Les 2 | 10.2 Sinus, cosinus en tangens

 Les 2 - sinus, cosinus en tangens
Paragraaf 2
Hoofdstuk 10 Goniometrie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Les 2 - sinus, cosinus en tangens
Paragraaf 2
Hoofdstuk 10 Goniometrie

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je:

- De verhouding van de sinus, cosinus en 
   tangens opnoemen.
- Een hoek berekenen met de verhouding van
   de sinus, cosinus en tangens.
- Het ezelsbruggetje SOS CAS TOA begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Weten we dit nog?
tan(hoek)=overstaanderechthoekszijdeaanliggenderechthoekszijde
- om een zijde te kunnen berekenen.
- om een hoek te kunnen berekenen.
hoeken ronden we altijd of hele graden

Slide 3 - Tekstslide

Bereken zijde BC van de driehoek ABC.
Rond af op een heel getal.

Slide 4 - Open vraag

We kijken vanuit ∠A
Hoe noemen we zijde AC?
A
aanliggende zijde
B
overstaande rechthoekszijde
C
aanliggende rechthoekszijde
D
schuine zijde

Slide 5 - Quizvraag

Op hoeveel cijfers achter de komma ronden we hoeken af?
A
0 cijfers achter de komma
B
hoeveel je rekenmachine geeft
C
2 cijfers achter de komma
D
hoeveel jezelf wilt

Slide 6 - Quizvraag

Bekijk het introductiefilmpje op de volgende slide.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Onthoud dit ezelsbruggetje goed!

Slide 9 - Tekstslide

Voordat je aan de slag gaat met de opdrachten van 10.2 volgen nog een aantal vragen op de volgende slides. 
Bij het beantwoorden van deze vragen mag je gebruik maken van je boek en rekenmachine.

Slide 10 - Tekstslide

De afkorting SOS staat voor
sin(hoek)=scherpehoekoverstaanderechthoekszijde
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

De afkorting CAS staat voor

cosinus(hoek)=schuinezijdeoverstaanderechthoekszijde
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

3

Slide 13 - Video

01:08
Welk sommetje komt tussen de haakjes bij het bereken van ∠p?

sin(hoekP)=(......)

Slide 14 - Open vraag

01:13
Welke berekening met de cosinus klopt bij ∠A ?
A
cosinus(hoekA)=54
B
cosinus(hoekA)=45
C
cosinus(hoekA)=34
D
cosinus(hoekA)=53

Slide 15 - Quizvraag

01:20
Welke berekening met de tangens klopt bij ∠B ?
A
tangens(hoekB)=54
B
tangens(hoekB)=53
C
tangens(hoekB)=34
D
tangens(hoekB)=53

Slide 16 - Quizvraag

Heb je de uitleg en opgaven van deze les begrepen?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Heb je na het volgen van deze les nog ergens vragen over?

Slide 18 - Open vraag

Aan het einde van de les kun je met twee gegeven zijden in een driehoek :

- De hoek berekenen met de sinus.
- De hoek berekenen met de cosinus.
- De hoek berekenen met de tangens.
We hebben deze les gekeken naar:

- De verhouding van de sinus, cosinus en tangens.
- Het berekenen van een hoek met de verhouding         van de sinus, cosinus en tangens.
- Het ezelsbruggetje SOS CAS TOA

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting
Opdracht 8 t/m 12 van paragraaf 2
                   
Maak in je schrift

Slide 20 - Tekstslide