In deze les zitten 75 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
4 De Sovjet-Unie
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe het communisme zich in Rusland/ Sovjetunie zich ontwikkelde.
Slide 2 - Tekstslide
Agenda
Mededelingen Wat weet je nog of al? Theorie / Instructie Oefenen Zelfstandig werken Herhalen Evalueren & Afsluiten
Wat gaan we vandaag doen?
Terugkoppeling vorige les
Uitleg Sovjet unie
Opdrachten maken
Samenvatting
Afsluiten
Slide 3 - Tekstslide
Je ziet een familiefoto waarin mensen zijn weggekrast. Leg uit hoe je aan de foto kunt zien dat de Sovjet-Unie totalitair was.
Slide 4 - Open vraag
Korte stap terug
Wat is nu ook alweer communisme
en
waarom kwam dit op in Rusland?
Slide 5 - Tekstslide
Wat is communisme? (1)
Arbeiders aan de macht
Alle rijkdommen (ook de fabrieken en de machines) naar de arbeiders
Omdat 'rijken' en fabrikanten dit niet zomaar zullen laten gebeuren zal er een revolutie van arbeiders komen, mét geweld.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is communisme? (2)
Einde aan de klassenmaatschappij (indeling van de maatschappij naar economische positie)
Mensen hebben evenveel bezit.
Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken).
Slide 7 - Tekstslide
Hamer en sikkel: hamer voor de arbeiders en sikkel voor de boeren.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Waarom in Rusland?
Tsaar Nicolaas II had alle macht
Grootste deel van de bevolking arm (boeren, arbeiders)
WO I verliep heel slecht voor Rusland, leger werd slecht geleid en was slecht bewapend.
Winter 1916-1917 hongersnood => stakingen en demonstraties => tsaar doet afstand van de troon
Slide 10 - Tekstslide
Voorlopige regering en Sovjets
Macht komt in handen van een groep gematigde communisten => de voorlopige regering
Ondertussen oprichting van raden (sovjets) voor het besturen van fabrieken, wijken, dorpen etc.
Voorlopige regering heeft moeite zaken op orde te krijgen => fanatieke communisten plegen in november 1917 een staatsgreep en nemen de macht over
Slide 11 - Tekstslide
samen intro lezen
Slide 12 - Tekstslide
Goelag
Slide 13 - Tekstslide
Goelag
Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in eengoelag, een strafkamp.
In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
Sommige van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden.
Er zijn ca 12 miljoen mensen omgekomen in deze kampen.
Slide 14 - Tekstslide
Exacte aantallen zijn onbekend, maar tussen 1936 en 1950 zijn vermoedelijk 12 miljoen mensen om het leven gekomen in de goelags.
Meestal als gevolg van de vreselijke omstandigheden, een combinatie van: honger, kou en zware lichamelijke inspanning
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Les 2
4 De Sovjet-Unie
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe de Sovjetunie zich verder ontwikkelde.
Slide 18 - Tekstslide
Agenda
Mededelingen Wat weet je nog of al? Theorie / Instructie Oefenen Zelfstandig werken Herhalen Evalueren & Afsluiten
Wat gaan we vandaag doen?
Terugkoppeling vorige les
Uitleg Sovjet unie
Opdrachten maken
Samenvatting
Afsluiten
Slide 19 - Tekstslide
Ontstaan
- Februarirevolutie
- Oktoberrevolutie
1917
1928-1953
- Stalinisme
Slide 20 - Tekstslide
Russische revolutie
Februari revolutie
opstand van de bevolking tegen tsaar Nicolaas II
Slide 21 - Tekstslide
Russische revolutie
Oktoberrevolutie
machtsgreep van de bolsjewieken o.l.v. Lenin
Slide 22 - Tekstslide
Sovjet-Unie
ideaal: dictatuur van het proletariaat
praktijk: dictatuur van de partij
Slide 23 - Tekstslide
Sovjet-Unie
Wie is Lenin?
Lenin was communist
Verbannen uit Rusland
Lenin kwam na de revolutie terug uit ballingschap.
Hij was de eerste leider van de bolsjewieken (communisten).
Neemt de leiding bij de communistische revolutie in 1917
Slide 24 - Tekstslide
Lenin
Onder Lenin begin totalitaire staat:
Geheime politie
Terreur en ‘zuiveringen’
Strafkampen voor tegenstanders (later: Goelag)
Lenin overlijdt in 1924. Er volgt een strijd om de opvolging...
Slide 25 - Tekstslide
Lenin
stierf in 1924!
Slide 26 - Tekstslide
Stalin wist dat Lenin de voorkeur gaf aan anderen om het land te leiden.
Deze tegenstanders werden in een machtsstrijd, letterlijk, uit de weg geruimd.
Stalin zal het economisch achtergebleven land snel industrialiseren
en de Sovjet-Unie laten uitgroeien tot een wereldmacht.
Maar dit had een erg hoge prijs..
Het land werd een totalitaire staat met Stalin als dictator
Slide 27 - Tekstslide
Leider van SU
Lenin: 1917 - 1924
Leider van SU
Stalin: 1928 - 1953
Slide 28 - Tekstslide
Stalinisme
Slide 29 - Tekstslide
Stalin
Volgt Lenin op na machtsstrijd
Vertrouwt niemand
Periode van enorme terreur, ook wel ‘grote zuiveringen’ => ook binnen communistische partij en geheime politie
Miljoenen mensen ten onrechte opgepakt, gemarteld, gedood en naar de Goelag verbannen.
Slide 30 - Tekstslide
Planeconomie
Staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd.
Planeconomie: voor bepaald aantal jaar vastleggen wat er geproduceerd moet worden. 5 jaar werd er dat bij de Sovjet Unie vastgelegd.
Economisch gezien rampzalig, altijd tekorten.
Slide 31 - Tekstslide
Vijfjarenplan
Stalin wilde de Sovjet-Unie snel groot en machtig maken.
Daarom economische verandering: vijfjarenplan (de staat bepaald wat en hoeveel er gemaakt wordt)
Hiermee wilde Stalin laten zien dat de Sovjet-Unie een machtiger land was dan de kapitalistische landen met hun vrije markt-economie.
Slide 32 - Tekstslide
Collectivisatie
Boerderijen worden samengevoegd (= collectief) tot grote landbouwbedrijven (kolchoz) => dit gebeurt niet vrijwillig!!!
Moeten grote hoeveelheden produceren voor de export => leidt tot hongernoden.
Oekraïne: ongeveer 7.5 miljoen doden door honger
Slide 33 - Tekstslide
Mensen die honger hebben worden als verraders naar de Goelag gestuurd...
Door hen lijkt de Soviet-Unie immers minder groots...
Slide 34 - Tekstslide
Collectivisatie in de landbouw
Ook collectivisatie in de landbouw: Kolchozen
Idee: zo kunnen de boerderijen meer en goedkopere produceren leveren aan de staat, kon de opbouw van industrie van worden betaald.
Realiteit: Rampzalig, veel tekorten
Slide 35 - Tekstslide
Collectivisatie
Boeren en arbeiders die zich tegen de collectivisatie verzetten werden vermoord of gedeporteerd naar Siberië (goelag).
Slide 36 - Tekstslide
Showprocessen
Uniek kenmerk voor Sovjet-Unie: showprocessen => gefilmde neprechtszaken waarin tegenstanders zichzelf moeten beschuldigen van hele erge misdaden.
Werden als propaganda in bioscopen vertoond
Iedereen kon opgepakt worden, er was totale willekeur
Familie en vrienden lieten je direct vallen om zelf veilig te blijven
Slide 37 - Tekstslide
Grote Terreur
Stalin vertrouwde niemand...
De KGB (geheime politie) hield alles in de gaten.
Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.
Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
Slide 38 - Tekstslide
De Grote Zuivering
Stalin zag overal tegenstanders, vooral in mensen die
een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen
'tegenstanders' oppakken en veroordelen.
De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.
Slide 39 - Tekstslide
Persoonsverheerlijking
Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider:
een vader voor het volk.
Dit heet persoonsverheerlijking (overal beelden, portretten van Stalin) en is een speciale vorm van propaganda
Slide 40 - Tekstslide
‘Thank you beloved Stalin for our happy childhood’, Viktor Govorkov, 1936
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Kenmerken totalitaire staat:
(Sovjet-Unie onder Stalin)
1. planeconomie
2. dictatuur
3. persoonsverheerlijking
4. indoctrinatie
5. terreur
Slide 43 - Tekstslide
Stalin gebruikte alles om zijn macht in het land te vergroten en te behouden, zoals censuur.
