BAM

Werkwoordspelling
- Tegenwoordige tijd
- Verleden tijd
- Voltooide tijd
Beluister mij!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6,7

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
- Tegenwoordige tijd
- Verleden tijd
- Voltooide tijd
Beluister mij!

Slide 1 - Tekstslide

Wat te doen?
- 20 vragen
- Welke tijd?
- Bewegingen
Ook naar mij!!

Slide 2 - Tekstslide

De bewegingen

Slide 3 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Hij ........ over straat naar de winkel.(lopen)
Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 3 voor de voorbeelden.
A
Loop (jumping jacks)
B
Lopen (knieheffen)
C
Loopt (hakken-billen)
D
liep (squats)

Slide 4 - Quizvraag

Tegenwoordige tijd
Ik ...... mijn huiswerk morgen wel. (doen)


Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
Doe (jumping jacks)
B
Doen (knieheffen)
C
Doet (hakken-billen)
D
Deed (squats)

Slide 5 - Quizvraag

Verleden tijd
Gisteren ....... ik spinazie als avondeten. (hebben)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
Heb (jumping jacks)
B
Had (knieheffen)
C
Hadden (hakken-billen)
D
Hebte (squats)

Slide 6 - Quizvraag

Voltooide tijd
Ik heb €20,- ........ (krijgen)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
Gekrijgt (jumping jacks)
B
Gekrijgd (knieheffen)
C
Verkrijgt (hakken-billen)
D
Gekregen (squats)

Slide 7 - Quizvraag

Tegenwoordige tijd
Hij ........ graag lekkere koekjes. (bakken)


Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
Bakken(jumping jacks)
B
Bakt (knieheffen)
C
Bakte (hakken-billen)
D
Bak (squats)

Slide 8 - Quizvraag

Verleden tijd
....... jij dat ook altijd? (doen)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
Doe (jumping jacks)
B
Doet (knieheffen)
C
Deed (hakken-billen)
D
Deden (squats)

Slide 9 - Quizvraag

Verleden tijd
Vroeger ..... mijn moeder uitbundiger. (zijn)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
is (jumping jacks)
B
ben (knieheffen)
C
bende (hakken-billen)
D
was (squats)

Slide 10 - Quizvraag

Tegenwoordige tijd
..... ik van jou wat geld lenen? (mogen)


Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
Mag (jumping jacks)
B
Magt (knieheffen)
C
Mocht (hakken-billen)
D
Mog (squats)

Slide 11 - Quizvraag

Voltooide tijd
Hebben de tafel al ......?(afruimen)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
afgeruimd (jumping jacks)
B
Afgeruimt (knieheffen)
C
geafruimd (hakken-billen)
D
geafruimt (squats)

Slide 12 - Quizvraag

Voltooide tijd
De kamer is al ..... (stofzuigen)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
Stofgezogen (jumping jacks)
B
Gestofzuigd (knieheffen)
C
Gestofzogen (hakken-billen)
D
Gestofzuigt (squats)

Slide 13 - Quizvraag

Verleden tijd
Hij ....... een nieuw fles water. (openen)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
opent (jumping jacks)
B
geopend (knieheffen)
C
opente (hakken-billen)
D
opende(squats)

Slide 14 - Quizvraag

Verleden tijd
Wat ..... je nou gisteren? (bedoelen)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
bedoelte (jumping jacks)
B
bedoelde (knieheffen)
C
bedool (hakken-billen)
D
gebedoeld (squats)

Slide 15 - Quizvraag

Tegenwoordige tijd
Wij ..... om zijn goede grap. (lachen)


Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
lachen (jumping jacks)
B
lacht (knieheffen)
C
lachten (hakken-billen)
D
lach (squats)

Slide 16 - Quizvraag

Voltooide tijd
Hij heeft een hele mooie vogel ..... (tekenen)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
tekenend (jumping jacks)
B
tegekent (knieheffen)
C
getekend (hakken-billen)
D
getekent (squats)

Slide 17 - Quizvraag

Tegenwoordige tijd
Wat ..... je vandaag gedaan? (hebben)


Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
heeft (jumping jacks)
B
heb (knieheffen)
C
hebt (hakken-billen)
D
had (squats)

Slide 18 - Quizvraag

Verleden tijd
Jij ...... net nog op kauwgom. (kauwen)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
kauwt (jumping jacks)
B
gekauwt (knieheffen)
C
kauwte (hakken-billen)
D
kauwde (squats)

Slide 19 - Quizvraag

Voltooide tijd
Tijdens het voetballen heeft hij erg ..... (zweten)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
gezweet (jumping jacks)
B
gezweed (knieheffen)
C
gezweedt (hakken-billen)
D
gezweetd (squats)

Slide 20 - Quizvraag

Tegenwoordige tijd
De tegenwoordige tijd .... ik erg makkelijk. (vinden)


Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
vinden (jumping jacks)
B
vint (knieheffen)
C
vindt (hakken-billen)
D
vind (squats)

Slide 21 - Quizvraag

Voltooide tijd
Ik heb de dobbelstenen ..... (gooien)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
gegooit (jumping jacks)
B
gegooid (knieheffen)
C
gegooien (hakken-billen)
D
gegooidt (squats)

Slide 22 - Quizvraag

Verleden tijd
Vannacht ...... ik over een hele mooie vakantie (dromen)

Als je de bewegingen niet meer weet, kijk dan bij slide 1 voor de voorbeelden.
A
dramde (jumping jacks)
B
dromde (knieheffen)
C
droomte (hakken-billen)
D
droomde (squats)

Slide 23 - Quizvraag

Hoe vond jij deze les?
Schrijf hieronder wat je ervan vond en wat je eventueel in de toekomst anders zou willen zien.

Slide 24 - Open vraag