H3 H1 spelling trema, apostrof, accent en cedille

Maak twee samenstellingen met het woord 'zee'. 1x met en 1x zonder koppelteken
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maak twee samenstellingen met het woord 'zee'. 1x met en 1x zonder koppelteken

Slide 1 - Woordweb

spelling H1
Je kent de verschillen tussen trema, apostrof, accent en cedille.
Je weet wanneer je welke van bovenstaande moet gebruiken.
Je kunt de tekens goed toepassen in je eigen schrijfwerk.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is juist gespeld?
A
café
B
cafee
C
cafè
D
cáfe

Slide 3 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
gekopiëert
B
gekopieert
C
gekopiëerd
D
gekopieerd

Slide 4 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
autoonderdelen
B
auto-onderdelen
C
autoönderdelen
D
auto onderdelen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
lollys
B
lolly's
C
lollies
D
lolliës

Slide 6 - Quizvraag

regels trema
  • om te voorkomen dat klinkers samen worden uitgesproken, bijvoorbeeld: geüpload, geïnd, financiële
  • in sommige leenwoorden, bijvoorbeeld: döner en glühwein

Slide 7 - Tekstslide

geen trema maar koppelteken:
  • in samenstellingen als er sprake is van klinkerbotsing of om te voorkomen dat klinkers samen woorden uitgesproken.
  • Bijvoorbeeld: gala-avond, ski-ervaring en zee-egel

Slide 8 - Tekstslide

regels apostrof
  • als weglatingsteken, bijvoorbeeld: 's Hertogenbosch, Hans' auto en 's nachts
  • om uitspraakproblemen te voorkomen als er een 's' achter woorden op a,  i, o, u en y komt, bijvoorbeeld: Kaja's vriendin, ski's, sudoku's, hobby's. 
  • in afleidingen en meervouden van afkortingen, bijvoorbeeld: vwo'er, AOW'er en dvd'tje
  • in verkleinwoorden op Y met daarvoor een medeklinker, bijvoorbeeld: baby'tje, lolly'tje



Slide 9 - Tekstslide

drie accenten, meestal op de e
  • accent aigu: café, rosé, paté (e klinkt lang)
  • accent grave: crème, première, caissière (e klinkt kort)
  • accent circonflexe: enquête, gêne (e klinkt nasaal)

Slide 10 - Tekstslide

regels cedille
c klinkt als een s als die voor een a, o of u staat.
Bijvoorbeeld: façade, reçu en Française

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf een woord met een cedille.

Slide 12 - Woordweb

Schrijf een woord met een accent circonflexe.

Slide 13 - Woordweb

aan de slag:
leren: theorie blz. 34, aantekeningen, woorden van opdr. 6 (blz. 36)
maken: opdr. 1, 2 en 4 online of in je schrift. (blz. 35) spelling H1
Klaar? lezen in je leesboek of huiswerk voor later in de week Nederlands

Slide 14 - Tekstslide

Wat vind je moeilijk?

Slide 15 - Open vraag

Wat vind je gemakkelijk?

Slide 16 - Open vraag

Tips en tops op de les:

Slide 17 - Open vraag