paragraaf 3. Wat is normaal|?

2.3 WAT IS NORMAAL?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3 WAT IS NORMAAL?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van socialisatie?
A
Adhd hebben
B
Nederlands leren spreken
C
Groene ogen veranderen in bruine ogen
D
Je haar verven

Slide 2 - Quizvraag

Welke groep geloofd er in dat het meeste gedrag is aangeboren?
A
Nature-aanhangers
B
Nurture-aanhangers

Slide 3 - Quizvraag

Door een slak te eten als kleuter erachter komen dat je dit niet lust is een voorbeeld van leren door:
A
Informatie/aanwijzigen
B
imitatie
C
ervaringen
D
experimenteren

Slide 4 - Quizvraag

Door een slak te eten omdat je ouders dat doen, erachter komen dat je dit niet lust is een vb van leren door:
A
Informatie
B
imitatie
C
belonen en straffen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Deze reclame is een voorbeeld van ... gedrag
A
rolbevestigend
B
roldoorbrekend

Slide 7 - Quizvraag

In Nederland werd je goed in de gaten gehouden door je omgeving. Hoe noemen we dit?
A
Politiestaat
B
Toezichthouden
C
Sociale controle
D
Buurt controle

Slide 8 - Quizvraag

2.3 WAT IS NORMAAL?

Slide 9 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Tolerant
  • abnormaal of asociaal
  • Generatieconflict



Slide 10 - Tekstslide

Normen en waarden kunnen verschillen
Is dat erg?
Als je tolerant bent accepteer je dat mensen andere normen en waarden kunnen hebben. 

En zich dus anders gedragen dan jij

Slide 11 - Tekstslide

Normen en waarden verschillen
  • Normen en waarden botsen regelmatig. Tolerantie betekent dat je mensen met andere normen en waarden accepteert.

  • Soms zijn verschillen te groot, dan vind je gedrag van anderen asociaal. Je hoeft niet alles te tolereren.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Groepsnormen
  • Normen en waarden kunnen ook binnen Nederland verschillen. Elke groep heeft zijn eigen gebruiken.

  • Groepsdruk: het gevoel dat je je MOET aanpassen aan de gebruiken van een groep.

  • Pesten is vaak ook een vorm van groepsdruk: "straks ben ik de sjaak"

Slide 15 - Tekstslide

Generatieconflict

'Een meningsverschil of misverstand dat door het verschil in leeftijd komt.'

Persoonlijke voorbeelden?

Slide 16 - Tekstslide

Maken paragraaf 2.3 in je werkboek

- Gebruik je tekstboek (online)
- Aan het einde van de les controle

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide