire stoffen


Nodig: schrift 

Slide 1 - Tekstslide

NOVA katern 
Paragraaf 2.2

Les 1: Bindingen in moleculaire stoffen


Nodig: schrift 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet welke binding wordt verbroken bij een fase overgang of mengen.

Je weet welke binding wordt verbroken bij een chemische reactie.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Niet-metaal atomen vormen groepjes.

Een groepje atomen bij elkaar heet een molecuul.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe blijven de atomen in een molecuul bij elkaar?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Onthoud
De vanderWaalsbinding zit TUSSEN moleculen en wordt verbroken bij een fase-overgang of als stoffen mengen.

De atoombinding zit IN moleculen en wordt verbroken bij een chemische reactie.

Slide 16 - Tekstslide

Aggregatie toestand en fase-overgang.

Open de simulatie op de volgende bladzijde en zoek uit wat er gebeurt met de bindingen tussen de moleculen.

Beantwoord daarna de vragen.





Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

In een mengsel komt meer dan één soort moleculen voor.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Bij scheiden gaan de moleculen kapot.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

De moleculen van één stof zijn allemaal gelijk aan elkaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

In de vaste fase van een stof kunnen de moleculen niet bewegen.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Als water verdampt bewegen de moleculen zo snel dat ze kunnen ontsnappen aan elkaars aantrekkingskracht.
Deze aantrekkingskracht tussen moleculen heet:
A
atoombinding
B
vanderWaalsbinding

Slide 23 - Quizvraag

Chemische reactie
Kijk het filmpje op de volgende dia en ga na wat er bij een chemische reactie gebeurt met de bindingen tussen de atomen.

Beantwoord daarna de vragen.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Bij een chemische reactie gaan de atomen kapot.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

De aantrekkingskracht tussen atomen in een molecuul wordt vaak weergegeven met een streepje of een stokje. Deze aantrekkingskracht heet:
A
atoombinding
B
vanderWaalsbinding

Slide 27 - Quizvraag

Bij een chemische reactie herschikken de atomen zich in nieuwe groepjes.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag


Een ontleedbare stof bevat:
A
één atoomsoort
B
meerdere atoomsoorten

Slide 29 - Quizvraag

Neem de tabel over in je schrift en vul hem in. Gebruik het Periodiek systeem der elementen op de volgende dia.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Kijk vraag 3 na:

Slide 32 - Tekstslide

Vraag 4a.
Elke atoomsoort heeft zijn eigen symbool. 
Het zorgvuldig gebruik van hoofdletters en kleine letters is belangrijk. 
Sleep de formule naar de juiste naam.
Tin
Zwavelnitride
Sn (s)

SN (g)

Slide 33 - Sleepvraag

Vraag 4b.
Leg het verschil uit tussen Co (s) en CO (g).

Slide 34 - Open vraag

Yes, je hebt de les nu bijna afgerond ...

 

in de volgende dia ga je verder met de evaluatie.



Slide 35 - Tekstslide

Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 36 - Open vraag

Schrijf één of twee dingen op die je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 37 - Open vraag

EINDE

Slide 38 - Tekstslide