V5 10.3 Kwantitatieve analyse

10.3 Kwantitatieve analyse
Verschil tussen kwantitatieve en kwalitatieve analyse
Extinctie en gebruik van spectrofotometer
Blanco en gebruik van een ijklijn
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

10.3 Kwantitatieve analyse
Verschil tussen kwantitatieve en kwalitatieve analyse
Extinctie en gebruik van spectrofotometer
Blanco en gebruik van een ijklijn

Slide 1 - Tekstslide

Spectroscopie (10.1)
  • Techniek die licht gebruikt om chemische samenstellingen te meten. 
  • Kwalitatief: Informatie krijgen over de bouw van stoffen
  • Kwantitatief: Het bepalen van concentraties van opgeloste stoffen.

Slide 2 - Tekstslide

Elektromagnetische straling
  • Vormen van licht: Gamma, rontgen, zichtbare licht, IR,...
  • Bevat energie 

Slide 3 - Tekstslide

Spectrofotometrie
  • Je meet hoeveel elektromagnetische straling een stof absorbeert.
  • Golflengte die gebruikt wordt ligt tussen infrarood (IR) en ultraviolet (UV).

Slide 4 - Tekstslide

Spectrofotometer
  • Stralingsbron: komt de straling vandaan
  • Te onderzoeken stof in het midden: het monster
  • Detector aan het einde
  • Hoe meer straling geabsorbeerd wordt door de stof, hoe minder op de detector valt.

Slide 5 - Tekstslide

Spectrofotometer
  • Invallende licht wordt geabsorbeerd door de stof
  • Maar ook door het oplosmiddel of andere deeltjes die aanwezig zijn
  • Gebruik van een blanco: Oplosmiddel en alle stoffen, behalve de stof die je onderzoekt.

Slide 6 - Tekstslide

Intensiteit
  • Intensiteit van doorgelaten licht: I
  • Intensiteit van licht door blanco: I0
  • Transmissie (T) is de verhouding tussen I en I0.

Slide 7 - Tekstslide

Extinctie
  • In praktijk meten apparaten niet de transmissie, maar de extinctie (de uitdoving)
  • E = -log T
  • Extinctie wordt gebruikt omdat deze recht evenredig is met de concentratie van de te meten stof
  • Als concentratie van stof 0 is, dan is de transmissie 1 en de extinctie 0. (-log 1 = 0)

Slide 8 - Tekstslide

IJklijn
  • Voor bepalen van een onbekend monster maak je een ijklijn.
  • Extinctie meten van meerdere standaardoplossingen met verschillende concentraties.
  • Noem je een ijkreeks.

Slide 9 - Tekstslide

IJklijn
  • Lijn trekken tussen de punten van de gemeten extincties.
  • Daarna het onbekende monster meten en aflezen wat de concentratie is.

Slide 10 - Tekstslide

Indirecte spectrofotometrie
  • Niet alle deeltjes die je wilt weten hebben een kleur, dus dan werkt spectrofotometrie niet.
  • Dan voer je een reactie uit waarbij wel een kleur ontstaat
  • Vb: ijzer(III)ionen reageren eerst met SCN--ionen tot rode FeSCN2+-ionen

Slide 11 - Tekstslide

Wat kan je nu gaan doen?
Paragraaf 10.3 doorlezen
Opdrachten maken uit de studiewijzer

Slide 12 - Tekstslide