H7 Deeltjesmodel 7.1/7.2

H7 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H7 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze Lessonup weet je:
  • het deeltjesmodel omschrijven
  • Aangeven wanneer moleculen zich in welke fase bevinden
  • De verschillende fases beschrijven
  • Beschrijven wat het begrip gasdruk betekend
  • Omrekenen van graden Celsius naar Kelvin, en andersom
  • Wat het absolute nulpunt is

Slide 2 - Tekstslide

1

3

2
4

4

4

4

4

4

Vast
Gas
Vloeibaar
Smelten
Stollen
Verdampen
Condenseren
Sublimeren
Rijpen

Slide 3 - Sleepvraag

Het deeltesmodel
Moleculen van een stof:
  • Veranderen niet
  • Kunnen sneller/langzamer bewegen
  • Elkaar aantrekken

Slide 4 - Tekstslide

Vaste fase
Moleculen trillen zacht
Moleculen hebben een vaste plaats
Moleculen staan dicht op elkaar
Moleculen trekken elkaar meer aan

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Vloeibare fase
Moleculen trillen een beetje
Moleculen bewegen langzaam door elkaar
Moleculen staan een beetje uit elkaar
Moleculen trekken elkaar minder goed aan

Slide 7 - Tekstslide

Gas fase
Moleculen trillen heel veel
Moleculen bewegen heel snel
Moleculen staan ver uit elkaar
Moleculen trekken elkaar bijna niet meer aan

Slide 8 - Tekstslide

Absolute nulpunt & kelvin
Kelvin --> Celsius -273
Celsius --> Kelvin +273

Slide 9 - Tekstslide

Absolute nulpunt
Hoe is bepaald wat de laagste temperatuur is?

Slide 10 - Tekstslide

Absolute nulpunt
Dit is de temperatuur waarbij de moleculen helemaal stil liggen.
0 Kelvin
=
- 273 graden Celcius

Slide 11 - Tekstslide

Absolute nulpunt
Dit is de temperatuur waarbij de moleculen helemaal stil liggen.

0 Kelvin
=
- 273 graden Celcius

Slide 12 - Tekstslide

Het absolute nulpunt

De snelheid waarmee moleculen bewegen, hangt af van de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller moleculen bewegen.


Bij een temperatuur van -273 graden Celsius bewegen moleculen niet meer, dit is het absolute nulpunt.

-273 graden Celsius = 0 Kelvin

Slide 13 - Tekstslide

Absolute nulpunt
Dit is de temperatuur waarbij de moleculen helemaal stil liggen.
0 Kelvin
=
- 273 graden Celcius

Slide 14 - Tekstslide

20 graden Celsius is .... K

Slide 15 - Open vraag

45 graden Celsius is .... K

Slide 16 - Open vraag

IJzer smelt bij 1500 graden Celsius. Hoeveel graden Kelvin is dat?

Slide 17 - Open vraag

Het smeltpunt van water is 0 graden Celsius. Hoeveel Kelvin is dat?

Slide 18 - Open vraag

Het kookpunt van alcohol is 78,37 graden Celsius. Hoeveel graden Kelvin is dat?

Slide 19 - Open vraag

-273 Kelvin is hoeveel graden Celsius?

Slide 20 - Open vraag

80 Kelvin is hoeveel graden Celsius?

Slide 21 - Open vraag

400 Kelvin is hoeveel graden Celsius?

Slide 22 - Open vraag

333 Kelvin is hoeveel graden Celsius?

Slide 23 - Open vraag

De lichaamstemperatuur van Jan is 310,8 Kelvin. Hoeveel graden Celsius is dat?

Slide 24 - Open vraag

Als de temperatuur stijgt....
Zullen de atomen sneller gaan bewegen. Ze veranderen dan van fase!
Een stof in de vaste fase zal dan naar de vloeibare fase gaan, denk maar aan water!

Als de temperatuur daalt gebeurd het omgekeerde!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

In een gas bewegen de moleculen
A
Heel snel
B
Heel langzaam

Slide 27 - Quizvraag

Gasdruk
Alle botsingen van een gasmolecuul in een ruimte. 
Meer gasmoleculen in een ruimte = grotere gasdruk 

Slide 28 - Tekstslide

Gasdruk in een autoband meet je met de ....
A
Barometer
B
Manometer
C
Thermometer
D
Gasmeter

Slide 29 - Quizvraag

Gasdruk & temperatuur
Als de temperatuur stijgt zal de gasdruk toenemen
Gasdruk - druk die de moleculen in een voorwerp creëeren door tegen het voorwerp te botsen.
Voorbeeld: luchtmoleculen botsen tegen de wand van een ballon. Meer luchtmoleculen betekend een hogere gasdruk!

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze Lessonup weet je:
  • het deeltjesmodel omschrijven
  • Aangeven wanneer moleculen zich in welke fase bevinden
  • De verschillende fases beschrijven
  • Beschrijven wat het begrip gasdruk betekend
  • Omrekenen van graden Celsius naar Kelvin, en andersom
  • Wat het absolute nulpunt is

Slide 31 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?!

Slide 32 - Tekstslide