Keuzedeel Internationaal 1 ZwC les 4

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel INTMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

About last week ...
Huiswerk gemaakt?

Lesplanner staat in Teams > bestanden
Portfolio-opdrachten + examen



Slide 2 - Tekstslide

Licentiecode 

Niet aangeschaft; dan per direct stoppen met lessen!
Les 4
Cultuurverschillen
  • Gewoontes in andere culturen
  • Culturele diversiteit
  • F- en G- culturen


Slide 3 - Tekstslide

De student ziet dat er verschillen zijn tussen bepaalde culturen en dat culturen gerangschikt kunnen worden onder een F-cultuur of G-cultuur.

De kennistest: Zo kom je erachter of je genoeg kennis in huis hebt over de theorie.
Gewoontes in andere culturen
n de opdracht ga je aan de slag met het vergelijken van Nederlandse gewoontes en gewoontes van andere culturen.

Vb:
NL: Met mes en vork eten in een restaurant.
Andere cultuur/landen: Alleen eten met de rechterhand 

Slide 4 - Tekstslide

Alleen eten met de rechterhand, de linkerhand is voor toiletbezoek. Een mes gebruik je alleen om te doden of te verwonden.

hoort bij:
Marokko, Aziatische en Arabische landen
Andere culturen
Iedere cultuur heeft eigen gewoontes, waarden en normen.
Opdracht: Geef drie voorbeelden van zowel een gewoonte, een norm en een waarde binnen drie verschillende culturen.
 Je mag zelf drie culturen kiezen.
 TIP: Vraag aan studiegenoten die een andere culturele achtergrond hebben

Slide 5 - Tekstslide

Vb > Nederland

Gewoonte: een dier in huis hebben
Norm: je geeft je huisdier te eten en drinken (en slaat ze niet).
Waarde: respect voor dieren

!! De normen en waarden hoeven niet persé met de gewoonte te maken te hebben
Interview
-Je doet kennis op van de kenmerken van andere culturen en realiseert je dat wat bij de eigen cultuur normaal is niet zo hoeft te zijn bij andere culturen.

Je gaat iemand met een andere culturele achtergrond interviewen
 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturele diversiteit
- welke zijn de 5 meest voorkomende andere nationaliteiten in NL?

- welke 2 andere nationaliteiten zijn er de laatste jaren bij gekomen?


Slide 7 - Tekstslide

De vijf meest voorkomende andere nationaliteiten in Nederland zijn: 
  • Turks, Marokkaans, Indonesisch, Duits en Surinaams. 
De laatste jaren zijn er vooral veel Polen en Syriërs in Nederland komen wonen.
 

Culturele diversiteit

Nederland 
  • multiculturele samenleving
  • ruim 1 miljoen inwoners > niet Nederlandse nationaliteit

Slide 8 - Tekstslide

Nederland heeft een multiculturele samenleving. Er is veel culturele diversiteit in Nederland. Er wonen mensen uit verschillende landen samen. Zij studeren of werken hier of zijn gevlucht voor oorlog en misstanden in hun eigen land. Ruim een miljoen inwoners hebben niet de Nederlandse nationaliteit.
Culturele diversiteit
- dominante cultuur

- subcultuur

- tegencultuur



Slide 9 - Tekstslide

Al deze mensen van andere nationaliteiten nemen hun eigen cultuur mee. Kenmerken van deze culturen worden overgenomen in de Nederlandse cultuur waardoor deze verandert.

De cultuur in een land die de meeste mensen hebben, noem je de dominante cultuur. In Nederland is dat bijvoorbeeld de Nederlandse cultuur en in Japan is dat de Japanse cultuur.

De andere kleinere culturele groepen noem je subculturen. Dit zijn in Nederland onder andere de Turkse en Poolse cultuur. Maar ook de jongerencultuur is een subcultuur.
Een subcultuur kan dus naast de dominante cultuur in een land bestaan.

Als een subcultuur zich niet aan de regels houdt van de dominante cultuur, noem je dit tegencultuur. Een voorbeeld hiervan zijn milieuactivisten en voetbalhooligans.
Cultuurshock
Bij verhuizing van ene naar andere land waarbij cultuurverschillen erg groot zijn. 

Vijf fases:
  1. voorvertrekfase
  2. vakantiegevoelfase
  3. boosheidsfase
  4. aanpassingsfase
  5. thuiskeershock

Slide 10 - Tekstslide

Cultuurshock
Als je verhuist van het ene land naar het andere en de cultuurverschillen zijn erg groot dan kun je last krijgen van een cultuurshock. De verschillen zijn dan zo groot dat het moeilijk is om je direct aan te passen.

Wanneer je bijvoorbeeld van Dubai zou verhuizen naar Nederland, zijn de verschillen erg groot. In Dubai gaan zowel de mannen als de vrouwen bedekt over straat. Blote knieën en schouders zijn ongepast in Dubai. Je kunt je voorstellen dat het best schokkend kan zijn als iemand uit Dubai komt en in Nederland op de bus wacht en een reclameposter in het bushokje ziet met daarop een vrouw in lingerie. Of wanneer er in de zomer een man op straat loopt met ontbloot bovenlijf.

