foto's situaties Taaldorp

• NT2
• ISK

Situaties Taaldorp (A1 en A2)

- Hoe begin je het gesprek?

- Wat zeg je?

- Wat vraag je?

- Hoe neem je afscheid?

- Welke woorden kun je gebruiken? 

-Hallo, ik wil mijn haar knippen.

-Een beetje korter, alstublieft.

-Zo is het goed, dank u wel.

Bij de kapper (A1)

-het haar

-knippen

-wassen 

-de kleur

-alstublieft

-dank u wel

Bij de kapper (A2)

-het kapsel

-knippen

-wassen 

-verven

-föhnen

- de pony

- stijlen

-krullen

-Goedemiddag, ik heb een afspraak, dus is wil mijn haar laten knippen alstublieft.

- Hoeveel kost het en hoe lang duurt het?

- Ik vind het haar mooi geworden, want  je hebt de voorkant korter gemaakt. 

Op het gemeentehuis

A1

-het papier

- de formulier 

-de informatie 

-het adres 

-inschrijven 

-Kunt u mij helpen alstublieft?

- Ik heb een nieuw adres.

Op het gemeentehuis

A2

-afhalen

- aanvragen 

-verhuizen

-de identiteitskaart

-inschrijven 

- Ik kom mijn indertiteitskaart afhalen, maar ik heb geen afspraak gemaakt, kunt u mij helpen?

- Kunt u mij helpen met dit formulier, want het is erg moeilijk voor mij.

- Ik wil mij inschrijven, weet u welk formulier ik moet invullen?

Bij de dokter (A1)

-de buik 

-het hoofd 

-de keel 

-pijn (hebben)

-ziek (zijn)

-moe (zijn)

-verkouden

-alstublieft

-dank u wel

-Hallo, ik ben ziek.

-Ik heb pijn in mijn buik.

-Mijn hoofd doet pijn. 

-Ik ben moe.

-Dank u wel, dokter.

Bij de dokter (A2)

-de koorts

-de apotheek

-voorschrijven 

-pijn (hebben)

-ziek (zijn)

-moe (zijn)

-hoesten 

-verkouden (zijn)

Goedendag, ik ben (naam) en ik wil graag een afspraak met de dokter, omdat ik me niet goed voel.

- Hoe lang heeft u dit al?

Het doet pijn hier, maar ik weet niet hoe lang ik dit al precies heb.

- Wanneer moet ik terugkomen voor controle?

- Waar is de apotheek?

Bij de bilbiotheek (A1)

-Ik zoek ... (een boek, een tijdschrift)

-Waar zijn de ...? (boeken, tijdschriften)

-Alstublieft.

-Dank u wel.

-het boek

-het tijdschrift

-de krant

-de computer 

- hier

-daar

Bij de bilbiotheek (A2)

-Waar staan de Engelse boeken?

Hoe kan ik een boek lenen?

Wanneer moet ik de broeken terugbrengen?

-Kunt u mij helpen zoeken, omdat ik het niet kan vinden?

-het biebpasje

-het tijdschrift

-de krant

-lid worden 

- lenen

- verlengen

Op de markt (A1)

-de appel

-de banaan

-de sinaasappel

-de tomaat

-de komkommer

-de aardappel

-de ui

-de wortel

-een, twee, drie...

-Wat is dat?

-Mag ik twee kilo aardbeien?

-Hoeveel kost dat?

-Alstublieft.

-Dank u wel.

Op de markt (A2)

- prijs

- goedkoop

-duur

- vers

-stuk

- afrekenen

-veel

-kilo

- aanbieding

-Wat kosten de komkommers?

- Ik wil graag een kilo van die appels.

- Drie stuks verse tomaten, alstublieft.

- Mag ik de mandarijn proeven?

- Dat is alles, dank u wel. Kan ik pinnen?

In het restaurant

(A1)

-het water

-de koffie

-de thee

-het brood

-de soep

-de friet

-de salade

-de vlees 

-de vis 

-lekker

-alstublieft

-dank u wel

-Hallo, ik wil graag ......., alstublieft. 

.-De soep, alstublieft. 

-Dank u wel.

-De rekening, alstublieft.

In het restaurant (A2)

- bestellen

- het drankje

- de menu

- de rekening

- reserveren

- heerlijk

- Goedenavond, heeft u nog een tafel vrij voor twee personen?

- Ik wil graag de kaart zien.

- We willen graag bestellen.

- Ik wil de hamburger, maar zonder tomaat alstublieft.

Mag ik de rekening, alstublieft?

Bij de politie (A1)

de agent

helpen

naam

adres

waar?

wanneer?

-Kunt u mij helpen?
- Wat is er (gebeurd)?

- Mijn fiets is gestolen.

- Spel je naam, alsjeblieft.

Bij de politie (A2)

aangifte doen 

gestolen

 verloren 

de portemonnee

de diefstal

het adres 

het telefoonnummer

de boete

- Goedendag, ik wil aangifte doen, want mijn portemonnee is gestolen.

- Ik ben mijn portemonnee verloren, maar ik weet niet precies waar dat is gebeurd.

- Kunt u uw naam spellen?

- U krijgt een boete, omdat u hier niet mag oversteken.

- Sorry, ik zal dit niet meer doen.

Op het station (A1)

de trein

het spoor

het kaartje

 vertrekken aankomen

- Wanneer vertrekt de trein naar Amsterdam?

- Ik wil een kaartje.

- Kan ik pinnen?

- Dank u wel. 

Op het station (A2)

de trein

het spoor

het kaartje

de enkele reis

de retour 

de vertrektijd de aankomsttijd

de balie

- Ik wil graag een kaartje naar Eindhoven, alstublieft.

- Enkele reis of retour?

- Hoeveel kost een kaartje naar Maastricht?

- Hoe laat vertrekt de trein naar Amsterdam?

- Vanaf welk spoor vertrekt de trein?

- Moet ik overstappen?

- Is dit de trein naar Maastricht of vertrekt die van een ander spoor?

- Hoe lang duurt de reis?

In de kledingwinkel (A1)

de kleur

de broek 

de T-shirt

de jurk

de rok

de trui

- Goedemiddag, kan ik u helpen?

- Goedemiddag, ik wil deze broek.

- Hoeveel kost de rok?

- Dank u wel.

- Ik wil pinnen.

In de kledingwinkel (A2)

- Goedemiddag, ik zoek een groene trui.

- Welke maat heeft u?

- Mag ik deze broek passen in de paskamer?

- Ik wil betalen, waar is de kassa?

- Heeft u deze ook in een andere kleur?

- Is deze in de aanbieding?

- Het is te klein/groot.

de maat

passen 

de paskamer de prijs

de kleur

te groot/klein 

de kassabon