Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
SPQR thema 1 mandatum 5 en 8
SPQR thema 1 (3e editie)
mandatum 5 en 8
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
SPQR thema 1 (3e editie)
mandatum 5 en 8
Slide 1 - Tekstslide
5a: Hoe vind je in een Nederlandse zin het onderwerp?
A
het eerste zelfstandig naamwoord in de zin
B
Wie/wat + persoonsvorm
C
woord dat verandert als je zin in andere tijd zet
D
Over wie het gaat
Slide 2 - Quizvraag
5a: Hoe vind je in een Nederlandse zin het lijdend voorwerp?
A
wie/wat + persoonsvorm
B
wie/wat + persoons-vorm + onderwerp
C
zelfstandig naamwoord na persoonsvorm
Slide 3 - Quizvraag
5b: Wat is het onderwerp in:
De vrouw roept het kind.
A
de vrouw
B
roept
C
het kind
D
er zit geen onderwerp in
Slide 4 - Quizvraag
5b: Wat is het lijdend voorwerp in:
De vrouw roept het kind.
A
de vrouw
B
roept
C
het kind
D
er zit geen lijdend voorwerp in
Slide 5 - Quizvraag
5b: Wat is het onderwerp in:
De slaven voeren de honden.
A
de slaven
B
voeren
C
de honden
D
er zit geen onderwerp in
Slide 6 - Quizvraag
5b: Wat is het lijdend voorwerp in:
De slaven voeren de honden.
A
de slaven
B
voeren
C
de honden
D
er zit geen onderwerp in
Slide 7 - Quizvraag
5c: volgorde van zinsdelen
de vrouw roept het kind --> het kind roept de vrouw
goede zin, maar andere situatie
Slide 8 - Tekstslide
5c: volgorde van zinsdelen
de vrouw roept het kind --> het kind roept de vrouw
goede zin, maar andere situatie
de slaven voeren de honden --> de honden voeren de slaven
rare zin: zeer onwaarschijnlijke situatie
Slide 9 - Tekstslide
bonus vraag:
De kinderen lopen naar school.
Wat is het onderwerp?
A
de kinderen
B
lopen
C
naar school
D
er zit geen onderwerp in
Slide 10 - Quizvraag
bonus vraag:
De kinderen lopen naar school.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
de kinderen
B
lopen
C
naar school
D
er zit geen lijdend voorwerp in
Slide 11 - Quizvraag
open vragen mandatum 8
Het Latijn heeft geen lidwoord.
Afhankelijk van het zinsverband en de de rest van de tekst bepaal je of je 'de', 'het' , 'een' of niets aanvult in de vertaling.
In losse zinnen zijn vaak meerdere mogelijkheden goed.
Slide 12 - Tekstslide
open vragen mandatum 8
Voorbeeld: Servi aquam portant.
- De slaven dragen het water.
- De slaven dragen water.
- Slaven dragen het water.
- Slaven dragen water.
Deze vertalingen zijn allemaal goed.
Slide 13 - Tekstslide
open vragen mandatum 8
Let op:
een open vraag in Lessonup kan maar één antwoord goed rekenen.
Zet daarom altijd 'de' of 'het' bij een zelfstandig naamwoord:
De
slaven dragen
het
water.
Denk ook aan de punt aan het einde van de zin!
Slide 14 - Tekstslide
Vertaal:
Feminae pueros tollunt.
Slide 15 - Open vraag
Uitleg
Feminae pueros tollunt.
tollunt = persoonsvorm meervoud --> (zij) tillen op
Feminae = nominativus meervoud --> onderwerp: de vrouwen
pueros = acc. meervoud --> lijdend voorwerp: de jongens
De vrouwen tillen de jongens op.
Slide 16 - Tekstslide
Vertaal:
Servus feminam audit.
Slide 17 - Open vraag
Uitleg
Servus feminam audit.
audit = persoonsvorm enkelvoud --> (hij/zij/het) hoort
servus = nominativus enkelvoud --> onderwerp: de slaaf
feminam = acc. enkelvoud --> lijdend voorwerp: de vrouwen
De slaaf hoort de vrouw.
Slide 18 - Tekstslide
Vertaal:
Femina aquam portat.
Slide 19 - Open vraag
Uitleg
Femina aquam portat.
portat = persoonsvorm enkelvoud --> (hij/zij/het) draagt
femina = nominativus enkelvoud --> onderwerp: de vrouw
aquam = acc. enkelvoud --> lijdend voorwerp: het water
De vrouw draagt het water.
Slide 20 - Tekstslide
Vertaal:
Puerum servi vocant.
Slide 21 - Open vraag
Uitleg
Puerum servi vocant.
vocant = persoonsvorm meervoud --> (zij) roepen
servi = nominativus meervoud --> onderwerp: de slaven
puerum = acc. enkelvoud --> lijdend voorwerp: de jongen
De slaven roepen de jongen.
Slide 22 - Tekstslide
Vertaal:
Servi feminas vident.
Slide 23 - Open vraag
Uitleg
Servi feminas vident.
vident = persoonsvorm meervoud --> (zij) zien
servi = nominativus meervoud --> onderwerp: de slaven
feminas = acc. meervoud --> lijdend voorwerp: de vrouwen
De slaven zien de vrouwen.
Slide 24 - Tekstslide
FINIS
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Zinsdelen en zinsopbouw
January 2022
-
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
-
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
toetsstof hoofdstuk 1 Talent
27 days ago
-
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
persoonlijk voornaamwoorden + o/lv/mv naamvallen M3
July 2025
-
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
Quizje zinsdelen herhaling brugklas
September 2024
-
10 slides
Quiz!
Persoonsvorm in tt en vt
June 2025
-
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Spelling persoonsvorm in de vt
January 2022
-
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
4T Wiederholung Grammatik
July 2025
-
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4