Het Christendom (+ inleiding wereldgodsdiensten)

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

De vijf wereldgodsdiensten

Het Christendom

Doelen 

- Je kunt in grote lijnen vertellen hoe het christendom is ontstaan

- Je kent inhoudelijk het verschil tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament

- Je weet hoe het christendom is verspreid

- Je kent de belangrijkste feesten binnen het christendom

- Je kent de drie grote stromingen van het christendom

- Je kunt tenminste 3 standpunten van het christendom benoemen

Christendom

1. Het ontstaan van het christendom

Bekijk het volgende filmpje. 

Opmerking: Bij 29 seconde stopt het filmpje, je moet hem dan even een klein stukje verder zetten, dan gaat het filmpje verder

Wat wordt er in het Oude Testament beschreven?

Wat wordt er in het Nieuwe Testament beschreven?

Wat heeft het jodendom met het christendom te maken?

Hoe is het Christendom in Europa terecht gekomen?

De huidige verspreiding van het christendom wereldwijd 

2. Verschillen binnen het christendom

Wereldwijde kerk

Er zijn 3 grote stromingen in
het Christendom: 

• Rooms
  
• Oosters orthodox
  
• Protestants
  

Onderstaande standpunten hebben alle stromingen gemeenschappelijk:

• Geloof in één God die zich eerst getoond heeft aan het Joodse volk
  
• Geloof in Jezus, de Zoon van God, die als mens naar de aarde is gekomen
• Geloof dat Jezus een voorbeeld is voor ieder mens door de manier waarop hij leefde en uiteindelijk stierf
• Geloof dat hij na Zijn dood is verrezen en in de hemel is bij God de Vader
• Geloof dat er één God is die zich op drie manieren kenbaar maakt; de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Dit noemen we triniteit.
• Geloof in het Rijk van God

3. Feesten en gedenkdagen 

De volgende opdracht maak je in je schrift:

Op de volgende 2 dia's staan alle christelijke feest- en gedenkdagen. Neem deze over in je schrift en vertel van ieder feest- en gedenkdag IN JE EIGEN WOORDEN op wat er gevierd of herdacht wordt. Zoek dit op internet op.

Vieren en gedenken

De christelijke feest- en gedenkdagen:

• Advent ('komst')
• Kerst: 25 en 26 december
• Driekoningen (Epifanie): 6 januari

Wat betekent 'Advent'

1. Vasten
2. Lijden
3. Komst
4. Licht

Waar is Jezus geboren?

1. Betlehem
2. Jeruzalem
3. Nazareth
4. Tel Aviv

Hoeveel koningen / wijzen kwamen op bezoek?

1. 1
2. 2
3. 3
4. weten we niet

Welke religie had Jezus zelf?

1. Hij was atheist.
2. Hij was joods.
3. Hij was christen.
4. Hij was moslim.

Carnaval

Wat is 'Aswoensdag'?

Vervolg van de  christelijke feest- en gedenkdagen:

• Carnaval
• Aswoensdag
• Vastenmaand
• Palmzondag
• Lijdensweek (Stille week/ Goede week): Witte donderdag, Goede vrijdag, stille zaterdag
• Pasen
• Hemelvaartsdag
• Pinksteren

Lijdensweek

Stille week

Goede week

Palmpasen is

1. de zondag voor Pasen
2. De tweede Paasdag
3. hetzelfde als Goede Vrijdag
4. Het begin van de vastentijd

We herdenken de kruisiging van Jezus op deze dag

1. Eerste paasdag
2. Stille zaterdag
3. Goede vrijdag
4. Witte donderdag

Wat vieren de christenen met Pinksteren?

1. De geboorte van Maria.
2. De komst van de heilige geest.
3. De opstanding van Jezus.
4. De kruisdood van Jezus.

                              Maak de juiste combinaties

Pasen

Pinksteren

Goede Vrijdag

Hemelvaart

Palmzondag

Witte donderdag

De volgorde van de christelijke feest- en gedenkdagen nog even op een rij!

Maak zelf 2 goede toetsvragen over deze les

Einde van de les