Stalin bepaalde wat er in de kranten én de geschiedenisboeken kwam te staan: vroegere medestanders werden 'er uit geschreven'
Indoctrinatie
Slide 44 - Tekstslide
Foto's werden gemanipuleerd, zodat het leek als zijn tegenstanders nooit hadden bestaan...
...of dat ze zulke slechte dingen hadden gedaan, dat er nooit meer aan hen gedacht mocht worden
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Tekstslide
Slide 48 - Tekstslide
Slide 49 - Tekstslide
Wantrouwen Stalin naar het buitenland:
- burgeroorlog na de revolutie (1917): Eng. + Fra. steunden de "Witten"
- Stalin werd in 1938 niet uitgenodigd voor
de conferentie van München
Slide 50 - Tekstslide
Sovjet-Unie en het buitenland
In 1939 besloten Stalin en Hitler samen te werken
Elkaar niet aanvallen en onderling Polen verdelen
Slide 51 - Tekstslide
Niet-aanvalsverdrag
Slide 52 - Tekstslide
Maken:
Paragraaf 4:
Slide 53 - Tekstslide
Terugkoppeling
- We maken de volgende quizvragen
Slide 54 - Tekstslide
Stalin organiseerde showprocessen. Welke reden had hij daarvoor?
A
Zo liet hij zien dat hij beter was dan Lenin, die mensen zonder proces in strafkampen liet opsluiten.
B
Dankzij de showprocessen werd duidelijk dat de planeconomie goed werkte.
C
Dankzij de showprocessen leek het alsof er in de Sovjet-Unie een eerlijke rechtspraak was.
D
Door de showprocessen werd Stalin steeds populairder, ook bij zijn tegenstanders.
Slide 55 - Quizvraag
hoe heet de periode waarin Stalin hardhandig afrekende met zijn (vermeende) tegenstanders?
A
De Russische Revolutie
B
De Moskou episode
C
de Grote Terreur
D
de NKVD
Slide 56 - Quizvraag
Wie hoort niet in het onderstaande rijtje thuis?
A
Lenin
B
Nicolaas II
C
Stalin
D
Marx
Slide 57 - Quizvraag
In welk jaar brak de Oktoberrevolutie uit?
A
1900
B
1906
C
1917
D
1928
Slide 58 - Quizvraag
Wie introduceerde de planeconomie in de Sovjet-Unie?
A
Lenin
B
Stalin
C
Gorbatsjov
D
Poetin
Slide 59 - Quizvraag
Wat past niet bij het communisme?
A
schijnprocessen
B
totalitaire staat
C
vijjarenplannen
D
vrije markteconomie
Slide 60 - Quizvraag
Welke kenmerken van het stalinisme zijn te herkennen op het plaatje?
A
censuur en collectivisatie
B
collectivisatie en persoonsverheerlijking
C
persoonsverheerlijking en terreur
D
terreur en censuur
Slide 61 - Quizvraag
Welke begrippen passen bij het dagboekfragment?
A
censuur en persoonsverheerlijking
B
censuur en zuiveringen
C
showprocessen en persoonsverheerlijking
D
showprocessen en zuiveringen
Slide 62 - Quizvraag
Welk kenmerk van Stalinisme herken je in de bron hiernaast?
A
Censuur
B
Persoonsverheerlijking
C
Propaganda
D
Showprocessen
Slide 63 - Quizvraag
Welk kenmerk van Stalinisme herken je in de bron hiernaast?
A
Censuur
B
Persoonsverheerlijking
C
Propaganda
D
Showprocessen
Slide 64 - Quizvraag
Welk kenmerk van Stalinisme herken je in de bron hiernaast?
A
Censuur
B
Persoonsverheerlijking
C
Propaganda
D
Showprocessen
Slide 65 - Quizvraag
Kies de juist volgorde
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin
Slide 66 - Quizvraag
Welk woord hoort niet bij het plaatje?
A
Indoctrinatie
B
Propaganda
C
Persoonsverheerlijking
D
Collectivisatie
Slide 67 - Quizvraag
Wat bedoelen we met 'Goelag'?
A
Dit is een ander woord voor de Grote Terreur van Stalin
B
Hiermee worden alle showprocessen bedoelt
C
Stalin zijn autobiografie
D
Een (afgelegen) werkkamp onder Stalin en de overheidsdienst die deze kampen bestuurde