D en P Techniek: handgereedschappen
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de naam van dit gereedschap?
Slide 3 - Open vraag
Hoe heet dit gereedschap?
timer
0:15
A
figuurzaag
B
handzaag
C
cirkelzaag
D
boomzaag
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de naam van dit gereedschap?
timer
0:30
A
platkop schroevendraaier
B
kruiskop schroevendraaier
C
kruisbek schroevendraaier
D
platbek schroevendraaier
Slide 5 - Quizvraag
welke gereedschappen zijn dit?
timer
0:30
A
figuurzaag - kapzaag - ijzerzaag
B
figuurzaag - handzaag - ijzerzaag
C
cirkelzaag - kapzaag - ijzerzaag
D
figuurzaag - kapzaag - decoupeerzaag
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet dit gereedschap?
timer
0:15
A
metalen liniaal
B
hoek liniaal
C
haakmeter
D
blokhaak
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
Hoe heet deze zaag?
timer
0:15
A
kapzaag
B
platte zaag
C
handzaag
D
figuurzaag
Slide 9 - Quizvraag
Hoe lang is de handzaag?
timer
0:15
A
30 cm
B
35 cm
C
1.30 cm
D
45 cm
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heet dit gereedschap?
timer
0:15
A
blok liniaal
B
metalen liniaal
C
blokhaak of winkelhaak
D
blokhoek of winkelhoek
Slide 11 - Quizvraag
Welke term gebruikt de timmerman?
timer
0:15
A
boks afzagen
B
recht afzagen
C
hoeks afzagen
D
haaks afzagen
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel graden is Haaks afzagen?
timer
0:15
A
45 graden
B
80 graden
C
90 graden
D
180 graden
Slide 13 - Quizvraag
Waar leg je de wijsvinger van je hand als je de zaag vast hebt?
timer
0:15
A
langs de zaag
B
op de zaag
C
in de zaag
D
je maakt een vuist
Slide 14 - Quizvraag
Aan welke kant van het streepje zet de rechtshandige zijn zaag?
timer
0:15
A
Links
B
rechts
Slide 15 - Quizvraag
Hoe noem je de rechterkant van het streepje?
timer
0:15
A
restkant
B
nette kant
C
zaag kant
D
afvalkant
Slide 16 - Quizvraag
Waar staat de duim van de timmerman?
timer
0:15
A
vlakbij de zaag
B
naast de zaag
C
tegen de zaag
D
onder de zaag
Slide 17 - Quizvraag
Wat doet de timmerman als eerste bij de start van het zagen
timer
0:15
A
de zaag iets terughalen
B
de zaag schuin zetten
C
gelijk zagen
D
goed langs de lijn zagen
Slide 18 - Quizvraag
Hoe sta je bij het zagen?
timer
0:15
A
licht voorover gebogen
B
rechtop
C
sterk
D
helemaal voorover gebogen
Slide 19 - Quizvraag
Wat zegt de timmerman over het zagen
timer
0:15
A
snel zagen, met korte bewegingen
B
rustig zagen met snelle bewegingen
C
rustig zagen, zaag over de hele lengte gebruiken
D
snel zagen en de halve lengte gebruiken
Slide 20 - Quizvraag
Waarom moet je opletten bij het laatste stukje zagen?
timer
0:15
A
hout gaat breken
B
hout gaat splinteren
C
zaag gaat vast zitten
D
je kan je duim afzagen
