In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
1.3
Weerstand
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen spanning en stroomsterkte?
Slide 2 - Open vraag
Welke formules ken om vermogen uit te rekenen ken je?
Slide 3 - Open vraag
Weerstand
Weerstand in elektrische schakelingen geeft aan hoeveel de bewegende elektronen worden tegengehouden.
De eenheid van weerstand (R) is Ohm ( )
Ω
Slide 4 - Tekstslide
Overzicht
Slide 5 - Tekstslide
De wet van Ohm
Spanning is de oorzaak achter stroomsterkte.
Stroomsterkte hangt af van de weerstand van een draad/apparaat.
Dit kunnen we met de wet van Ohm beschrijven:
U=I⋅R
Slide 6 - Tekstslide
De wet van Ohm (2)
De wet van Ohm laat dus zien dat bij een apparaat met een grote weerstand je een grote spanning nodig hebt om dezelfde stroomsterkte te krijgen, immers:
I=RU
Slide 7 - Tekstslide
Opgave 69 (blz. 44)
Slide 8 - Open vraag
Dikkere draden hebben aan kleinere weerstand dan dunnere draden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Langere draden hebben een kleinere weerstand dan kortere draden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Soortelijke weerstand
Niet alle materialen geleiden elektriciteit even makkelijk.
Deze stofeigenschap noemen we de soortelijke weerstand, hoe kleiner de soortelijke weerstand des te makkelijker deze stof elektriciteit geleidt.
Slide 11 - Tekstslide
Welke factoren, naast soortelijke weerstand, zouden invloed hebben op de weerstand van een draad?