Arbeidsvaardigheden fase 3 Lichaamstaal

Arbeidsvaardigheden Lichaamstaal
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Arbeidsvaardigheden Lichaamstaal

Slide 1 - Tekstslide

doel van de les
  • Ik kan voorbeelden geven van lichaamstaal 
  • ik kan voorbeelden hoe het op de ander overkomt.  
  • Ik kan samenwerken. 
  • Ik kan me concentreren 



Slide 2 - Tekstslide

lichaamstaal

Slide 3 - Woordweb

lichaamstaal
55% van de communicatie bestaat uit lichaamstaal,

38% wordt geuit door de stemklank en maar

7% wordt gecommuniceerd door middel van woorden.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Het grootste mannetje in een groep gorilla's heet een zilverrug. Deze man is de baas. Daar heeft hij geen woorden voor nodig, dat laat hij met zijn lichaamshouding zien. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Mensen laten elkaar veel weten zonder iets te zeggen. Als Denise thuis komt weet haar moeder gelijk dat Denise een goed cijfer gehaald heeft. Dit kan ze zien aan haar gezicht, ze lacht en is blij. 
  • In de onderstaande afbeelding zie je aan de ogen, stand van 
    de wenkbrauwen en mond hoe iemand zich voelt.

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 in je leerlingboek.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Vaak doet je hele lichaamshouding mee om gevoelens te laten zien. Denise kwam huppelend naar huis, ze heeft haar schouders recht en haar hoofd rechtop. daaraan kon haar moeder zien dat ze vrolijk was.
  • Als je een beetje sloft met je voeten, naar beneden kijkt en je schouders laat hangen, straal je somberheid uit. 
  • Je kan dus met je lichaam laten zien hoe je je voelt, dit heet lichaamstaal

Slide 9 - Tekstslide

Als je luistert, dan let je op wat iemand zegt. Je luistert naar de verbale uitdrukking. Maar je kijkt ook naar de houding van de spreker, de nonverbale uitdrukking en alles wat de spreker niet zegt, maar wel doet en bedoelt.


Verbaal = wat je zegt

Non-verbaal= hoe je het zegt

 


Communicatie: Verbaal en non-verbaal

Slide 10 - Tekstslide

De koning van de non-verbale communicatie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

lichaamstaal en indruk
Als je iemand voor het eerst ziet heb je al een beeld van hoe iemand is.
Dat beeld maak je door het uiterlijk dat iemand heeft.
De kleding, de haren , bril, etc.
Kijk maar naar het volgende filmpje.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

eerste indruk
kijk op de site op de volgende slide en maak de opdracht in je leerlingboek.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

lichaamstaal bij
belangrijk gesprek

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Wat is lichaamstaal?
A
Veel vertellen door te praten
B
Weinig vertellen met veel emotie
C
Vertellen hoe je je voelt door te praten en te luisteren
D
Vertellen hoe je je voelt, zonder te praten

Slide 21 - Quizvraag

Non-verbale communicatie is:
A
Spreken en luisteren
B
Alleen via je lichaamstaal communiceren
C
Spreken en je lichaamstaal gebruiken

Slide 22 - Quizvraag

wat kun je beter niet doen bij een belangrijk gesprek
A
rechtop zitten
B
de ander recht aankijken
C
kauwgum kauwen
D
je handen over elkaar hebben

Slide 23 - Quizvraag

Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verdrietig
C
boos
D
blij

Slide 24 - Quizvraag

Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verliefd
C
boos
D
blij

Slide 25 - Quizvraag

Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verliefd
C
blij

Slide 26 - Quizvraag

Even emoties testen
Jullie gaan emoties herkennen. dit kan op 2 manieren:

1.  het spel 'wie ben ik' spelen maar dan met emoties. 
2. emtoie memorie in kleine groepjes spelen.

Slide 27 - Tekstslide