De cultuurshock bestaat volgens het model van Adler uit vijf fases:
voorvertrekfase:
Je voelt spanning en onzekerheid. Er moeten veel zaken geregeld worden.
vakantiegevoelfase:
Je voelt je opgewonden, positief en vol energie. Je ziet alles door een roze bril. Alles is nieuw en mooi
boosheidsfase:
Je voelt teleurstelling. Je verlangt naar familie, vrienden, je eigen taal/eten/cultuur. De daadwerkelijke cultuurshock.
aanpassingsfase:
Je begint te wennen aan de basiswaarden van de andere cultuur. En denkt ook steeds meer vanuit deze cultuur.
thuiskeerschock:
Je voelt je comfortabel in je nieuwe cultuur en moet je zelfs opnieuw aanpassen aan je eigen cultuur. De omgekeerde cultuurshock.
F- en G-culturen
David Pinto:
- Veel verschillen tussen mensen zijn te verklaren als je kijkt naar de manier waarop ze omgaan met regels. 

- Elke cultuur kun je rangschikken op een schaal.

- Ene kant F-, andere kant G- cultuur. In het midden M-cultuur

Slide 11 - Tekstslide

David Pinto is een Marokkaans-joodse opiniemaker en auteur. Pinto migreerde in 1967 van Israel naar Nederland. Hij is een voormalig buitengewoon hoogleraar interculturele communicatie.

Veel verschillen tussen mensen zijn volgens David Pinto te verklaren als je kijkt naar de manier waarop ze omgaan met regels. 
Elke cultuur kun je rangschikken op een schaal. 
Aan de ene kant van de schaal staat de F-cultuur aan de andere kant de G-cultuur. Culturen zijn nooit helemaal G of F, maar zitten er altijd ergens tussen in. 

De ene cultuur heeft meer kenmerken van een F-cultuur, de andere meer van een G-cultuur. 

In het midden van de schaal staan de M-culturen.
F-cultuur
- veel, strakke en gedetailleerde (gedrag)regels
- de groep is het allerbelangrijkste
- traditionele cultuur

Kenmerken:
- veel respect en aanzien voor ouderen
- samen eten is belangrijk,

Slide 12 - Tekstslide

F-cultuur: fijnmazig
Een cultuur met een veel, strakke en gedetailleerde (gedrag)regels. Voor bijna elke situatie bestaan er regels die nageleefd moeten worden. De groep is het belangrijkste. Alle keuzes die gemaakt worden zijn dan ook in het belang van de groep. Dit noem je ook wel een traditionele cultuur. Enkele kenmerken die hierbij horen: veel respect en aanzien voor ouderen, samen eten is belangrijk, afspraken zijn flexibel en de eer van de familie is heel belangrijk.
G-cultuur
- weinig, losse en globale regels
- individu is het belangrijkst
- moderne cultuur

Kenmerken: 
- leven vanuit de eigen innerlijke normen en waarden
-  ouderdom wordt vaak als negatief gezien

Slide 13 - Tekstslide

G-Cultuur: grofmazig
Een cultuur met weinig, losse en globale regels. Er zijn wel regels maar iedereen is vrij om deze aan te passen naar de eigen situatie. Het individu is het belangrijkste. Alle keuzes die gemaakt worden zijn vooral in het belang van de persoon zelf. Het individu is het belangrijkst; je moet doen wat jou gelukkig maakt. Dit noem je ook wel een moderne cultuur. Enkele kenmerken die hierbij horen: leven vanuit de eigen innerlijke normen en waarden, ouderdom wordt vaak als negatief gezien, afspraak is afspraak en onverwachte gasten zijn vaak minder welkom en krijgen geen maaltijd aangeboden.
M-cultuur
Mix van F- en G-cultuur

De verschillen zie je niet alleen tussen landen, maar ook tussen groepen, regio's, bedrijven en zelfs binnen een en hetzelfde gezin.

Slide 14 - Tekstslide

M-cultuur: mix
Dit is een mixvorm tussen de F- en G-cultuur.

Slide 15 - Tekstslide

verschillen tussen f- en g-cultuur
Factoren van invloed

- economische factor
- religieuze factor
- sociale factor
- individuele factor

Slide 16 - Tekstslide

Factoren
Volgens Pinto zijn er vier factoren die bepalen of je meer tot een F-cultuur of meer tot een G-cultuur hoort:
economische factor
In een arm land is het groepsgevoel sterker omdat je de groep nodig hebt om te overleven.
religieuze factor
Een religie heeft vaak strakke regels. Ben je religieus dan moet je je ook aan deze regels houden.
sociale factor
De sociale omgeving waar je woont en werkt bepaalt voor een deel de regels waar je je aan moet houden.
individuele factor
Ieder mens is anders: houd je van structuur of meer van chaos en verrassingen?
Marokko
A
F-cultuur
B
G-cultuur
C
M-cultuur

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oost-Europa
A
F-cultuur
B
G-cultuur
C
M-cultuur

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verenigde Staten
A
F-cultuur
B
G-cultuur
C
M-cultuur

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groot-Brittannië
A
F-cultuur
B
G-cultuur
C
M-cultuur

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Doornemen:
Theoriebronnen:
- culturele diversiteit
- F- en G-culturen
Maken:
Opdrachten: 4, 5, 6, 7, 8 en 9  (Cultuurverschillen) 
Werken aan je eindpresentatie


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan Eindpresentatie

Examen Prove2Move
Examenopdracht > presentatie
Info over uitwerking/ uitvoering bij bestanden in Teams

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies